Merlijn, naer het eenig bekende Steinforter handschrift
(1880)–Jacob van Maerlant– AuteursrechtvrijVan den koninck Clarione, ende hoeGa naar voetnoot4 die Sennen branden in allen landen.Hier seghet daventnre mede,
Dat die koninck Clarion nu ter stede,
19970[regelnummer]
Sine stede alle hesorgedeGa naar voetnoot5 doeGa naar voetnoot6
Met vleesce, met wine, van spise toeGa naar voetnoot6;
Ende hi geboet sijn lant aldoereGa naar voetnoot7
Dat men al dat quick nu voereGa naar voetnoot7
Coye, scaep, ende paerdeGa naar voetnoot8 mede
19975[regelnummer]
VerreGa naar voetnoot9 in den woutGa naar voetnoot10 in hemeleke stede;
Ende alle die spienGa naar voetnoot11 die menGa naar voetnoot11 vant,
Dade hi vaen ende houden thant.
Ende op enen avont gevil daernare,
Dat vele Sennen vergadert waren
19980[regelnummer]
In des koninck Barnagus tenten ter stede,
Ende in des koninck Malegans mede,
Die koninge waren van Yrlant.
Dese beclageden hem sere te hant
Van der scaden, die si hadden ontvaen
19985[regelnummer]
Vor der roetsen, ende mede nu saen
Die hem alle dage comet te handen
Van den genoten van den landen,
Ende dat haer spise nauwede sere.
Daer stont op een ionc ridderGa naar voetnoot12, een here,
19990[regelnummer]
Die dapper was, ende zeide aldus
Tot sinen oeme, den koninck Barnagus:
‘Ic soudeGa naar voetnoot13 nu varen voederenGa naar voetnoot14 thant
In een herde groet vet lant,
Dat nu wel vol van allen goede es,
19995[regelnummer]
WoudeGa naar voetnoot13 mi des orlof geven Amades,
Mijn vader, ende mijn oem Aglaänt,
Want sonder haren orlof, sij iu becant,
En vaer ic daer niet’. Doe sprac Barnages:
‘Lieve neve, nu berechtGa naar voetnoot15 my des,
20000[regelnummer]
Welc es dat lant’. Doe zeide hi:
‘Nortomberlant hetet datGa naar voetnoot16, koninck vry,
Daer woudic neven der Savernen ryden
Ende opter rivier van der Ombren tyden;
Ende vor den casteel Dorelosen torre;
20005[regelnummer]
Dit soude nu wesen mine porre,
Ende hier ombelanck es dat vetteste lant,
Dat men nu vint, sij iu becant’.
Doe zeide Barnagus: ‘gy zoutGa naar voetnoot17
Kiesen die gy hebben woutGa naar voetnoot17,
20010[regelnummer]
Die met in sellen varen nu’.
‘Here’, zeidi, ‘des danckic iu’.
Doe nam Oriens scier daernaer
Die hi hebben woude vorwaer
Tote veertechdusent, sonder, dat wet,
20015[regelnummer]
Die te voet liepen oec met.
Dese voeren alle te SorbantwaertGa naar voetnoot18
Ende branden ende roveden mettervaertGa naar voetnoot19,
EntieGa naar voetnoot20 koninck Malaänt, hi es
Met sinen liedenGa naar voetnoot21 bleven na des
20020[regelnummer]
Vor Windeheres, die vaste stede.
HiGa naar voetnoot22 riep Soriondes, sinen neve, mede:
‘Wat eestGa naar voetnoot23’, zeidi, ‘suldyGa naar voetnoot24 iergent varen?’
‘Ja ic, here’, zeidiGa naar voetnoot16, ‘sonder sparen,
| |
[pagina 222]
| |
Haddic liede’. Doe zeide die koninck:
20025[regelnummer]
‘Nemet mijns volkes, ombe dese dinck,
Also vele als gy wilt tehant,
Ende vaert in des koninck Ydiers lant,
Ende nemet al dat gy vindet daer’.
Hi dankedes den oeme sere. Daernaer
20030[regelnummer]
Nam hi met hem veertichdusent man,
Die hi hebben woudeGa naar voetnoot1 voertan;
So es hi mettienGa naar voetnoot2 enwech gevaren
StoutelikeGa naar voetnoot3, al sonder sparen.
Daerna riep die koninck Amades
20035[regelnummer]
Hertrante, sinen neve, na des,
Ende zeide: ‘neve, gy moet varen thant
Te Loenes in des koninck Lottes lant
Ende in Orcanien mede, God weet,
Ende nemet miner liedeGa naar voetnoot4 mede gereet
20040[regelnummer]
Also vele als gy wilt nu merc’.
Hi dankede des sinen ome sere,
Ende nam veertichdusent man ter stede,
Ende voerdese in des koninck Lottes lant mede;
Ende begonden bernen daernaer
20045[regelnummer]
Ende te rovene, wet vorwaer,
EntieGa naar voetnoot5 ander mede, sonder beiden,
Daer ie hier te voren af zeide.
Ende alle die wile, dat dese nu varen,
Hadden die ander koninge, twaren,
20050[regelnummer]
Een parlement, hoe si mochten nadat
Windeberes winnen, die vaste stat;
Daerombe ginck een water, diep ende wijt.
Men hadde niet mogen, doen ter tijt,
Met enen amborste overscietenGa naar voetnoot6 vorwaer.
20055[regelnummer]
Daer ginckGa naar voetnoot7 een rivier ombe, ende daer
En stonden maer twe poerten doeGa naar voetnoot8,
Ende menech torreGa naar voetnoot9 daer alsoeGa naar voetnoot8
Vaste ende so hoge mede,
Dat men verre sach van der stede.
