Alle de brieven. Deel 1: 1673-1676
(1939)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:
| |||||||
Korte inhoud:Over het vocht uit de voorste oogkamer, den bouw van de lens, het hoornvlies, het regenboogvlies, het netvlies en de gezichtszenuw; over zoutkristallen, krijt en porceleinaarde; eerste mededeeling over protozoën in stilstaand zoetwater. | |||||||
Opmerkingen:Een eigenhandig door Leeuwenhoeck geschreven copie van een deel van dezen brief, en een eveneens eigenhandig geschreven fragment van den brief van 4 December 1674, bevinden zich in de Universiteitsbibliotheek te Leipzig (Nachl. 135). Deze zijn door Leeuwenhoeck aan Constantijn Huijgens gezonden tegelijk met den brief van 26 December 1674. | |||||||
Letter No. 11 [6].
| |||||||
Published in:
| |||||||
Summary:The aqueous humour in the anterior chamber of the eye; the structure of the lens, the iris, the retina and the optic nerve. Crystals of salt, chalk, kaolin. First communication about protozoa in stagnant water (non-salt). | |||||||
Remarks:An autograph fragment of the letter, followed by a fragment of the letter of December 4th 1674, is in the University Library at Leipsic (Nachl. 135). These were sent by Leeuwenhoeck to Constantine Huygens Sr. accompanying the letter of December 26th 1674. | |||||||
Oldenburgh
Delff in Hollant den 7e 7mbr 1674.
Mijn Heer.
Om dat UEd: mijne missive vanden 1e Junij waer mede ick de Heer Adriaen Boogaert Heere van Belois belast hebbe, niet en hebt laten afhalen, heb ick vermoet dat mijn tweede missive vanden 6e Julij daer aen volgende, ende met de ordinaris post derwaerts overgesonden, UEd: niet en sal sijn ter hant gecomen, waeromme dan oock goetgedacht hebben, UEd: voor desen, een copie vande selve laeste missive door een reijsiger, die de curiuesheijt hadde, sich in mijne observatien te vermaken, nochmael te laten toecomen, de welcke oock wil verhoopen, dat bij UEd: voor den ontfangh van desen, al sal wesen toegebracht, Ick ben voornemens geweest alvooren UEd: met mijn schrijvens wederom moeijelijchedenGa naar voetnoot1 te geven, daer eerst antwoort van UEd: af te wachten, omme mij daer door te connen verseeckeren, dat geseijde mijne missiven, ende tgeene daer verder bij gevoecht hadde, UEd: wel waren toegecomen, maer alsoo ick sedert, noch ijetwes van consideratieGa naar voetnoot2 hebbe geobserveert, neeme ick de vrijmoedicheijt, UEd: mette communicatie vandien, bij desen wederom te jmporterenGa naar voetnoot3, ende is deselve observatie eijgentlijck verserende ontrentGa naar voetnoot4 Ga naar margenoot+De Ooge van een Koebeest, waer in ick het Hoornvlies; met een groote spelt doorsteken, bevinde inde waterachtige vochticheijt (die ick daer uijt nam) te drijven eenige weijnige cristalijne clootgensGa naar voetnoot5. | |||||||
[Delft in Holland, September 7th 1674.
Mr. Oldenburgh
Sir,
As you have not sent for my letter of the 1st of June, entrusted to Mr. Adriaen Boogaert, Seigneur of Belois, I presume that my second letter of July 6th following, forwarded by ordinary post, has not reached you. For which reason I have thought fit to send you a copy of this last letter by a traveller who was anxious to see my observations. I hope it reached you before you receive the present letter. At first I intended to await your reply, informing me of the receipt of my missives and of what I added, but having since made some interesting observations I took the liberty to trouble you once more with their communication. They concern the eye of a cow.] Ga naar margenoot+I took the Eye of a Cow, and having with a great pin pierced the Cornea, I found in the Aqueous humour, which I took out, some few crystalline globuls swimmingGa naar voetnoot1. The dark-brown colour, | |||||||
Het doncker muskes gecouluert te wesenGa naar voetnoot6, ende dat ick int oogh sach, heb ick bevonden te bestaen, uijt muskes gecouleurde clootgens, Ga naar margenoot+Het Cristalijne lichaemGa naar voetnoot7 (datmen de cristalijne vocht noemt, ende in hardicheijt bij na over een comt, met een geconfite noote muskaetGa naar voetnoot8) heb ick met een scheer-mes onstucken gesneden, ende tselve alsoo aen delen observerende, heb ick het selve bevonden te bestaen, uijt kringhs-gewijse schibbige delen, op malcander leggende die uijt het Centrum haer begin haddenGa naar voetnoot9, welcke deeltgens altemael bestonden, uijt cristalijne clootens (!)Ga naar voetnoot10. Na dat ick de voor verhaelde cristalijne vocht, drie dagen hadde laten droogen, was het selve soo hart geworden, dat het voor het mes onstucken sprongh, als off het hars hadde geweest, dese deeltgens weder observerende, bevonde ick daer inne niet alleen, het vooren verhaelde, krings-gewijse schibachtige wesenGa naar voetnoot11, maer oock | |||||||
