| |
| |
| |
| |
Brief No. 138
26 Mei 1694
Gericht aan: Richard Waller.
Manuscript: Ondertekende, eigenhandige brief te Londen, Royal Society, Early Letters, MS. 1961, L. 2. 52. Vier kwartobladzijden, waarvan twee blanco.
Niet gepubliceerd.
| |
Korte inhoud:
Bevestiging van de ontvangst van Waller's brief van 22 april 1694 O.S.; bezoek van Walford; verzending van gedrukte brieven.
| |
| |
| |
Letter No. 138
26 May 1694
Addressed to: Richard Waller.
Manuscript: Signed autograph letter in London, Royal Society, Early Letters, MS. 1961, L. 2. 52. Four quarto pages, two of which are blank.
Not published.
| |
Summary:
Acknowledgement of the receipt of Waller's letter of 22 April 1694 O.S.; visit of Walford; dispatch of printed letters.
| |
| |
| |
d' Hr Ric. Waller
Edele Hoogh Geleerde Heer.
Ik hebbe UEd: aangenamen vanden 22e April nevens de Transactions door handen van Mr Walfort wel ontfangen, blijve over die present de Co: Societeit ten hoogsten dankbaar. Als mede gesienGa naar voetnoot1), dat mijne ontdekkingen met volle genoeginge sijn ontfangen ende daar overGa naar voetnoot2) wel voldaan, dat mij lief was te verstaanGa naar voetnoot3).
Ik hadde UEd: schrijvens maar voor een gedeelte gelesen, wanneer ik Mr Walfort twee vergroot glasen met de subjecten daar voor hadde laten sien, en ik beelde daar op mij in, dat de geseijde Mr geen groot plaijsier inde gesigte hadde, te meer om dat deselve mij niet vergdeGa naar voetnoot4) verder te sien; en na dat ik een weijnig Wijn met hem gedronken hadde, wilde hij weder vertrekken.
Dog weg sijndeGa naar voetnoot5), ende UEd: schrijvens verstaan hebbendeGa naar voetnoot6), stont ik verlegen, om dat ik de geseijde Mr Walfort geen verdere Presentatie hadde gedaan, te meer om dat ik mij als doen in beelde, dat den selven mij uijt beleeftheijt,en generuesheijt niet en heeft willen vergenGa naar voetnoot4).
Ik en hebbe geen vande SchilderieGa naar voetnoot7), en daar is bij de Plaat af gedrukt, ende de Plaatmaker, die te gelijk drukker en schilder was, dootGa naar voetnoot8). Dog wanneer ik op onse aanstaande jaar marct, als wanneer dan veele konstverkoopers in onse stad komen, kan bekomen, soo sal ik niet na laten, UEd: de versogte te laten toe komen.
| |
| |
| |
Mr. Richard Waller.
Noble, Highly Learned Sir,
I duly received your welcome letter of the 22nd of April as well as the Transactions through the kind offices of Mr. Walfort. I remain highly grateful to the Royal Society for this present. I have also seen that my discoveries have been received with full satisfaction and that you were quite satisfied with them, which I was pleased to learnGa naar voetnoot1).
I had only read part of your letters when I showed Mr. Walfort two magnifying glasses with the subjects before them, and I thought thereupon that the said gentleman did not take much pleasure in the sights, the more so because he did not request me to show him anything further. And after I had drunk some Wine with him, he wanted to leave again.
But when he had gone and I had understood your letters, I was embarrassed because I had not shown the said Mr. Walfort anything further, the more so because I then thought that he had not wanted to make such a request out of courtesy and generosity.
I do not have any of my Pictures; moreover, the Plate has been printed off and the Plate-maker, who was also the printer and painter, is deadGa naar voetnoot2). But if I can get one at our forthcoming annual fair, when many art-dealers come to our city, I will not neglect to let you have what you ask for.
| |
| |
| |
Hier nevens gaan mijn laaste gedrukte BrievenGa naar voetnoot9), die ik bij een hebbe laten binden, soo als ik die vervolgensGa naar voetnoot10) de Co: Soc: sedert eenige tijd hebbe toe gesonden, waar in UEd: sal konnen sien, of eenige vande selvige mogten vermist sijn. EnGa naar voetnoota) sal onder des na presentatie van mijn gans onderdanige dienst sooGa naar voetnoot11) aan Hare Hoog Edele Heeren Leden vande Co: So: blijven.
Edele Hoogh Geleerde Heer,
Sijne Edele verpligten Dienaar
Antoni van Leeuwenhoek.
Delft desen 26e Meij 1694.
| |
| |
| |
I enclose my last printed LettersGa naar voetnoot3), which I have had bound together, such as I sent them successively to the Royal Society for some time past, in which you will be able to see whether any of them are missing. And meanwhile, after tendering my most humble services, to the Very Noble Gentlemen, the Members of the Royal Society, I remain,
Noble, Highly Learned Sir,
Your Honour's much obliged Servant
Antoni van Leeuwenhoek.
