Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 195] [p. 195] Aan Dirkje .... weduwe van Jasper Goris. Zo kunt gy op een nieuw met vreugd weêrom beleeven Den wellekomen dag waar op ge eerst zaagt het licht; Terwyl gy dankbaar en verhemeld van gezicht Ziet op naar d' Oorsprong die u 't goede heeft gegeeven. Met welk een zedigheid verheugt zich uw gemoed In 't aangenaame licht van uw geboortestraalen! Terwyl het, zegenryk in 't ryzen en in 't daalen, U geeft genoegen rust en heil in overvloed; Daar niets de waare vreugd van uw geluk kan hind'ren, En gy het eerlyk hart, godvruchtigheid en deugd, Uw's zaligen Gemaals, met uw verloopen jeugd Ziet weêr herleeven in uw welgeäarde kind'ren, Die met my zyn verheugd in uw geboortelot, Geneigd de zwakheid van uw ouderdom te draagen, Daar gy, geduldig in het slyten van uw dagen, Verwacht gerust de kroon des leevens van uw God; Terwyl uw hoofd blinkt met een kroon van zilv're hairen. Wat wenscht myn vriendschap u volmaakter in deez' staat, Als dat des Hemels gunst u nooit op aard' verlaat', Uw zwakheid mind'rende in 't vermeerd'ren van uw jaaren? Op haar LXXXste Verjaardag, den VIIden van Grasmaand, MDCLXXXVII. Vorige Volgende