Alle de brieven. Deel 1: 1673-1676
(1939)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendAntoni van Leeuwenhoek.
Naar een olieverfschilderij van Johannes Verkolje van 1686. After an oil-painting by Johannes Verkolje, dated 1686. (Rijksmuseum, Amsterdam.) | |
Algemeene inleiding.
| |
Alle de brieven van Antoni van Leeuwenhoek.Algemeene Inleiding.De naam van Antoni (van) Leeuwenhoe(c)kGa naar voetnoot1 is bekend bij alle beoefenaren der biologische wetenschappen. Botanici, zoölogen, chemici, cristallographen, bacteriologen, histologen, physiologen, geneeskundigen van alle richtingen en elken landaard, allen kennen op hun eigen gebied althans één ontdekking of belangrijke observatie van den grooten Delftenaar. Maar zijn beteekenis op andere gebieden is den meesten onbekend. De reden hiervan is eenvoudig: wat men over Leeuwenhoeck zelf weet is gewoonlijk vaag en wat men van zijn werk kent is slechts uit de tweede handGa naar voetnoot2. Wel een uitzondering vormt de wetenschappelijke man uit onzen tijd die ooit een geschrift van Leeuwenhoeck zelf ter hand genomen heeft. Dit is zeer te betreuren, want wie het wèl gedaan heeft, dien heeft de lezing ruimschoots beloond. Met scherpen blik zoowel in letterlijken als in overdrachtelijken zin gewapend, met kinderlijke en tegelijk geniale onbevangenheid en met bewonderenswaardige objectiviteit heeft Leeuwenhoeck duizenden, zonder overdrijving, duizenden! vraagstukken van bouw en samenstel der levende schepselen, onder de lens zijner bewonderenswaardige microscoopjes genomen, ontleed en ten deele opgelost. Leeuwenhoeck lezen is een genot. Maar dit genot is niet voor velen bereikbaar. Zijn boeken, betrekkelijk zeldzaam, zijn in de Nederlandsche of Latijnsche taal. Een deel van zijn observaties is te vinden in Engelsche taal in de Philosophical Transactions van de Royal Society van Londen van het jaar 1673 af tot 1724. Een overzicht over het geheele werk van Leeuwenhoeck bestaat niet. Wie zich de vraag stelt: heeft Leeuwenhoeck eikebladeren, of | |
The collected letters of Antoni van Leeuwenhoek.General introduction.Antoni (van) Leeuwenhoe(c)k'sGa naar voetnoot1 name is well-known to all students of biological science. Botanists, zoologists, chemists, crystallographers, bacteriologists, histologists, physiologists, physicians of every race and school, they all know, each in his own branch, at least one discovery or one important observation of the great man of Delft. But the majority are unacquainted with his significance in other domains. The reason is simple: what they know about Leeuwenhoeck is usually vague and an acquaintance with his work is mostly acquired at second handGa naar voetnoot2. In our days a scientist who has taken one of Leeuwenhoeck's writings into his hands is an exception. This is much to be regretted, for any one who has done so has been amply rewarded. Without exaggeration, Leeuwenhoeck, with keen vision literally and figuratively, with childlike and ingenious soberness, has observed under his unsurpassed little microscopes thousands of problems concerning the structure and composition of living beings, examined and partly solved them. Reading Leeuwenhoeck is a delight, but a delight within the reach of a few only. His books, comparatively scarce, are in Latin or Dutch. Part of his observations can be found in English in the Philosophical Transactions of the Royal Society of London of the years 1673 to 1724. There is no survey of Leeuwenhoeck's work. If any one should ask: has Leeuwenhoeck examined oak-leaves, | |
raderdiertjes of kristallen in urine, of menschelijke spieren, of vliegenlarven...... onderzocht, kan dit niet te weten komen zonder alles wat Leeuwenhoeck heeft laten drukken, door te lezen. Een betrouwbaar volledig register op zijn werk bestaat niet. Een ander punt van groot belang is het volgende. Wie een stuk van Leeuwenhoeck leest kan zelfs op het gebied waar hij volkomen vertrouwd is, niet zonder meer zekerheid hebben omtrent hetgeen Leeuwenhoeck nu eigenlijk gezien en beschreven heeft. De interpretatie van Leeuwenhoeck's observaties is een wetenschap en een kunst op zich zelf.