which I saw in this Eye, did consist of dark gray globulsGa naar voetnoot2. Ga naar margenoot+The Crystallin HumorGa naar voetnoot3, which in hardness almost resembles a Nutmeg preserv'dGa naar voetnoot4, I have with a rasor cut asunder, and observing it in parcels, I found it to be made up of orbicular Scaly parts, lying upon one another, which had their beginning out of the CenterGa naar voetnoot5, and did all consist of crystallin globulsGa naar voetnoot6. After I had let this Crystallin humor dry for three dayes, it was grown so hard, that, when I put the knife to it, it burst in pieces as if it had been hard rosin. These pieces being by me view'd again, I not only found in them the abovesaid orbicular Scaly substance, | |||||||
dat ijder schibbe, weder uijt krings-gewijse delen te samen was gestelt, ende dat deselve tweede kringen contrarie de eersten liepen Als bij voorbeelt een globeGa naar voetnoot12, wiens superficie, ofte opperste papier, ick voor de buijtenste schibbe stelle, ende dat onder de bovenste superfitie, weder een andere schibbe leijt, ende dat het selvige vervolgens continueert, tot in het Centrum vande globe, het selvige presupponereGa naar voetnoot13 ick dan, het eerste Kringhs-gewijse schibachtigh wesen, waer uijt dat het Cristalijn Humuer bestaet, het tweede kringhs-gewijse wesen, waer uijt dat ijder schibbe bestaet, come ick dus te sien, als bij Exempel, op de geseijde globe, sijn doorgaensGa naar voetnoot14 dicht nevens den anderenGa naar voetnoot15 linien getrocken, waer van de eerste door beijde de polen gaen, ende de andere linien daer nevens aen, even als off de superfitie vande globe, te samen was geset off gemaect, van sodanige cleijne deeltgens, als de linien op de globe soude connen getrocken werden, ende bevonden dat alle dese geseijde deeltgens bestonden uijt cristalijne clootgens Ga naar margenoot+Jck heb 3. à. 4. stuckjens, van dit cristalijn Humeur, aen naeldens van twee microscope gehecht, die ick onder andereGa naar voetnoot16 microscope sal laten leggen, om het selvige aen eenige Heeren curiuse lieffhebbers te laten sien, dewijl ick niet genoch en acht, te seggen dat ick het sie, maer ick doe daer van mede seer gaerne communicatie aen andere, hoewel nu al te meermalen ondervonden hebbe, dat bij sommige daer mede haer particulier voordeel gedaen wert; Dor Swammerdam heeft nu laest binnen 14. dagen, mij wederom tweemael wesen besoecken, ende omme een Heer die bij hem was, heb ick hem seer veel laten sien, en daer ick voordesen met hem van gesproocken hadde, hebbe gemerckt, dat sijne speculatienGa naar voetnoot17 daer | |||||||
but also, that every scale was composed again of circular parts, and that these circles run contrary to the first; like to a GlobeGa naar voetnoot7 made up of paper, to the uppermost paper of which may resemble the outermost scale or plate of this Crystallin substance; under which uppermost Superfice there lyes another scale, and so on continually unto the center of the globe: This I take to be like the first orbicular scale substance, of which the Crystallin humour is made up. The other round substance, of which each scale is composed, I see, as if upon the mention'd Globe there were drawn lines close by one another, the first thereof passing through both poles, and the others running along the sides thereof, just as if the superfice of the globe were compounded of such small parts as lines could be drawn upon a globe. And I found all these particles to consist of crystallin globuls. Ga naar margenoot+Two or three small pieces of this Crystallin body I have fixed to several pins of [two Microscopes, which I have put among other microscopesGa naar voetnoot8, for showing them to curious Gentlemen]Ga naar voetnoot9 upon occasion; not being satisfied to see such things myself alone, but very willing to present others with the same view; although I have already found more than once, that some have made their particular advantage by it. Dr. Swammerdam hath again within this fort-night visited me twice, accompanied with a Gentleman, to both which I have shew'd many of these Microscopical Observations, and of such others as I had formerly spoken to him about; perceiving that his speculations are busy upon this subject, and that probably he will discourse more largely of it than I have done hitherto. | |||||||
