Merlijn, naer het eenig bekende Steinforter handschrift
(1880)–Jacob van Maerlant– AuteursrechtvrijHier begint dat boec van den koninck Artur ende van den koninck Rione, ende van Merlyne mede.Hier secht voert daventure
33600[regelnummer]
Van den koninck Arture,
Die nu lach te CarmeloetGa naar voetnoot16,
Hi ende sijn wijf met blyscap groet:
Doe die koninck Ban entie koninck BohoertGa naar voetnoot17
Van hem scieden, als gy gehoert
33605[regelnummer]
Hebbet hiervoer wel horen lesen,
Begonde te naken binnen desen
Dat koninck Artur te houdenGa naar voetnoot18 plach
Hof op Onser Vrouwen dach.
Doe zeide Gawyn, dat hi woude
33610[regelnummer]
Dat hi hof houdenGa naar voetnoot23 soude;
Doe zeide Artur, die koninck vry:
‘Nu willic dat hier komenGa naar voetnoot19 te my
Al myne barone, des sijt vroet,
Die lant van my houdenGa naar voetnoot18 ende goet;
33615[regelnummer]
Ic wil weten myne macht,
Ende wieGa naar voetnoot20 onder my es ende op my acht;
Daerombe willic, dat elcGa naar voetnoot21 ontboden sy
Hi woneGa naar voetnoot22 verre ochte by,
Ende dat elc sijn wijf bringe mede
33620[regelnummer]
OchtGa naar voetnoot23 sine amye, hier ter stede’.
Heer Gawyn zeide; ‘nu behaechdyGa naar voetnoot24 my,
Dit komet wt enen goeden herteGa naar voetnoot25 vry;
Nu biddic u, sint gy hebbet wille
Dese dinge te doene, lude ende stille,
33625[regelnummer]
Dat gy dat so angaet voertmere,
Dat gy des hebbetGa naar voetnoot26 lof ende ere’.
‘By Gode, neve’, zeide die koninck,
‘Ic wil so begaden dese dinc,
Dat men daer emberGa naar voetnoot27 meer af sal spreken
33630[regelnummer]
Totedat die werelt sal gebreken’.
Doe dade die koninck letterenGa naar voetnoot28 scriven,
Ende en liet niemanGa naar voetnoot29 achterbliven,
Noch baroen noch ridder mede,
Hi en onthodene te komene ter stede,
33635[regelnummer]
AlsoGa naar voetnoot30 lief alsi sine minne hadden nu,
Ende sine vrientscapGa naar voetnoot31 tbebbene, secgic iu,
Datsi in Onser Vrouwen dage tsamen
In half Ogeste tsinen hove quamen
Te Carmelot, ende elc in sine partieGa naar voetnoot32
| |
[pagina 376]
| |
33640[regelnummer]
Sijn wijf brachte ochtGa naar voetnoot1 sine amye.
Entie boden reden doenGa naar voetnoot2 overal,
Ende daden haer bodescap groet ende smal
TotenGa naar voetnoot3 princen entenGa naar voetnoot4 anderen heren,
Die alle geloveden te komene met eren;
33645[regelnummer]
Doe gereide hem elc daernaer
Alse ten hove te komene daer
So si eerliest mochten ende konden,
Ende elc voerde sijn wijf tienGa naar voetnoot5 stonden
Met hem, die ene hadde ter stede,
33650[regelnummer]
Ende die engene hadde, die voerde mede
Sine amye; dus quam er so vele daer,
DattieGa naar voetnoot6 tiende deel, wet vorwaer,
In die stat te CarmelotGa naar voetnoot7 en konden
NietGa naar voetnoot8 geherbergen te dien stonden,
33655[regelnummer]
Ende moestenGa naar voetnoot9 haer tenten slaen mede
In den plein, buten der stedeGa naar voetnoot10;
Entie koninck Artur entie koninginne
Ontfingense met herde groter minne,
Ende gavenGa naar voetnoot11 hem gichteGa naar voetnoot12 menechfoude
33660[regelnummer]
Beide van sylver ende van goude,
Ende cleder ende sydene lakene gereet,
Nadat elc waertGa naar voetnoot13 was, God weet.
Ende in Onser Vrouwen avende, twaren,
Doe die vesperen gesongen waren
33665[regelnummer]
In SenteGa naar voetnoot14 Stevens kerke daerna saen,
Es men te hove eten gegaen
Van der nonen. sijt seker das,
Ombedat Onser Vrouwen vastene was;
Maer die koninginne entie hoge barone
33670[regelnummer]
AtenGa naar voetnoot15 doen alle in harenGa naar voetnoot16 pavelonen,
Ombedatsi in die stat niet (en) konden komen.
Entie koninginne Jenovre hevet genomen
Haer suster des koninck Lottes wijf ter stede,
Entes koninck Uryens wijf mede,
33675[regelnummer]
Entes koninck Ventres desgelijc;
Dit waren Arturs suster sekerlijc
Van sijnre moederGa naar voetnoot17 halven, secgic iu;
Des koninck Bans wijf ginc mede nu
Entes koninck Bohortes wijf van Gaunes,
33680[regelnummer]
Ende hertoginnen ende gravinnes nades
Ende vrouwen ende joncfrouwen mede.