* * *
Het eerste wetenschappelijke lichaam in Nederland: de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, en de belangrijkste vereeniging van wetenschappelijke geneeskundigen: het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, hebben in 1931, in de herdenking van het derde eeuwfeest van Leeuwenhoeck's geboorte in 1932, aanleiding gevonden te besluiten, een volledige critische uitgave voor te bereiden van alle Brieven van Leeuwenhoeck. Deze uitgave zou moeten voldoen aan alle eischen welke de geleerde wereld daaraan redelijkerwijze stellen kan en tevens een eeremonument vormen, opgericht door Nederlandsche geleerden aan de nagedachtenis van den grooten Nederlander Leeuwenhoeck. Daartoe werd door de Akademie een commissie benoemd als volgt samengesteldGa naar voetnoot1: Prof. Dr. G. van Rijnberk, Amsterdam, Voorzitter. Prof. Dr. E.C. van Leersum †, Leersum, Onder-Voorzitter. Dr. M.A. van Andel, Gorinchem } Leden. Prof. Dr. J. Boeke, Utrecht } Leden. Prof. Dr. G.C. Heringa, Amsterdam } Leden. Dr. F.M.G. de Feyfer, Geldermalsen } Leden. Prof. Dr. F.M. Jaeger, Groningen } Leden. Prof. Dr. H.F. Nierstrasz †, Utrecht } Leden. Dr. A. Schierbeek, 's-Gravenhage } Leden. Prof. Dr. J.C. Schoute, Groningen } Leden. Prof. Dr. A.J. Kluyver, Delft, Lid, tevens Secretaris. Mevr. Mr. M. van Eijsden-van Rijnberk, Amsterdam, Adjunct-Secretaresse. | |
or rotifera, or crystals in urine, or muscles of the human body, or larvae of the fly, he cannot find an answer unless he reads everything Leeuwenhoeck committed to type. Another important point is this: whoever reads a paper by Leeuwenhoeck, even when it deals with a subject in which he specializes, cannot have absolute certainty about what Leeuwenhoeck actually saw and described. An interpretation of Leeuwenhoeck's observations is a science and an art in itself.
* * *
The leading scientific institute of the Netherlands, the Royal Dutch Academy of Sciences, jointly with the most important society of scientific physicians, editor of ‘Het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde’Ga naar voetnoot1, resolved in 1931 to prepare a complete critical edition of Leeuwenhoeck's letters, in commemoration of the tercentenary of his birth in 1932. This edition would have to meet the expectations of the learned world and at the same time to be a monument erected by Dutch scientists in honour of the great Dutchman Leeuwenhoeck. To this purpose a committee was formed by the Academy, composed as followsGa naar voetnoot2: Prof. G. van Rijnberk, Amsterdam, President. Prof. E.C. van Leersum ob. 1938, Leersum, Vice-President. Dr. M.A. van Andel, Gorinchem } Members Prof. J. Boeke, Utrecht } Members Dr. F.M.G. de Feyfer, Geldermalsen } Members Prof. G.C. Heringa, Amsterdam } Members Prof. F.M. Jaeger, Groningen } Members Prof. H.F. Nierstrasz ob. 1937, Utrecht } Members Dr. A. Schierbeek, The Hague } Members Prof. J.C. Schoute, Groningen } Members Prof. A.J. Kluyver, Delft, Member and Honorary Secretary-Treasurer. Mrs. M. van Eijsden Ll.D., née van Rijnberk, assistant-secretary. | |
Het voorbereidingswerk der uitgave, eerst verdeeld over verschillende leden der groote commissie, is allengs geconcentreerd op een afzonderlijke commissie van redactie gevormd door: Prof. Dr. G. van Rijnberk, Voorzitter; Prof. Dr. G.C. Heringa; Dr. A. Schierbeek; Mevr. Mr. M. van Eijsden-van Rijnberk, Adjunct-Secretaresse; Mej. J.I.H. Mendels, Adjunct-Secretaresse. De organisatie der critische wetenschappelijke bewerking der brieven is hoofdzakelijk te danken aan Prof. Heringa, hoogleeraar in de histologie aan de Universiteit van Amsterdam. De centrale administratieve organisatie der geheele onderneming is gevestigd in den zetel der Vereeniging het Nederlandsch Tijdschrift voor GeneeskundeGa naar voetnoot1 en toevertrouwd aan Mevr. Mr. M. van Eijsdenvan Rijnberk. De financiering der voorbereidende werkzaamheden is geheel en al geschied door de Wis- en Natuurkundige Afdeeling der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen te Amsterdam en de Vereeniging het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde. Bovendien hebben verscheiden leden der groote Commissie, waaronder vooral Prof. Dr. E.C. van Leersum †, Dr. M.A. van Andel, Dr. F.M.G. de Feyfer, ieder een bijzondere taak in verband met het doel der commissie verricht.