ontrent nu loopen, ende dat aparentGa naar voetnoot18, daer van meerder sal comen te seggen, als ick tot noch toe gedaen hebbe; ende off wel ick liberael ben int mede delen, van mijne observatien, soo bevinde ick daeghlijckx meer, en meer, dat eenige haer daer ontrent teenemael binnen houdenGa naar voetnoot19, en niet alleen aen mij egeneGa naar voetnoot20 communicatie en doen, van hare consideratienGa naar voetnoot21, maer selffs daer ontrent, mijne abuijsen ontsienGa naar voetnoot22 aentewijsen, waer ontrent mij onlanghs, een seer aenstotelijcke bejeginge is ontmoetGa naar voetnoot23, ick hadde aen eenige getoont de tendo van een muskel, die ick niet beter wist, (als tenemael ontkundich inde ontleet kunst) off het selvige was een senuwe, ende dat tusschen een tendo van een muskel, en een senuwe, geen onderscheijt en was, waer van mij nu de Hr Dor ordinair AnnatoGa naar voetnoot24: Schravesande, Raat deser Stadt nader onderrecht heeft; doch dit sij ter.Ga naar voetnoot25 perentese, ende dat in confidentie. Ga naar margenoot+Waer op nu wederom comende tot de materie, alwaer het hier voren gelaten is, hebbe geobserveert, dat inde glasachtige vochticheijtGa naar voetnoot26, wat dieper in het Oogh waren veel meerder clootgens, dan in het water dat ick boven uijt het oogh nam. | |||||||
[Though I liberally communicate my observations, I daily experience more and more that some are altogether incommunicative as regards their considerations, nay, do not scruple to point out my mistakes. In this respect I lately experienced a very painful treatment. I had shown to some persons the tendon of a muscle which I took for a nerve (not being versed in anatomy), as I did not know that there is a difference between the tendon of a muscle and a nerve. Mr. Schravesande, Ordinary Doctor of AnatomyGa naar voetnoot10, Councillor of this town, has now instructed me in this matter. But let this be confidential and in parentheses!] Ga naar margenoot+To proceed; having view'd the Vitreous humourGa naar voetnoot11, lying deeper in the Eye, I saw many more globuls than in the Aqueous which I took out from the top of the Eye. | |||||||
Ga naar margenoot+Het doorluchtichGa naar voetnoot27 Hoornvlies, dat voor het gesicht comt, heb ick na dat ick het selve eenige dagen hadde laten drogen, geobserveert, ende bevonden te bestaen, uijt cristalijne clootgens, ende het selve vlies in sijn dickte trachtende te separeren, soo waren de clootgens, soo vast te samen, en aen een gevoecht, dat het selvige scheen te bestaen, uijt veelderleij door malcander lopende senuachtige deeltgensGa naar voetnoot28, ende hoe naeuwkeurich ick oock getracht hebbe, eenige schib-achtige delen te observeren, en heb ick het selve voor alsnoch, niet connen machtich machtich (!) werden, maer remarqueerde daer wel inne alleenlijck de striemen vande scharen van een eerstGa naar voetnoot29 geslepen scheermes, en echterGa naar voetnoot30 scheen dit vlies vochtich sijnde, sich te sullen laten separeren. Ga naar margenoot+Ick heb voordesen aen UEd: geschrevenGa naar voetnoot31, dat ick tot die tijt hadde geobserveert dat alle doorschijnende, op malcander leggende deeltgens, sich in ons oogh wit vertoonen, soo doet oock het hier vooren verhaelde cristalijne Humeur, als het hart gedroocht is, ende dan onstucken geslagen; maer vochtich sijnde, dat het dan niet wit is, daer van en kan ick mij geen andere reden te binnen brengen, onder verbeteringe als dese, namentlijck, dat de clootgens waer uijt dat het lichaem bestaet; nevens en op malcander leggen, in seer geschickte ordreGa naar voetnoot32, ende dat het licht lijnrecht daer door kan gaenGa naar voetnoot33. | |||||||
Ga naar margenoot+The transparent Cornea, after I had let it dry for several days, I view'd also, and found it likewise to consist of crystallin globuls; and endeavouring to severe the said tunicle in its thickness, I found the globuls thereof united so close and compact, that the same seem'd to consist of manyfold sinewy particles, crossing one anotherGa naar voetnoot12: And how curiously soever I have hitherto endeavour'd to view some of the Scaly parts, yet I have not yet satisfied my self therein; I observ'd only some streaks resembling the scars of a newly whetted rasor. Mean time it seem'd, that this membrane would suffer separation when 'tis moist. Ga naar margenoot+I formerly wrote to youGa naar voetnoot13, that till then I had observ'd, that all transparent and such particles, as lye upon one another, appear'd to our Eye white: The same I observe in the above-mention'd Crystallin liquor when dryed hard and then beaten to pieces: But when 'tis moist, 'tis then not white. [I can only account for this, under correction, by assuming that the globules composing this body, are neatly arranged side by side and one above the other and that the light can pass through it straight]Ga naar voetnoot14. | |||||||
