Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 306] [p. 306] Op het geestelyk huwlyk van jongkvrouwe Lodowina Poppe. De schrand're Lodowine, in d'eersten bloei der jeugd; De glans der schoonheid, baak van kuisheid, eer en deugd, Die, met standvastigheid, godsdienstig de ydelheden, Alle aardsche liefde, en lust en rykdom kan vertreeden; Kiest, met Maria, 't best en allerzaligst lot, Om 's Hemels liefde, alleen te vreden in haar God. Zy word des Hemels Bruid; en, hooger opgetoogen, Ziet ze in 't geloof de hoop der zaligen voor oogen, Met d'ouden Simeon: en op een zelfden tyd, Wanneer God Jesus word ten tempel ingewyd, Wyd zy zich zelf aan Hem, en lagcht met pracht en staaten; Om God te volgen, en Hem nimmer te verlaaten. MDCLXXXIV. Vorige Volgende