* * *
Het eerste doel der uitgave is geweest: zooveel mogelijk de oorspronkelijke door Leeuwenhoeck zelf geschreven en verzonden brieven op te sporen en voor den text te gebruiken. Dit is boven verwachting goed geslaagd. Bijna alle door Leeuwenhoeck eigenhandig aan de Royal Society gerichte brieven worden nog daar of in het Britsch Museum te Londen bewaard. Voorts zijn tal van brieven, gericht aan Constantijn Huijgens, Leibnitz, Magliabechi, e.a. in archieven, bibliotheken en particuliere verzamelingen hier te lande en daarbuiten ontdekt en ten dienste der commissie gephotographeerd. De inhoud der uitgave zal dus zoo goed mogelijk Leeuwenhoeck's eigen uitdrukkingswijze weergeven. Bij een vergelijking van den oorspronkelijken Nederlandschen text der brieven, gericht aan de Royal Society, met de Engelsche vertalingen in de Philosophical Transactions is gebleken dat deze laatste op vele punten of niet volledig of niet geheel juist zijn. Deze volledige uitgave van Alle de Brieven van Leeuwenhoeck zal voor de eerste maal alle afdrukken der eigen brieven van Leeuwenhoeck bevatten, met tal van tot heden nooit in druk verschenen bijzonderheden. Dit geldt evenzeer voor de illustraties. Behalve de oorspronkelijke | |
The preliminary arrangements for this edition were at first divided between the members of the Committee, but gradually an editorial committee was formed, consisting of: Prof. G. van Rijnberk, President; Prof. G.C. Heringa; Dr. A. Schierbeek; Mrs. M. van Eijsden Ll.D., née van Rijnberk, Assistant-Secretary; Miss J.I.H. Mendels, Assistant-Secretary. The organization of the critical and scientific edition of the letters is mainly the work of Professor Heringa, Histologist in the University of Amsterdam. The central administrative organization of the entire enterprise is domiciled in the seat of the Medical Journal (Vereeniging Het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde)Ga naar voetnoot1 and entrusted to the cares of Mrs. M. van Eijsden Ll.D., née van Rijnberk. The preliminary work is entirely financed by the Mathematical and Physical Department of the Royal Dutch Academy of Sciences at Amsterdam and the Society ‘Het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde’. Moreover, various members of the greater Committee, especially the late Prof. van Leersum, Dr. M.A. van Andel and Dr. F.M.G. de Feyfer have done special work to further the project of the Committee.