Ga naar margenoot+Op het tweede vliesGa naar voetnoot34 van het Oogh vertoonden haer verscheijde seer schoone schitterende coulueren, en tselve vlies, was inder daet swart en bestont uijt clootgens, en als ick de clootgens seer enckel mijn selven vertoonde, waren de clootgens van couleur doncker muskes, en als ick de vinger over dit couleurde vlies streeck, ende het vliesje droogh sijnde waren de couleuren wegh, ende het vliesje was swart. Ga naar margenoot+Het derde vliesGa naar voetnoot35 dat de grontGa naar voetnoot36 van het tweede vlies bedeckte, was boven maten dun en teder, en tselve observerende, bevonde het mede te bestaen uijt same gevoeghde clootgens. Ick heb dese mijne observatien ontrent het oogh, aende Hr Dor Annato: Schravesande alhier gecommuniceert, ende den selvenGa naar margenoot+ het cristalijn Humeur laten sienGa naar voetnoot37, welcke Heere mij seijde, datter van outs her onder de geleerden een verschilGa naar voetnoot38 is geweest, over de gesicht senuwe, en dat eenige seijden een hollicheijt, inde selve | |||||||
Ga naar margenoot+In the second TunicleGa naar voetnoot15 of the Eye, there appear'd divers very fine glittering colours, and it was black, and consisted also of globuls, and viewing the single globuls, I found them dark; and passing my finger over this colour'd membrane, and the same being grown dry, the colours were gone, and the membrane was darker. Ga naar margenoot+The third TunicleGa naar voetnoot16 [covering the inside of the second], was exceeding thin and tender, and having viewed it, I found it also to consist of globuls united. Ga naar margenoot+I communicated these Observations to [Schravesande, Doctor Anatomiae]Ga naar voetnoot17, and shew'd him the Crystallin humorGa naar voetnoot18; and he [mentioned that from ancient times there has been a dissension among the learned about the optic nerve and]Ga naar voetnoot19 that some Anatomists affirm'd the Optic Nerve to be hollow, and that themselves had seen that hollowness, through which they would | |||||||
gesien te hebben, ende dat door deselve hollicheijt de animale geestenGa naar voetnoot39, die de gedaente van het gene int gesicht vertoont wertGa naar voetnoot40, overvoert tot de HerssenenGa naar voetnoot41, in consideratie van het welckeGa naar voetnoot42 stelde ick bij mij selven vast, soo het mogelijck waer, dat een holte inde gesicht senuwe gesien ware, dat deselve holte soo groot soude moeten sijn, dat ick die medeGa naar voetnoot43 seer klaer soude connen waernemen, eerstelijck om dat de holte, redelijck groot soude moeten wesen, omme de langhte vande senuwe, ende ten anderen, dat het lichaem dat dese holte soude maken, seer Hoornachtich, ofte van een stijff lichaemGa naar voetnoot44 soude moeten sijn, ofte dat het anders, van de om leggende deeltgens, soude werden toegedruckt. Ga naar margenoot+Omme waer omtrent mij te voldoen, hebbe ick drie gesicht senuwe van een Koebeest, seer naeuwkuerich geobserveert, en hebbe daer inne geen hollicheijt gevonden, maer geremarqueert, deselve te bestaen uijt veel draat achtige deeltgens, van seer | |||||||
have the Animal spiritsGa naar voetnoot20, that convey the visible species, represented in the eye, pass into the BrainGa naar voetnoot21; I thereupon concluded with my self, that, if there were such a cavity visible in that Nerve, that it might also be seen by me, [first, since the cavity must be pretty big on account of the length of the nerve, and secondly that the body forming this cavity must be very horny or stiff]Ga naar voetnoot22, or else the circumjacent parts would press it together. Ga naar margenoot+And in order to this discovery, I sollicitously view'd three Optic Nerves of Cows; but I could find no hollowness in them; I only took notice, that they were made up of many filamentous particles, | |||||||
sachte substantie, als off deselve maer te samen waren gevoeght vande HarssenenGa naar voetnoot45, want de draatgens waren seer sachtGa naar voetnoot46 en onstarck, en bestaende uijt same gevoeghde clootgens, en dese draatgens waren weder omwonden, met deeltgens, bestaende uijt doorschijnender clootgensGa naar voetnoot47, ende ick en kan het wesen van dese senuwe, mij niet nader voorbeelden, als bij een Zee strant, daer een plas is, daer ontrent een halff, off een voet, diep, stilstaende water op staet, dat alleen door een weijnich wint kabbelt, en kleijne golffjens maeckt, na dat dit water verlopen is, sal de gront het golffachtich wesen (dat de Superfitie van het water hadde) behouden, dese puttgens vande gront stel ick voor de draatgens, die inde Senuwe sijn, ende de verheveltheden, rontom de puttgens, stel ick voor de plaets inde senuwe, die met deeltgens bestaende uijt doorschijnender clootgens, sijn versien, en waer in de draatgens als ingewonden leggen, en seer na aent oogh loopt door de senuwe, een wesenGa naar voetnoot48, aders gewijs, van swartachtige clootgensGa naar voetnoot49. | |||||||
