vallen zijn moderne photo's van hetzelfde object naast teekeningen van Leeuwenhoeck geplaatst om een volledigen indruk en oordeel mogelijk te maken over wat Leeuwenhoeck gezien heeft. De moderne photo's zijn vervaardigd door den Heer C.J. van de Stad, de teekeningen door Mej. P.L. Alsberg, beiden beambten aan het Histologisch Laboratorium der Universiteit van Amsterdam.
In den Hollandschen text zijn de spelling en de interpunctie van Leeuwenhoeck zonder critiek overgenomen, alleen is het verschil tusschen y en ij verwaarloosd. Woorden die bij Leeuwenhoeck onleesbaar waren en door gissen aangevuld werden, zijn in vierkante haken geplaatst []. Schrijffouten van Leeuwenhoeck werden aangeduid door een uitroepteeken intra parentheses (!). De meeste afkortingen van Leeuwenhoeck zijn verklaard. Enkele, zooals zijn aanduidingen van enkele maandnamen 7ber, Xber=September, December) niet. In de aanteekeningen in de voetnoten is slechts één afkorting gebruikt, namelijk L. voor Leeuwenhoeck. De namen van de samenstellers der noten zijn met de beginletters daarvan aangeduid.
Onmisbaar voor het begrijpen van Leeuwenhoeck's beschrijvingen is een herleiding van zijn maten in het moderne maatstelsel. Dr. A. Schierbeek heeft een volledig en beredeneerd lijstje hiervan opgesteld.
Voorts zijn tal van registers aan dit deel toegevoegd: Prof. E.C. van Leersum, Dr. M.A. van Andel, Dr. F.M.G. de Feyfer en anderen hebben een lijst van namen opgesteld van alle personen door Leeuwenhoeck zelf of in de aanteekeningen genoemd en de meeste van korte, biographische notities voorzien.
De adjunct-secretaressen, Mej. J.I.H. Mendels en Mevr. M. van Eijsden-van Rijnberk hebben een naam- en een zaakregister, een naamregister van alle medewerkers, en een lijst van alle in dit deel genoemde boekwerken opgesteld. Zoowel in het naam- en zaak-, als in het boekenregister zijn de personen en zaken welke niet door Leeuwenhoeck zelf zijn genoemd, maar wel in de aanteekeningen voorkomen, met een asteriscus aangegeven.
De organisatie van de wetenschappelijke bewerking is in hoofdzaak te danken geweest aan Prof. dr. G.C. Heringa, hoogleeraar in de histologie aan de Universiteit van Amsterdam, die alle punten der brieven welke een verklaring of toelichting behoefden, zelf van aanteekeningen en illustraties heeft voorzien of geleerden van naam heeft uitgenoodigd een critisch commentaar te leveren.
De administratieve organisatie is gecentraliseerd geweest in den zetel der Vereeniging het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde en toevertrouwd aan Mevr. Mr. M. van Eijsden-van Rijnberk.
G. van Rijnberk.