* * *
The first aim of the edition was to trace as many letters as possible written and dispatched by Leeuwenhoeck himself, and to use these for publication. In this we have succeeded beyond expectation. Nearly all of the autograph letters sent by Leeuwenhoeck to the Royal Society are still kept there or in the British Museum in London. Moreover, many letters addressed to Constantine Huygens, Leibnitz, Magliabechi and others have been discovered in archives, libraries and private collections both in this country and abroad, and photographed for use of the Committee. The edition, consequently, will give Leeuwenhoeck's own language as closely as possible. A comparison of the original Dutch text of the letters addressed to the Royal Society with the English translations in the Philosophical Transactions has proved that in many cases these are not complete or not altogether correct. The present complete edition of Leeuwenhoeck's letters will be the first to bring a faithful reprint of his autograph letters, accompanied by a large number of details, unpublished till now. This also applies to the illustrations. Besides the autograph | |
brieven bezit de Royal Society in haar Archief nog vele der oorspronkelijke teekeningen (meestal in rood krijt) welke de brieven van Leeuwenhoeck verlucht hebben, en welke gediend hebben voor de illustraties in de Philosophical Transactions. De door Leeuwenhoeck ingezonden teekeningen werden te Londen nagegraveerd, en het is gebleken dat de graveur wel eens van de oorspronkelijke teekening is afgeweken. Deze volledige uitgave van Alle de brieven van Antoni Leeuwenhoeck zal door middel van photographische procédé's de oorspronkelijke teekeningen weergeven en dus figuren bevatten welke, getrouwer dan ooit het geval is geweest, zullen doen kennen wat Leeuwenhoeck werkelijk gezien heeftGa naar voetnoot1. Een tweede doel van deze uitgave is Leeuwenhoeck's werk en opvattingen voor den hedendaagschen lezer zoo begrijpelijk mogelijk te maken. De hierop gerichte taak betrof natuurlijk vóór alles de taal. Zelfs voor beschaafde, literair niet onvoorbereide lezers geven Leeuwenhoeck's taal en stijl op vele plaatsen moeilijkheden. Hij was geen ‘gestudeerd’ maar een ‘self made’ man, een autodidact in de volste beteekenis des woords. Hij schreef min of meer zooals hij sprak met opmerkelijke idiotismen. Zijn volzinnen in welke hij dikwijls zooveel mogelijk wil mededeelen, zijn met tal van tusschenzinnen, welker onderling verband hij soms zelf vergeet en verliest, volgestopt, zoodat ze syntactisch onontwarbaar zijn. De geest sleept hem vaak sneller mede dan zijn pen kan volgen en hij wordt onduidelijk. De text van zijn brieven is daarom met taalkundige aanteekeningen voorzien welke, met vermijding van elke zuiver vakkundige discussie, ten doel hebben, wat Leeuwenhoeck schrijft voor den hedendaagschen lezer begrijpelijk te maken. Toch zal ook de taalgeleerde wien het Nederlandsch van de 17de en het begin der 18de eeuw belang inboezemt, hier veel aantrekkelijks vinden. De uitgave zou echter slecht aan haar doel beantwoorden indien zij uitsluitend in de Nederlandsche taal verscheen. Zij is bedoeld als | |
letters, the Royal Society possesses quite a number of the original drawings, mostly in red chalk, illustrating Leeuwenhoeck's correspondence, and having been used for the figures in the Philosophical Transactions. The drawings sent by Leeuwenhoeck were engraved in London, but it is evident that the engraver now and then deviated from the originals. The present edition of all the letters will bring photographic reproductions of the original drawings, thus containing figures that will show more faithfully than before the things that Leeuwenhoeck actually sawGa naar voetnoot1. A second aim of this edition is to make Leeuwenhoeck's work and opinions as intelligible as possible to the modern reader. There was first of all the language. Even cultured readers, interested in literature, will meet with many difficulties in Leeuwenhoeck's language and style. He was not a university man, but a self-made man, self-taught in the fullest sense of the word. He wrote more or less as he spoke, using remarkable and peculiar expressions. He often tries to cram as much as possible into one sentence, uses numerous parenthetic clauses in which he loses his way, and finally forgets their interrelation, the result being a syntactic tangle. His thoughts outrun his pen, his language becoming obscure. For this reason explanatory notes have been added, avoiding philological questions but elucidating Leeuwenhoeck's language so as to make it intelligible to a modern reader. The philologist interested in 17th and early 18th century Dutch will find much to excite his attention. However, the edition would not answer its purpose if only the Dutch text were published, for its purpose is to stand as a monument | |