of a very soft substance, as if they only consisted of the corpuscles of the Brain joined togetherGa naar voetnoot23, the threds were so very soft and looseGa naar voetnoot24: They were composed of conjoined globuls, and wound about again with particles consisting of other transparent globulsGa naar voetnoot25. [I cannot better represent the nature of these nerves than by comparing them to a pool on the sea-shore with about half a foot or a foot of stagnant water in it, rippled by a light wind, which forms wavelets on its surface. When the water runs out, the bottom will retain the wavy character of the surface of the water. These slight furrows in the soil I take to be the threads in the nerve, and the ridges round the furrows represent the parts of the nerve provided with particles consisting of transparent globules, in which the threads lie entwined. Quite close to the eye there runs through the nerve a vein-like matter of blackish globulesGa naar voetnoot26. Seeing this nerve, | |||||||
Dese Senuwe dus siende, heb ick gedachten gehadt, off deselve alleenlijck geschapen was, omme het oogh continuelijcken nieuw voetsel uijt de Harssenen toe te sendenGa naar voetnoot50. Dese mijne observatien weder communicerende aende gemelte Heere Schravesande heeft den selven mij geanimeert; omme in consideratie vanGa naar voetnoot51 het voor Se verschil, mijne speculatien nader te laten gaen, over de senuwen, waer op dan genomen hebbe, deGa naar margenoot+ senuwe van het wijt verspreijde seste paer, ontrent de longe pijpGa naar voetnoot52 afgesneden, van een Koebeest, ende deselve bevonden te bestaen, uijt seer weijnige draatachtige deeltgens, bestaende uijt 't same gevoeghde clootgens, welcke draatachtige deeltgens seer starck sijn, en in geen delen van starckte te vergelijcken, bij de draatgens vande gesicht senuwe, ende lagen als omwonden, in een materie bestaende uijt doorschijnender clootgens als daer de draatgens, uijt waren bestaende, vorders was de senuwe van binnen, op t merendeel vervult met clootgens, die wel duijsent mael grooter waren, als de clootgens, waer uijt dat de senuwige delen bestonden, dewelcke ick voor geen andere delen en kan oordelen als voor Vett: ende tusschen dit vet, ende de senuwige draatgens, heb ick somtijts,Ga naar margenoot+ int eerst eenige hollicheden gesien, welcke hollicheden, ick was oordelende, off wel door het mes mochten veroorsaeckt sijn; Ick heb naeuw kuerich dit nader ondersocht, en bevonden niet alleen, eene hollicheijt, maer hoe menichmael ick de senuwe onstucken snede, bleeff echter de hollicheijt inde Senuwe continueren, en bevonde op eenige plaetsen, niet alleen eene hollicheijt, maar twee à. drie hollicheden bij een, ende daer de hollicheijt inde senuwe wat groot was, daer was deselve als met vliesjens besethGa naar voetnoot53, even | |||||||
the thought struck me that it might be created exclusively to send fresh food to the eye from the brain, without interruptionGa naar voetnoot27.] These observations I likewise imparted to the lately named Doctor, who thereupon encouraged me to proceed to others; whichGa naar margenoot+ made me to attempt a view of the sixt pair of NervesGa naar voetnoot28, cutting it off about the pipe in the LungGa naar voetnoot29 of a Cow, and finding it to consist of a very few filamentous particles, composed of globuls joined together, which threddy parts are very strong, (to which those of the Optic Nerve, as to strength, are not at all to be compared,) and they lay as wound about with a matter made up of pellucid globuls, of which the small threds were composed. Further, that Nerve within was for the greatest part filled with globuls [a thousand times]Ga naar voetnoot30 bigger than those, of which the Nervous parts were made up; which filling globuls I can judge to beGa naar margenoot+ nothing else but Fatt. And betwixt this Fatt and the Nervous filaments I at first saw now and then some hollowness, which I esteem'd might have been caused by the knife. This I did with much sollicitude further inquire into; whereupon I found not only one hollowness, but as often as I cut the Nerve asunder, the hollowness still continued therein, and I found in some places not only one cavity, but two or three cavities at once; and where the cavity of the nerve was any thing bigg, it was lined about with filmesGa naar voetnoot31, as if [meant, in that place]Ga naar voetnoot32 to keep open those | |||||||
