Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heimelijkheid der heimelijkheden (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heimelijkheid der heimelijkheden
Afbeelding van Heimelijkheid der heimelijkhedenToon afbeelding van titelpagina van Heimelijkheid der heimelijkheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (12.79 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Editeur

A.A. Verdenius



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

proefschrift
traktaat
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heimelijkheid der heimelijkheden

(1917)–Jacob van Maerlant–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

VI.

 
Weltijt soot so verre coemt,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot387
 
Dat men lansheren heren noemt,
 
So ne voeghet hem niet wel,
390[regelnummer]
Dat hi hemelike no in spel
 
Te vele hout met sulken personen,
 
Die men ter eren niene mach tonen,
 
Bedi het maect den here versmaet,
 
Als hi te vele omme gaetGa naar margenoot+
395[regelnummer]
Met onwaerden ende met kinden.
 
Dies so pleecht men in Ynden
 
Ere utermatene scoonre sede:
 
Weltijt so inder moghenthede
 
Een niewe coninc es gheset.
[pagina 129]
[p. 129]
400[regelnummer]
So hebsi ghemaect ene wet,
 
Dat die coninc eens in den jare
 
Hem vertoghe al openbare
 
Vor die ghemeente tere tijt
 
In sijn coninclijc abit,Ga naar voetnoot404Ga naar margenoot+
405[regelnummer]
Ende met eren ghewapent wel,aant.
 
Up een ors groot, hoghe ende snel,
 
Tscoenste dat men mach visieren,aant.
 
Verdect met wapinen scone ende dieren.
 
Die ghemeente staet van verren dan;
410[regelnummer]
Bi hem sijn sine edele man.
 
Te handelne men dan daer pleghetGa naar voetnoot411aant.
 
Saken, daer hoghe dinc an leghet;
 
Wette ende dinghen verclaren,
 
Die te voren verdect waren.
415[regelnummer]
Daer handelt men openbare echt,
 
Hoe men die ghemeente berecht;
 
Daer loont die coninc, ende ghevet
 
Hem die wel ghedient hem hevet;
 
Entie gone die sijn ghevaenGa naar voetnoot419
420[regelnummer]
Bi cleenre scout, laet men dan gaen;
 
Entie met chense sijn verladen,
 
Verlicht men van hare scaden.
 
Ende alse dit dan es ghedaen,Ga naar margenoot+
 
Doet men den coninc sitten gaen.
425[regelnummer]
So staet een up der meester heren,
 
Die naest den coninc heeft meest eren,
 
Ende priset den coninc dan,
 
Hoe hi es een gheraect man,
 
Ende dankets Gode van hemelrike,
430[regelnummer]
Dat hi dat Intsce conincrike
 
Versiert hevet in sulker wisen
 
Met so goeden man ende met so wisen,Ga naar margenoot+
[pagina 130]
[p. 130]
 
Ende hi die ghemeente mede
 
Met sulker onderhorichede
435[regelnummer]
Den coninc maect onderdaen.
 
Ende als dit prisen es vergaen,
 
Ende men Gode hevet ghelovet,
 
Die alre weldaet es hovet,
 
So danct men der ghemeenten al,Ga naar voetnoot439
440[regelnummer]
Dat si so wel sonder ghescal
 
Dienen haren rechten here;Ga naar margenoot+
 
Ende men trosse vortwart mere
 
Te stane in onderhoricheden,
 
Ende si oec in hare ghebeden
445[regelnummer]
Dicken vermanen haers heren.
 
Als dit ghedaen es met eren,aant.
 
Alle die ghemeente poghen,
 
Hoe si haers heren lof verhoghen,
 
Ende doen vor hem hare ghebede:
450[regelnummer]
In elke port, in elke stede
 
Bidmen om sijn langhe leven.
 
Sijn raet hi wart oec verheven
 
In groten love in groten prise.
 
Vort so leren alle die wiseGa naar voetnoot454
455[regelnummer]
Van der wieghe up hare kinder,
 
Dat si alle, merre ende minder,
 
Haren coninc eren ende minnen:
 
Dus spreect men buten ende binnen
 
Van der doghet van den lanshere,
460[regelnummer]
Ende dus leeft hi met groter ere.
 
Nu pleghet die coninc dan mede,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot461
 
Dat hi die overhorichede
[pagina 131]
[p. 131]
 
Van den quaden lieden wreect,
 
Dat hise ontlivet of te sticken breect,
465[regelnummer]
Ende verlicht dan mede daerGa naar voetnoot465
 
Tribute, daer si sijn te swaer,
 
Ende verlicht van den coepmanaant.
 
Sine tolle mede dan,Ga naar margenoot+
 
Ende doetse mede gheleden wel.
470[regelnummer]
Dits die sake ende niet el,Ga naar voetnoot470
 
Twi so groot volc es in Inden:
 
Omdat hem elc daer mach bewinden
 
Sire neringhen in vreden.
 
