Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Aan de bloempjes gevlochten voor jongkvrouwe N.N. op haar E. verjaaren. O Bloempjes zonder reên bedrukt! Gy moogt vry vrolyk 't hoofd opbeuren, Schoon gy zo vroeg zyt afgeplukt. Nu zullen uwe blonde kleuren Belonkt zyn van 't bevallig Beeld Waar in de lieve Lente speelt. Gy zult een frisschen adem haalen. Gy wierd bescheenen van één zon, Zy zal 'er u met twee bestraalen, Waar van elks glans de zon verwon: Want zy herschept door haaren luister, Den dag by nacht, en 't licht by duister. [pagina 224] [p. 224] Gy zult op deez' beroemden dag, Daar elk haar Jaargety komt vieren, Veel waarde schynen als gy plag, Gelukt het u haar borst te sieren. Zo krygt gy door haar schoonheid thans, Meer roems als Venus bloemekrans. Gy treurt misschien om dat haar roozen En lelyën van 't aangezicht, Met meerder geur en leeven bloozen, En netter geschakeert, uw licht Verduist'ren zullen en berooven; 'k Beken, zy kan uw glans verdooven: Maar troost u dan in uwen nood; En denk, hoe met den tyd kan keeren, Haar wit albast en lieflyk rood: Zo mag die Schoone hier uit leeren, Dat zy haar's leevens lentetyd Besteede, eer dat haar jeugd verslyt. Gaa heen, en kus voor my de handen Van 't heerlyk proefstuk van Natuur: Doch schroomt gy schielyk te verbranden, Door 't onweêrstaanlyk glinstrend vuur Van haar bekoorelyke lonken? Geen nood: vergaat gy door die vonken: [pagina 225] [p. 225] Gy sterft een aangenaamen dood. Ik zou wel duizend leevens geeven, Indien ik dit geluk genoot, Om voor haar oog te mogen sneeven, In plaats dat ik door de ongenaâ, Dier Schoone al kwynende vergaa. Helaas! het leeven dus te leiden, In ballingschap van haare gunst, Is van het leeven gantsch verscheiden. O Bloempjes, van natuur en kunst Geschaapen, en door een geweeven! Ei, gaa dan naar die Schoone streeven. Gaa naar die glory van het Y, En zeg haar, hoe 'k, in rouw begraaven, Eerbiedig vier haar Jaargety, Haar deugd, aanminnigheid en gaaven. Bid dat ik weêr haar gunst verwerv', Op dat ik leeve, of anders sterv'. Ten verzoeke van den heere N.N. Vorige Volgende