Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Op het verjaaren van dr. Ludolph Smids. Met welk een achtb'ren roem, zo heerelyk en schoon, Komt uw Geboortezon op nieuw al de aard' verlichten, Braveerende allen glans, gelyk uw held're Dichten Uitmuntend, boven al, onsterflyk staan ten toon! O schrand're Hoofdpoëet, en dubb'le Apolloos Zoon! Wat kan uw Zangheldin al wonderen verrichten; Die tevens geestryk kunt vermaaken, boerten, stichten, Daar 't Treur- en Blyspeldicht u schenkt de Lauwerkroon! Gy hoeft het kwetsen van de Nyd niet meer te vreezen. Gy weet der kruiden kracht, en kunt u zelf geneezen, Geleerde Smids! zy zwicht op 't hooren van uw Naam. Terwyl dat yeder viert met vrolyk welbehaagen, Deez' wellekoomen dag, ô Luister onzer daagen! Zo vliegt uw lof alom op vleugels van de Faam. Den XIIIden. van Zomermaand, MDCLXXXIII. Vorige Volgende