een eeremonument dat ook van verre de blikken moge trekken, en de aandacht waard zij. Daarom is tegenover den Nederlandschen text een Engelsche vertaling geplaatst. Dit is niet zonder bijgedachte geschied. Leeuwenhoeck zelf heeft het belangrijkste deel van zijn zendbrieven aan de Royal Society te Londen aangeboden, welke de primeur van vele zijner ontdekkingen in de Philosophical Transactions heeft afgedrukt. Zeker hebben ook Leeuwenhoeck's betrekkingen tot genoemd gezelschap hem tot zijn onderzoekingen in hooge mate opgewekt. Het kan dus beschouwd worden met Leeuwenhoeck's eigen wenschen te strooken, dat de volledige uitgave van zijn geheele wetenschappelijke Opus eveneens in de Engelsche taal verschijnt. Wanneer men goed kan lezen wat Leeuwenhoeck geschreven heeft, is men nog lang niet altijd in staat te beoordeelen wat hij nu eigenlijk gezien heeft, wat hij zelf daarbij gedacht heeft en wat wij ervan moeten denken. Om Leeuwenhoeck's werk en gedachtengang voor den hedendaagschen lezer begrijpelijk te maken is bij zijn text een zeer groot aantal aanteekeningen en moderne illustraties geplaatst. Deze laatste bestaan ten deele in photographieën van moderne microscopische praeparaten, ten deele - namelijk in die gevallen waar Leeuwenhoeck zelf geen teekening geeft - in photographieën van praeparaten en voorwerpen waardoor getracht is weer te geven wat Leeuwenhoeck moet hebben gezien. Door zooveel mogelijk zijn techniek te gebruiken en eventueel dezelfde artefacten te veroorzaken, werd gepoogd praeparaten te verkrijgen, welke een beeld geven zooals Leeuwenhoeck dat beschrijft. De reproducties dezer praeparaten stellen den lezer in staat Leeuwenhoeck's observaties beter te beoordeelen en te vergelijken met die beelden welke de hedendaagsche microscopen der door hem bestudeerde objecten geven, en ze in de thans gebruikelijke terminologie uit te drukken. Ook Leeuwenhoeck's denkbeelden, welke ons soms kinderlijk, soms volkomen onbegrijpelijk toeschijnen, eischen vertolking in de moderne uitdrukkingswijze. Zij worden voor ons duidelijk gemaakt doordat ze in verband worden gebracht met de ten tijde van Leeuwenhoeck algemeen aanvaarde wijsgeerige stelsels en natuurwetenschappelijke leerstellingen. Een andere vraag van belang welke de aandacht verdient, betreft de beteekenis van Leeuwenhoeck's persoon en werk wanneer men die vergelijkt met de algemeene en bijzondere kennis, met de ontdekkingen en wetenschappelijke bijdragen van zijn tijdgenooten. Slechts door een dergelijke vergelijking kan men een bij benadering juist begrip krijgen van de eigenlijke waarde, van de maat van oorspronkelijkheid van Leeuwenhoeck's vondsten en inzichten. Om aan al deze eischen te voldoen hebben tal van Nederlandsche | |
deserving the attention of admirers beyond our pale. Therefore an English translation is printed on the opposite page. There was additional reason for this. Leeuwenhoeck personally offered the most important part of his missives to the Royal Society in London, which institute printed the first-fruits of his discoveries in its Philosophical Transactions. Also, Leeuwenhoeck's connexions with the Royal Society have most certainly stimulated his research. We can therefore safely assume that it is entirely in the spirit of Leeuwenhoeck if his entire scientific production appears also in English. Even if one can read Leeuwenhoeck understandingly one is by no means able in all cases to decide what he actually did see, what he thought of it, what the reader must think of it. In order to elucidate Leeuwenhoeck's writings and line of thought a great number of notes and modern illustrations have been added to the text. The figures are partly photographs of modern microscopic preparations, partly, in cases where we do not possess an original drawing sent by Leeuwenhoeck, of photographs of preparations and objects representing what Leeuwenhoeck must have seen. By using as much as possible his own methods and by eventually producing the same artefacts, we have tried to obtain preparations materializing what Leeuwenhoeck saw and