Delft, this 26th of May 1694.
|
-
voetnoot1)
- Onderwerp en hulpwerkwoord staan in de vorige zin: Ik hebbe.
-
voetnoot2)
-
ende daar over, lees: ‘en dat UEd. daarover’; het hulpwerkwoord ‘was’ is achterwege gebleven.
-
voetnoot3)
-
verstaan, vernemen. De tekst van Waller's brief van 22 april 1694 O.S. is, voorzover bekend, niet bewaard gebleven. Waarschijnlijk was deze brief een antwoord op L.'s Brief 135 [81] van 19 maart 1694. De identiteit van Mr Walfort is niet met zekerheid vast te stellen. De enige persoon van deze naam in verband met de Royal Society in die tijd is Benjamin Walford, de drukker van de Royal Society. Zie ook het Biogr. Reg. in dit deel.
-
voetnoot6)
-
ende... hebbende, en ik van Uw brief kennis genomen had.
-
voetnoot8)
-
Ik..., doot, Ik heb geen van de portretten en daarbij komt dat de plaat afgedrukt is en de plaatmaker, die tegelijkertijd drukker en schilder was, dood (is). L. doelt hier waarschijnlijk op de mezzotint van J. Verkolje, die in het voorafgaande jaar gestorven was. Het betreffende portret is afgebeeld als frontispice in Alle de Brieven, Dl. 6. Zie ook het Biogr. Reg. op blz. 394 in dat deel.
De mezzotint of zwartekunst is een in de tweede helft van de zeventiende en het begin van de achttiende eeuw veel gebruikt grafisch procedé, vooral voor het reproduceren van kunstwerken. In Brief 139 [84] van 14 september 1694, in dit deel, schrijft L. alsnog zes exemplaren van het portret verkregen te hebben. Deze werden door hem naar de Royal Society gezonden, die echter nimmer de ontvangst ervan bevestigd heeft; ook in de archieven ontbreken zij.
Zie voor de portretten van L.: C. Dobell 1932: Antony van Leeuwenhoek and his ‘little animals’, blz. 346-356, en J.G. de Lint 1930: Portretten van van Leeuwenhoek.
-
voetnoot1)
- To our knowledge the text of Waller's letter of 22 April 1694 O.S. has not been preserved. Probably this letter was a reply to L.'s Letter 135 [81] of 19 March 1694. The identity of Mr. Walfort cannot be established for certain. The only person of this name connected with the Royal Society in those days is Benjamin Walford, the printer of the Royal Society. See also the Biographical Index in this volume.
-
voetnoot2)
- Here L. probably refers to the mezzotint by J. Verkolje, who had died the year before. The portrait in question has been reproduced as frontispiece in the Collected Letters, Vol. 6. See also the Biographical Register on p. 395 in that volume. Mezzotint engraving is a graphic process that was widely applied in the second half of the seventeenth and the early part of the eighteenth century, in particular for reproducing works of art. In Letter 139 [84] of 14 September 1694, in the present volume, L. writes that he has obtained six more copies of the portrait. These were sent by him to the Royal Society, but the latter never acknowledged having received them; nor are they to be found in the records.
For the portraits of L., see: C. Dobell 1932: Antony van Leeuwenhoek and his ‘little animals’, pp. 346-356, and J.G. de Lint 1930: Portretten van van Leeuwenhoek.
-
voetnoot9)
- De laaste gedrukte Brieven is het Vierde Vervolg Der Brieven..., dat in 1694 gepubliceerd werd, en de door L. genummerde Brieven 126 [76] van 15 oktober 1693, tot en met 137 [83] van 30 april 1694, bevat. In de notulen van de vergadering van de Royal Society van 27 juni 1694 O.S. staat hierover aangetekend: Mr. Leeuwenhoecks Letter presenting his forth suite of Letters sent to the Society, was produced, and read (Journal Book Original, Dl. 9, blz. 165).
-
voetnoot11)
-
soo, dit woord moet geschrapt worden. L. heeft zich in de laatste zin twee maal vergist en enige woorden doorgehaald, maar dit abusievelijk laten staan.
-
voetnoot3)
- The last printed letters: this refers to the Vierde Vervolg Der Brieven..., which was published in 1694 and contains the letters numbered by L. 126 [76] of 15 October 1693 up to and including 137 [83] of 30 April 1694. The minutes of the meeting of the Royal Society of 27 June O.S. note about this: Mr. Leeuwenhoecks Letter presenting his forth suite of Letters sent to the Society was produced, and read (Journal Book Original, Vol. 9, p. 165).
|