Alle de brieven. Deel 3: 1679-1683
(1948)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:
| ||
Korte inhoud:Bericht van ontvangst der Philosophical Collections en korte mededeeling over infusoriën en bacteriën in peper- en gemberwater. | ||
Opmerkingen:Bij deze ‘Missive’ had Leeuwenhoeck ingesloten een eigenhandig geschreven copie van den brief aan Constantijn Huijgens dd. 20 Mei 1679. | ||
Letter No. 55.
| ||
Published in:
| ||
Summary:Acknowledges receipt of Philosophical Collections. A short communication concerning infusoria and bacteria in pepper-water and ginger-water. | ||
Remarks:Leeuwenhoeck had enclosed in this letter an autographic copy of his letter to Constantine Huygens, dated 20 May 1679. | ||
d'Heer Robert Hooke
Delft den 16e jannu: 1680.
Mijn Heer.
Desen dient alleenlijck omme UEd: te adverterenGa naar voetnoot1) dat ick (des Saturdaeghs na dat ick Vrijdaeghs daer te vooren) (!) mijne figueren van eenige afgeteickende houten aen UEd: hadde gesonden,)Ga naar voetnoot2) heb ontfangen de Philosophical CollectionsGa naar voetnoot3) no: 1. beneffens een lijst vande Hrn leden vande Roijale Societeit, die geaddresseert waren aen Sr IJsaack Velthuijsen Coopm̅ in Rotterdam,Ga naar voetnoot4) die mij wel aengenaem waren, maer het verwonderde mij dat ick beneffens de selve niet een letterken schrift en vernam van wie die gesonden wierden. op dat ick met een danckbaer gemoet het selvige mocht erkennen, het welcke ick gaerne beneffens de antwoort die ick van UEd: op mijn laeste schrijvens verwacht sal verstaen,Ga naar voetnoot5) | ||
Mr. Robert Hooke.
Delft, January 16th 1680.
Sir,
This only serves to inform you that on Saturday (after having sent you on the previous Friday the drawings of some kinds of woodGa naar voetnoot1)) I received the Philosophical CollectionsGa naar voetnoot2) No. 1, besides a list of the members of the Royal Society, addressed to Mr. Isaac Velthuysen, a Rotterdam merchantGa naar voetnoot3). I was very glad to have them, but wondered why there was not in addition a short note mentioning the sender, that I might thankfully acknowledge the receipt. I hope you will inform me on this point when you send an answer to my last letter. | ||
Jck heb goet gedacht na de mael ick sie en versta dat UEd: een heer vol speculatieGa naar voetnoot6) sijt, dese CopieGa naar voetnoot7) van een gansch rouwe calculatie, die ick op het ernstich versoeck vande Heer Constantijn Huijgens van Zuijlichem op het papier heb gestelt,Ga naar voetnoot8) UEd: mede te delen, en moet daer beneffens seggen, dat ickGa naar margenoot+ voorledene vrijdagh avont Peper water heb genomen, daer veel levende dierkens in waren, en dat vermengt met omtrent sooveelGa naar voetnoot9) regenwater, daer ick een quantiteit gestooteGa naar voetnoot10) gember in gedaen hadde, en doen aenstonts het vermengde water observerende, bevond ick dat de dierkens traegh int bewegen waren. eenige Uren daer na dit water weder observerende, konde ick gansch geen dierkens daer in sien, maer omtrent twee mael 24. uren daer naGa naar margenoot+ sagh ick seer distinct dierkens die ick meer dan Hondert milioenen kleijnder oordeelde dan een sant,Ga naar voetnoot11) sonder dat ick eenich dierkens vernam die int peper water waren geweest. afbreeckende blijve
Mijn Heer
UEd: gansch onderdanige dienaer
Antonj Leeuwenhoeck.
To Mr Mr Robert Hooke Secretarij of the Royall Societij ad Gresham Collede:Ga naar voetnoot12)
| ||
Understanding that you are interested in scientific speculations I resolved to send you a copyGa naar voetnoot4) of a very rough calculation which I committed to paper at the urgent request of Mr. Constantine Huygens van ZuylichemGa naar voetnoot5). In addition I will tell you that lastGa naar margenoot+ Friday evening I took pepper-water in which there were many living animalcules and mixed it with about the same quantity of rainwater in which I had put some pounded pepper. I observed the mixed water immediately and found that the little animals moved very slowly. Again observing the water a few hours later, I could not discover any animalcules in it, but after about 48 hours I quiteGa naar margenoot+ distinctly saw little animals that I judged to be a hundred million times smaller than a grain of sandGa naar voetnoot6), without, however, seeing any of the animalcules that had been in the pepper-water. In conclusion I remain, Sir,
Your very obedient servant,
Antonj Leeuwenhoeck.
To Mr. Robert Hooke, Secretary of the Royal Society, Gresham College, London. |
|