described. Reproductions of these preparations enable the reader to form a clearer opinion of Leeuwenhoeck's observations. He can also compare with them the objects which he studied as seen by the modern microscopist. Moreover, modern terminology has been supplied throughout. Leeuwenhoeck's opinions, which sometimes appear to us childish, sometimes incomprehensible, also require to be recast in modern language. By explaining them in connexion with the philosophic systems and physical doctrines universally accepted in his day, they become intelligible. Another important question claims our attention: the importance of the person and the achievement of Leeuwenhoeck as compared with his contemporaries and their encyclopaedic or special knowledge, their discoveries and scientific dissertations. Only by such a comparison can we approximately come to understand the real value and the degree of originality of Leeuwenhoeck's discoveries and views. In order to meet these requirements a great number of Dutch scientists have added critical notes elucidating | |
geleerden critische aanteekeningen van natuurwetenschappelijken, geschiedkundigen en cultuurhistorischen aard op den text gemaakt. deze aanteekeningen brengen den lezer Leeuwenhoeck en zijn werk nader, doen zijn persoon en die van vele zijner bewonderaars en wedersprekers voor ons leven in het kader van hun tijd en omgeving. Voorts zal elk deel aan het eind talrijke registers bevatten. En wel een lijst der illustraties, een register op alle de belangrijkste door Leeuwenhoeck onderzochte objecten en behandelde onderwerpen; een lijst van alle door Leeuwenhoeck en vele niet door hem genoemde doch in de noten vermelde personen met korte gegevens aangaande hun leven en werken; ten slotte een lijst van boeken en geschriften welke door Leeuwenhoeck zelf vermeld zijn of waarnaar de hedendaagsche commentatoren verwijzen. Elk boek zal bovendien een of meer portretten bevatten van Leeuwenhoeck zelf of van personen tot wie hij in bijzondere betrekking gestaan heeft, en voorts de reproductie van een bladzij van een zijner brieven in eigen handschrift. Ten slotte zal het eind van de geheele uitgave een deel vormen uitsluitend gewijd aan Leeuwenhoeck en zijn werk. Daarin zal worden opgenomen een volledige levensbeschrijving van Leeuwenhoeck waarbij gebruik zal worden gemaakt van de nieuwste gegevens en biographische vondsten. Voorts zal daarin een reeks Nederlandsche geleerden de verdienste van Leeuwenhoeck's onderzoekingen op elk der gebieden waar hij gewerkt heeft, in een reeks overzichten objectief kenschetsen. Zoo moge deze uitgave vormen: voor Leeuwenhoeck een monument ter eeuwige nagedachtenis aan zijn bescheiden persoon en onvergetelijke verdienste; voor de hedendaagsche geleerden een werk eenig in zijn soort, waarin alles te vinden is wat de moderne critiek en hedendaagsche wetenschap uit zijn werk kan leeren.
G. van Rijnberk. | |
scientific, historical or cultural difficulties. They will bring the reader into closer contact with Leeuwenhoeck and his work, bring the man himself, many of his admirers and of his contradictors before us to the life, in the frame of their day and society. Each volume is to contain several indexes, namely a list of illustrations; an index of the most important objects investigated and discussed by Leeuwenhoeck; a list of all the persons mentioned by Leeuwenhoeck and many referred to by the annotators, giving concise details about their lives and activities, and finally a bibliography of the books and writings mentioned by Leeuwenhoeck or referred to by his annotators. Also, each volume is to contain a number of portraits of Leeuwenhoeck or the persons with whom he maintained relations, and furthermore a reproduction of a page of one of the letters in Leeuwenhoeck's own handwriting. The whole edition will be concluded by a volume dedicated exclusively to Leeuwenhoeck and his scientific work. It is to contain a complete life of Leeuwenhoeck, based on the most recent data and biographical discoveries. Moreover, a number of Dutch scientists will sketch the merit of Leeuwenhoeck's investigations in as many objective summaries. May, then, this edition be a perennial monument to Leeuwenhoeck, commemorating his modest character and his incomparable merits. To the modern scientist it will mean a unique compilation, bringing everything that modern criticism and contemporary science can learn from Leeuwenhoeck's achievement.
G. van Rijnberk. |
|