als off die daer gedestineert waren, omme de hollicheden open te houden; ende te bewarenGa naar voetnoot54, voor de toedruckinge vande om leggende partijenGa naar voetnoot55. Dese Hollicheijt inde senuwe, was oock versien met een rockGa naar voetnoot56, als off het een groote aire (naer advenantGa naar voetnoot57 de senuwe) hadde geweest: jnde selve senuwe, heb ick oock verscheijde seer kleijne airtgens sien doorloopen. Dese senuwe scheen oock weijnich starckte te hebben, ende niet geconditioneert, om starcke beweginge te doenGa naar voetnoot58, alsoo deselve remarqueerde dat behalven sijn rock, maer op eenige plaetsenGa naar voetnoot59 was versien, met twee à. drie dratgens, ende vorders was die vervult met Vet, ende de hier vooren gementioneerde hollicheijt. Eenige van dese deeltgens vande senuwe, heb ick mede voor microscope gestelt; omme deselve ondervindingenGa naar voetnoot60, aen anderen te connen mede deijlenGa naar voetnoot61. Ga naar margenoot+Omme de deeltgens van het Sout te observeren, soo veel jmmersGa naar voetnoot62 voor als noch in mijn vermogen is, hebbe ick verscheijde malen, eenich Sout genomen, ende dat op de rant van een tinne schotel geleijt, ende alsoo tselve in mijn Kelder laten smelten, sodanige peeckel heb ick inde warme lucht, off door het Vuijer, weder in Sout laten veranderen, ende daer op bevonden, dat eenige Sout deeltgens bestonden uijt clootgens, andere uijt conosGa naar voetnoot63 gewijse deeltgens, van t same gevoeghde clootgens; als mede conos gewijse | |||||||
cavitys, and to keep them from being compressed by the surrounding parts. This cavity in the Nerve was also furnisht with a Tunicle, as if it had been a great Artery (in proportion to the Nerve.) In the same Nerve I also saw several little [veins]Ga naar voetnoot33 running through. But as to its strength, that was but very slender, not fit for any strong motionGa naar voetnoot34, forasmuch as I observ'd, that, besides the Tunicle, it was [only in some places provided]Ga naar voetnoot35 with two or three threds; and it was moreover filled with fatt, and had the before-mention'd hollowness. [I have also put some of these parts of the nerve before my microscope in order to enable others to participate in these experiences.]Ga naar voetnoot36 Ga naar margenoot+To pass on to other objects; I have observed somewhat about Salt, of which I took a little and put it on the brim of a Tin dish, and so let it melt in my celler, and having exposed that Brim to the hot Air, or the Fire, I had it turn'd into Salt again; and then found, that some of those Saline parts consisted of globuls, others of [conical particles, aggregations of connected globules; some | |||||||
gladdeGa naar voetnoot64 deeltgens, andere waren piramidaels gewijse gladde deeltgens, als oock mede volmaeckte gladde vierkantgensGa naar voetnoot65, ende langh werpige viercantgens, in welcke beijde viercantgens ick weder eenige kleijne vierkantige figuertgens sach. Ga naar margenoot+Ontrent ses jaer geleden uijt curiusiteit in Engelant sijnde, ende tot Gravesant, Rochester, etc. siende de groote Krijtbergen, ende Krijtachtige landenGa naar voetnoot66, heeft mij te meermalen, daer aen doen gedencken, ende hebbe te gelijck oock getracht, de delen van het Krijt te penetrerenGa naar voetnoot67, eijntelijck hebbe geobserveert, dat het Krijt bestaet, uijt seer kleijne doorschijnende clootgens, ende dese doorschijnende deeltgens, op malcanderen leggende, is mijns bedunckens alsnochGa naar voetnoot68, de reden dat het krijt wit isGa naar voetnoot69, | |||||||
of conically arranged smooth particlesGa naar voetnoot37; others were pyramidal, smooth particles, and also perfect, smooth squares or quadrangularly prolonged squares; in both kinds I saw again some small square figures.]Ga naar voetnoot38 Ga naar margenoot+[About six years ago, being in England (which I was eager to see) and beholding the chalk cliffs and chalky lands at Gravesend, Rochester, etc.) I often reflected on these and tried to discover the component parts of this chalkGa naar voetnoot39. At last I found that it consists of very small transparent globules. As these transparent globules cover each other, I consider this to be the reason of the white colour of chalkGa naar voetnoot40.] | |||||||
Ga naar margenoot+Vorders heb ick geobserveert de Engelsche aerde, die uijt den geele van couleur isGa naar voetnoot70, en hoger geel is, dan de aerde, die ick aldaer tusschen Harwits en Londen gesien heb, ende daer mede eenige landen, maer alsGa naar voetnoot71 bedeckt waren, welcke geelachtige aerde, onse porceleijn backers alhier (bij gebreck van Vlaemse aerde die ontrent de Stadt Doornick valt)Ga naar voetnoot72 gebruijcken; de voorSe Engelsche aerde bevinde ick te bestaen uijt seer subtijle clootgens, welcke clootgens, ick na mijn gesicht oordeelde, wel thien hondert duijsent mael cleijnder te sijn; als een gemeen sant correltge, (deselve proportie namentlijck genomen na de meet-const) en oordeel de axe van een santge, wel hondert mael grooter, als de axe van een deeltge, waer uijt dat de Engelsche aerde bestaet. Ende hebbe mede geobserveert de boven verhaelde Vlaemse aerde, die mede bestaet uijt ronde clootgens, ende die een weijnich kleijnder sijn, dan de Clootgens vande Engelsche aerde, Ick heb mede geobserveert, de aerde die bij ons kleij genaemt wert, ende ontrent dese Stadt, ende elders hier ontrent valtGa naar voetnoot72; dese aerde bestaet uijt noch kleijnder clootgens, dan beijde de voorSe soorten van aerde, ende wort alhier bij de porceleijn backers, swarte aerde genoemt, om dat uijt den doncker graeuwe van couluer is, de clootgens van dese aerde en sijn soo stoffswaerGa naar voetnoot73 niet, dan de clootgens vande geseijde Engelsche ende Vlaemse aerde, en laet sich oock seer licht in glas veranderen, ende daer worden oock seer starcke potten van gebacken, maer gebacken sijnde, is root van couleur, ende daeromme soo bequaem niet tot het porcelein, maer wort onder de Engelsche, en Vlaemsche aerde vermenght, om aen het porceleijn een starckte, ende goede klanck toe te brengen, doch dese swarte aerde, en bevonde soo suijver niet, dan de andere aerde, en was vermenght, met andere deeltgens, die ick voor geen aerde en oordeelde, maer sach het voor verrot hout aen, vermenght met | |||||||
Ga naar margenoot+Moreover, I have also viewed some of the English Earth which is yellowish, andGa naar voetnoot41 of a deeper yellow than that, which is found between Harwich and London, and wherewith some Land isGa naar voetnoot42 as 'twere cover'd; Which yellowish Earth our Potters of Porcelan-ware make use of, when they want that Flamish Earth that is got about Tournay. This English Earth I found to be made up of very fine globuls, which by my estimate I judged to be [a hundred]Ga naar voetnoot43 thousand times smaller than a common grain of Sand, after a Geometrical computation, by which the axis of a grain of Sand is many hundred times bigger than the axis of one of the particles which compose the said English Earth. I have likewise examin'd the lately mention'd Flamish Earth, which I found to consist of globuls, yet somewhat smaller than those of the English Earth. Again, viewing that sort of Earth, which we call Clay, of which there is great store about this Town of Delft, and elsewhere in this Country, that is made up of yet smaller globuls than both the foregoing sorts, and 'tis by our Porcelan-makers call'd Black Earth, being of a dark gray colour. The globuls of the Earth are not so heavy as those of the described English and Flamish Earth; and 'tis easily changed into Glass; and they make strong Pots of the same: But being baked, 'tis red, and therefore not fit for Porcelan, but 'tis blended with the English and Flamish Earth, to give a strong and good sound to our Porcelan. Mean while I did not find this black Earth so pure as the other, it being mixt with other particles which I did not think to be Earth, but rather esteem'd them to be rotten wood, mixed with sand and sandy | |||||||
sant, en santachtige deeltgens, die wel hondert mael kleijnder waren als het sant isGa naar voetnoot74. Ga naar margenoot+Ontrent twee uren gaens van dese Stadt, leijt een binnelantseGa naar voetnoot75 meer, de Berckelse meer genaemt, wiens gront op veele plaetsen seer moerich, off moerassich is, dit water is des swinters seer klaer, ende int begin, ofte int midden vande somer, wort het Witachtich, ende daer drijven groene wolckjens door, twelck volgens het seggen, vande Huijsluijden daer ontrent woonende, veroorsaect wert door de Douw, die alsdan comt te vallen, en die sij den honich douwGa naar voetnoot76 noemen, dit water is seer Visrijck, ende de Vis is seer goet en smakelijck, ende nu laest inde voornoemde meer varende, op die tijt, als de wint redelijck hart waeijde, ende het water als boven verhaelt, siende, nam ick in een glase flesje, een weijnich water mede, dit des anderen daeghs observerende, bevonde ick daer in te drijven, verscheijde aertsche deeltgens, ende eenige groene | |||||||
particles, that were above a hundred times smaller than sandGa naar voetnoot44. Ga naar margenoot+About two Leagues from this Town there lyes an Inland-Sea, called [Berkelse-Lake]Ga naar voetnoot45, whose bottom in many places is very moorish. This water is in Winter very clear, but about [the] beginning or in the midst of Summer it grows whitish, and there are then small green clouds permeating it, which the Country-men, dwelling near it, say is caused from the Dews then falling, and call it Hony-dewGa naar voetnoot46. This water is abounding in Fish, which is very good and savoury. Passing lately over this Sea at a time, when it blew a fresh gale of wind, and observing the water as above-described, I took up some of it in a Glass-vessel which having view'd the next day, I found moving in it several Earthy particles, and some green streaks, spirally ranged, after the manner of the Copper or Tin-worms, used by Distillers to cool their distilled waters; and the whole compass of each of these | |||||||