20060[regelnummer]
Men mochtese niet lichte winnen
En waerGa naar voetnoot10 dat mense verhongerde binnen
Die koninge gingen al ombe besien
OchtGa naar voetnoot11 enech gewin daer mochte gescienGa naar voetnoot12;
Doe zeidensi dattetGa naar voetnoot13 daer niet toe dochte
20065[regelnummer]
En waerGa naar voetnoot10 dat mense verhongeren mochte.
Doe zeide die koninck Magondres
Toten koninck Barnagus nades:
‘Dat es also hier gescapen nu,
Dat daer negeenGa naar voetnoot14 gewin an es, zeggic iu’.
20070[regelnummer]
‘Sekerlijc’, zeide die koninck Malaänt,
‘Des volge ic wael; nu laet ons te hant
Die stat van Clarense beleggen,
Wantsi en hebben negeenGa naar voetnoot14 wederseggen,
Oec en zijn in desen lande allegader,
20075[regelnummer]
Al warensi vergadert al evengader,
Niet dat tiende deel, dat zeggic iu,
Also vele liedeGa naar voetnoot4 als wireGa naar voetnoot15 hebben nu’.
Doe zeide die koninck Barnagus daernaer:
‘Here, wie wildyGa naar voetnoot16 dat daer nu vaer?’
20080[regelnummer]
‘Ic salt iu seggen al te hant:
Daer sal varen die koninck, heer Gode brant,
EntieGa naar voetnoot5 koninck Magondres,
Ende Sinatores ende Sorbares
Die koninck Sapharys, die koninck Cohas,
20085[regelnummer]
Die koninck Plantor, die koninck Mathonas,
Die koninck Sornagris, die koninck Ignores;
Ende elc van desen, sijt seker des,
Sal onder siner banierenGa naar voetnoot17 voeren dan
Vor die stat twintichdusent man’.
20090[regelnummer]
Dit was dat indeGa naar voetnoot18 van den rade daer,
Ende si lovedentGa naar voetnoot19 alle daernaer;
Doe bereidensi hem met snelre vaert,
Ende voeren daer nu te Clarensewaert,
Ende belagenGa naar voetnoot20 herde nauwe die stat.
20095[regelnummer]
Ende alle die wile dat gesciede dat,
So es Oriens metten Sennen komen,
Als gy hier vor wel hebbet vernomen
In Nortomberlant, wet vorwaer,
Ende bernet ende rovetse daernaer.
20100[regelnummer]
Doe dit die koninck Clarion vernam,
Was hi des toernech ende herde gram,
Ende ontboet den hertogeGa naar voetnoot21 van Cam benick
Dat hi ten passe quameGa naar voetnoot22 haestelic
Jegen hem ter roetsen van Margot
20105[regelnummer]
Met al den liedenGa naar voetnoot23 die hi in sijn gebot
Hadde, ende verkrygen mochte nu.
Doe hi dit hoerde, seggic iu,
Dat hi doe nam twaelfGa naar voetnoot24 dusent man
Ende voer ten passewaert wat hi kan;
20110[regelnummer]
Daer vant hi den koninck ClarioenGa naar voetnoot25
Met dertienGa naar voetnoot26 dusent man, stout ende coenGa naar voetnoot25,
Ende doe si vergadert waren daer
Voerensi op die Sennen daernaer,
Daer sise sagen roven ende bernen tlant.
20115[regelnummer]
In dat begin, daer si quamenGa naar voetnoot27 gerant,
| |
[pagina 223]
| |
SloegenGa naar voetnoot1 si der Sennen vele doet,
Want der Sennen een groet hoep
Was gesceden also alsiGa naar voetnoot2
Den roef haelden verre ende by;
20120[regelnummer]
Daer bleef er tiendusent doet ter stede.
Doe quamenGa naar voetnoot3 die grote heren mede,
Met al den Sennen, ingevaren;
Doe was die koninck Clarioen, twaren,
VersagetGa naar voetnoot4 ende dhertoge mede,
20125[regelnummer]
Nochtan haddensi groet volc ter stede;
Oec quam hem nu helpen meer
Van den Doloreusen torre die heer
Ende Cristofles ende Sansidones,
Ende Brioen sonder genade ende Mares,
20130[regelnummer]
EntieGa naar voetnoot5 here van Salerne fijn
Ende Caringes ende Gaudijn,
Die des koninck Arturs neve was.
Dese lagenGa naar voetnoot3 daer vor den pas
Met vijf ende dertichdusent man, ter stede,
20135[regelnummer]
In dat enge van der roetsen mede;
Daer vochtensi vor den pas alsoe
Vreeslike optie Sennen doe,
Ende en hadde gedaen die pas ter uren
Si en hadden daer niet konnen geduren,
20140[regelnummer]
Wantsi en konden allegader niet komen;
Si hebben daer haer speer genomen
Ende scoten dene ten andrenwaert.
Daermede wart daer in der vaert
Menech gewondet, sonder sage;
20145[regelnummer]
Dus geduerdet daer nu drie dage
Toten avende datsi binnendien
NoitGa naar voetnoot6 ongewapent (en) waren gesien,
Sonder des avendes alsiGa naar voetnoot2 eten vorwaer,
Ende dat en was niet vele, openbaer.
20150[regelnummer]
Dus latic daer stryden dese alsoc
Tote dat ic daer weder kome toe,
Ende sal van den koninck Artur lesen
Ende van Merline ende Sagrimor na desen.
|
|