Copmanne draghen tallen steden
475[regelnummer]
Die ere van den groten heren,
 
Bi hem eist dat die renten meren,
 
Ende bider name van den lande
 
Ontsien den here sine viande.Ga naar margenoot+

margenoot+
H XII, C XV
voetnoot387
zie het Latijn op blz. 99.
margenoot+
(C 89v. b)
[tekstkritische noot]400 H hebben; een - 401 H binden - 402 C, H vertoghet - 403 C meente - 406 C, H up (op) e.o. sterc (groet), e.s. - 407 C, H d.m. ghevisiere: diere - 408 C w. goet - 409 C die meente; H tghem., van verre - 410 C, H sijn ontbr.; H ende b.h. - 411 C handelen - 412 H dinghen d.h.d. - 413 C wetten - 414 C, H bedect - 417 H gheeft: heeft - 418 H 't 2de hem ontbr.; 418 in C met latere hand: Naer dat elc verdient heeft - 419 C ghene; H entie dan s.g. - 420 H met cl. sc. l m. se g. - 421 C, H cheinse - 422 C, H haerre - 423 C e.a. al dit. e.g. - 426 C, H meest heeft; tusschen heeft en eeren loopt in hs. H een scheur - 427 H prijst - 431 C verchiert ... wise; H verciert heeft - 432 C, H m.s. edelen ende (ende met) s.w.
voetnoot404
cum regali apparatu et armato exercitu sedens nobilissime in dextrario suo ornatu armorum pulcherrime decoratus
margenoot+
(H 64r b)
voetnoot411
et tunc solent (Campb. 177 solet rex) ardua negocia expedire: varios et precinctos rerum eventus declinare (Campb. 177 enarrare) curam et operam quam circa rem publicam fideliter gesserat ostendere
voetnoot419
consuevit) minus reos de carceribus emancipare gravia onera relevare
margenoot+
C XVI
margenoot+
(C 90r. a)
[tekstkritische noot]436 C, H e. alse dat ... ghedaen - 437 H heeft - 438 C, H weldaden - 439 H Dan d. - 440 C, H d. soe (si) so lievelike - 441 C, H gherechten - 442 C trostse vortw't; H troestse vorwaert - 443 H onderhorichede: C, H ghebede - 444 C oec ontbr.; H e. dat si - 445 H dicke - 448 C, H des heeren - 450 H poert - 451 H omme - 452 C s.r. die wert; H s.r. wert - 454 L vor - 455 volgens C afgedrukt; H wieghen; kindre: mindre; L van derre wise - 456 H meere; C meerre - 459 H dueght - 460 C, H in gr. e.; H Dus leeft - 461 C heere dan oec mede; H danne; dan in L vergeten en met dezelfde hand achter den regel geschreven - 462 L hoverhorichede
voetnoot439
(et post laudes divinas ...) vertet se ad laudes populi commemorando bonos mores captando benivolentiam: inducens eos exemplis et rationibus ad humilitatem et obedientiam: reverentiam et dilectionem regis. quo facto totus populus studebit regias laudes extollere ... pro regia (longa) vita deum exorare per civitates et familias regis operam et sapientiam enarrare (451)
margenoot+
(H 64v. a) (L 194r. c)
voetnoot454
et propter hoc docent pueros suos ab infantia et inducunt ad regis amorem honorem ....
margenoot+
C XVII
voetnoot461
consueverunt (consuevit rex) etiam tali tempore malefactores et sceleratos punire: et de medio tollere.
[tekstkritische noot]464 C ende hise o. ende tsticken brect; H e. hise ontlijft e. st. breect - 466 H tributen - 467 L coepmam; H coeman - 468 C, H tolne - 469 C, H mede ontbr.; H doesse - 472 C daer elc - 473 H siere; C, H ende met (in) vr. - 474 C, H comanne; C stede - 475 C de namen - 477 H biden rade - 479 C merke dies; H hoedem - 481 C niet en - 483 C, H wreetheit; L vreckeit; H dieren: manieren - 485 C, H haestich ne (en) si noch - 486 H hoerse - 487 C, H hem ontbr. - 488 C, H Die; wapenen - 489 C onmate - 490 H beede ... ende - 491 ontbr. in C - 492 C tsine
voetnoot465
solent etiam tali tempore tributa aleviare: cum mercatoribus dispensare: partes eis de redditibus remittere (469)
margenoot+
(C 90r. b)
voetnoot470
et hec causa quare multum populosa est India. illic enim concurrunt libenter undique mercatores et bene recipiuntur. (zie ook Clar., blz. 265)
margenoot+
(H 64v. b)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken