Mengelpoezy. Deel 1(1731)–Katharina Lescaille– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Op het afsterven van mejufvrouw Katharyne Lescailje, uitmuntende dichteresse. Klinkdicht. 't Gelukt niet ieder eeuw te brengen in het licht Een Sappho, zo beroemt in dichtkunde als ervaaren, Roept Lesbos, in 't verloop van menig honderd jaaren; Tot de Amstel zich aldus ten antwoord vind verplicht. Myn schrand're Katharyne, in't neêrduitsche afgericht Te slaan Apolloos Lier, en op't geklank dier snaaren Den griekschen Sophocles in treurstof te evenaaren, Is 't groote Wonder, dat niet voor uw' Sappho zwicht. 't Is waar, ze is ons ontrukt! maar't sterflot zal nooit nad'ren Dat hemels licht, 't geen schynt op haar vergode blad'ren, En seswerf 't schouwtoneel bestraald als diamant. Dus blinkt haar geest, gelyk de noordstar, in den hoogen Onsterfelyk, waar op der Dicht'ren rei mag oogen, Terwyl zelfs Phaebus 't graf met lykcipres beplant. L. Coster. Vorige Volgende