Hiermede ginc sitten in ene stede
Die koninginne Jenovre, sijt seker das,
Daer hem wel gedient was;
33685[regelnummer]
Oec waren daer ten hove komen
Alle die menestreelGa naar voetnoot18, hebbic vernomen,
Die daer wonende warenGa naar voetnoot19 in den ryke,
Clene ende groet, arm ende ryke;
Ende daer dienden oec hertogen ende gravenGa naar voetnoot20
33690[regelnummer]
Die rike warenGa naar voetnoot19 van goede, van haven;
Dit was welGa naar voetnoot21 recht ende sede,
Dat te sulkenGa naar voetnoot22 hove, dat houden dedeGa naar voetnoot23
Die koninck Artur, die so machtig was,
Sulke liedeGa naar voetnoot24 dienden ten hove dordas
33695[regelnummer]
Ombe hem ere mede te doeneGa naar voetnoot25;
Na den etene gingen die baroeneGa naar voetnoot25
Ende corteden daer die tijt harentaerGa naar voetnoot26
ThentGa naar voetnoot27 men slapen gincGa naar voetnoot28 daernaer.
Des andren daechs doe si op waren gestaen,
33700[regelnummer]
Die barone, sijnGa naar voetnoot29 si gegaen
Te messeGa naar voetnoot30 in SenteGa naar voetnoot14 Stevens kerke,
Daer hem hoechtijt songen papen ende clerke
Van Onser Vrouwen, ende daer was
Dofferande groet, sijt seker das;
33705[regelnummer]
Entie koninck Artur entie koninginne
DroegenGa naar voetnoot31 krone, oec waren daerinne
Ses ende twintich cronen in der kerken nu,
Onder koningen ende koninginnen, secgic iu,
Want die koninck Artur was daer
33710[regelnummer]
Self dertiendeGa naar voetnoot32 van cronen vorwaer,
Coningen die onder hem waren ter stede
Sonder hertogen ende gravenGa naar voetnoot20 mede,
Ende ander barone menegerhande,
Die daer waren in allen landenGa naar voetnoot33,
33715[regelnummer]
Die men van Artnr hielt vorwaer.
Doe die messe was gesongen daer,
Ginc die koninck Artur in sineGa naar voetnoot34 sael,
Entie koninge altemael
Volgeden hem entie koninginnen,
33720[regelnummer]
Ende al gekroent als vorstinnen
Met goudenen cronen herde diereGa naar voetnoot35.
Die tafelen waren bereit sciereGa naar voetnoot36
Entie koninck Artur es daertoeGa naar voetnoot37 geseten.
Ende twaelf koninge by hem vermeten,
33725[regelnummer]
Ende elc sine crone op dat bovet,
Ende haer wijf mede, des gelovet;
Ende elke koninginne voertanGa naar voetnoot38
Was geset by horen man;
| |
[pagina 377]
| |
Entie hertoge entie gravenGa naar voetnoot1 vermeten
33730[regelnummer]
Waren tener ander taflen geseten,
Entie ander princen entie barone
Moesten eten in den paveloneGa naar voetnoot2;
Want daer warenGa naar voetnoot3 so vele heren nu,
Dat mense niet gesetten konde, secgic iu.
33735[regelnummer]
Daer makeden die menestreleGa naar voetnoot4 sovele
Van horenGa naar voetnoot5 melodien, van horen spele,
Dat men nie en hoerde desgelyke
Op negenenGa naar voetnoot6 hove in ertryke.
Ende doe Keye, die drossate, brachte daer
33740[regelnummer]
Dat ierste gerechteGa naar voetnoot7, sach men daernaer
Waer vor die tafle quam gegaen
Die scoenste forme, sonder waen,
Die si ie sagenGa naar voetnoot8, van man,
Ende haddeGa naar voetnoot9 van samyte enen roc an,
33745[regelnummer]
Ende een gordel daerop gegordet smal
Van syden, met goudeGa naar voetnoot10 beslagen al
Ende met gesteentenGa naar voetnoot11, die claerheit geven
Gelijc planeten an den trone verheven;
Ende sijn hovethaerGa naar voetnoot12 was crespGa naar voetnoot13 ende blont,
33750[regelnummer]
Ende ene goudeneGa naar voetnoot14 crone daerop stont,
Als (van) een koninck; ende hi hadde ane
Scharlakens koussenGa naar voetnoot15 ende van corduwane
Twe witte scoeGa naar voetnoot16, alombe ter stede
GebreemtGa naar voetnoot17 met goutboerden, ende mede
33755[regelnummer]
Met gespenGa naar voetnoot18 van goude fijn;
Hi droech ene harpe silverijn
Van dierenGa naar voetnoot19 gewerke, entie snaren
Van goudeGa naar voetnoot10 alle getogen waren,
Ende daer stont an menech diereGa naar voetnoot20 steen;
33760[regelnummer]
Entie man so utermaten seone sceen,
Dat men nie sach sijns gelykes eer;
Maer hi was blint, dat ontsettene seer;
Nochtan haddi dogen graw ende claer,
Ende een wit hondekyn leidene daer
33765[regelnummer]
Met ener corden van goudeGa naar voetnoot10,
Daer diereGa naar voetnoot20 stene inne stonden menichfoudeGa naar voetnoot21;
En dit hondekijn brachtene nu
Vor koninck Arturs tafle, secgie iu;
Ende als hi daer was vorgestaen,
33770[regelnummer]
Harpedehi enen rey daer saen
In BertoensGa naar voetnoot22; dat lude so wale
Dat hen allen dochteGa naar voetnoot23 in derGa naar voetnoot24 sale
Dat eenrehande hemelsc geluet waerGa naar voetnoot25;
Ende al dat daer was, hoerde daernaer.
33775[regelnummer]
Dus laticse nu haer feeste driven,
Ic sal daer iu hierna meer af scriven,
Want ic moet nu, in desen doeneGa naar voetnoot26,
Voert secgen van den koninck RioeneGa naar voetnoot26.
|
|