ranckjens, in geschickte ordreGa naar voetnoot77 slanghs gewijse omgekrult, op gelijcke manier, als de copere off tinne slangen sijn, die de distelatuers gebruijcken, omme haer over gehaelde waterenGa naar voetnoot78 te verkoelen, ende de gantsche circumferentie, van jder van dese ranckjens, hadt ontrent de dickte van een haer van ons hooftGa naar voetnoot79; andere deeltgens hadden maer een begin, van het boven verhaelde ranckje, alle bestaende uijt seer kleijne groene same gevoeghde clootgens, als mede seer veel kleijne groene clootgens, ende daer beneffens, seer veelGa naar margenoot+kleijne diertgensGa naar voetnoot80, daer van eenige waren rontachtich, die een weijnich grooter waren, bestonden uijt een eijront; aen dese laeste heb ick twee beentgens gesien, ontrent het hooft, ende aen het achterste van het lichaem, twee vinnetgensGa naar voetnoot81, andere waren wat langer als een eijront, en dese waren seer traegh int bewegen, en weijnich in getalGa naar voetnoot82; dese voor verhaelde diertgens bestonden uijt verscheijde couleuren, als eenige witachtich ende doorschijnende andere uijt groene seer glinsterende schibbetgensGa naar voetnoot83, andere weder int midden groen, en voor en achter witGa naar voetnoot84, andere uijt asgraeuw; ende de bewegingh van meest dese diertgens, was soo snel int water, ende met soo veel verscheijde bewegingen, soo om hoogh, als na om laegh, ende inde ronte, dat het verwonderens waerdich was om sien, en ick oordele dat eenige van dese diertgens, meer als duijsent mael kleijnder waren, als de kleijnste diertgens, dat ick tot noch toe, op de korst vande kaes int tarwen meel, in Schimmel, ende etc. heb gesien.
Mijn Heer ick soude mijne observatien, soo ontrent verscheijde gallen, als anders hier wel bij voegen, maer ick ben becommertGa naar voetnoot85, | |||||||
streaks was about the thickness of a [man's hair]Ga naar voetnoot47 on his headGa naar voetnoot48: Other particles had but the beginning of the said streak; all consisting of small green globuls interspersed; among allGa naar margenoot+ which there crawled abundance of little animalsGa naar voetnoot49, some of which were roundish; those that were somewhat bigger than others, were of an Oval figure: On these latter I saw two leggs near the head, and two little finsGa naar voetnoot50 on the other end of their body: Others were somewhat larger than an Oval, and these were very slow in their motion, and few in numberGa naar voetnoot51. These animalcula had divers colours, some being whitish, others pellucid; others had green and very shining little scales: others again were green in the middle, and before and behind whiteGa naar voetnoot52, others grayish. And the motion of most of them in the water was so swift, and so various, upwards, downwards, and round about, that I confess I could not but wonder at it. I judge, that some of these little creatures were above a thousand times smaller than the smallest ones, which I have hitherto seen in [the rind of] chees, wheaten flower, mould, and the like. [Sir, I would add to this my observations on various galls and other things, but I am afraid a too lengthy letter might displease | |||||||
dat de groote van mijn missive onsmakelijckGa naar voetnoot86, voor uEdt ende de Heeren curiuse Lieffhebbers soude sijn, ick heb voorgenomen, eenige weijnige dagen daer mede te supersederenGa naar voetnoot87, ende alsdan U.Ed mijne observatien, ontrent de gal toe te voegen, gelieft ondertusschen dese mijne vrijmoedige communicatien, voor aengenaem te houdenGa naar voetnoot88, ende naer de gewoonlijcke bescheijdenheijtGa naar voetnoot89, van UEd ten besten te duijden, altijt daer ontrent indachtich sijnde, dat ick tot mijn leetwesen, de gelegentheijt, off liever in mijn onbedachteGa naar voetnoot90 jeucht, de lust niet en hebbe gehadt, omme mij inde studien te oeffenenGa naar voetnoot91, waer mede desen besluijtende blijve na mijne schuldigeGa naar voetnoot92 dienst presentatie, ende genege groetenisse, soo aen UEd als mede d'Heere Boile, mitsgaders de verdere Heeren Curiuse LieffhebberenGa naar voetnoot93.
Mijn Heer.
U:Edts ten Hooghsten Verobligeerden Dienaer antonj Leeuwenhoeck A: Monsieur
Monsieur Grubendol
a. Londres. | |||||||
you and the Curious. So I intend to wait a few days, after which I hope to send you my observations about the gall. Meanwhile excuse my boldness in sending you these observations and please to remember that in my inconsiderate youth I did not feel inclined or eager to apply myself to studies. Begging you to give my compliments to Mr. Boile and the other CuriousGa naar voetnoot53, I am
Your obedient Servant
Antonj Leeuwenhoeck.
A: Monsieur
Monsieur Grubendol
a. Londres.] |
|