Mengelpoezy. Deel 1
(1731)–Katharina Lescaille– AuteursrechtvrijKatharina Lescaille, Mengelpoezy. Deel 1. Erfgenamen van J. Lescaille en D. Rank, Amsterdam 1731
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BIB.HER.001072, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Mengelpoezy. Deel 1 van Katharina Lescaille uit 1731.
redactionele ingrepen
p. 42: stel len → stellen: ‘11Zy stellen, om het kwaad te weeren’.
p. 197: MDCLX X. → MDCLXX.
p. 212: o p → op: ‘Zo zien we op een nieuw’.
p. 289: veugels → vleugels: ‘Want gy zyt vleugels van één veeren’.
p. 295: ve rschynt → verschynt: ‘De glans der zon verschynt’.
p. 357: nw → uw: ‘Terwyl uw levenszon ontlooken’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (*1v, *2v, **2v, 2, 62, 116, 130, 242) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
K. LESCAILJES TOONEEL- EN MENGELPOËZY.
IN DRIE DEELEN.
[fol. *1r]
Te Amsteldam, by de Erfgen: van J.Lescailje en D.Rank, op de Beurssluis
[fol. *2r]
DE MENGELPOËZY VAN KATHARYNE LESCAILJE.
EERSTE DEEL.
TE AMSTELDAM,
By de Erfgenaamen van J. Lescailje en D. Rank,
op de Beurssluis. mdccxxxi.
met privilegie.