Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdSatire,door m. vaak toegepast. Zo vinden we bijv. in Over vryen arbeid (vw ii, p. 246-260) op satirische wijze redevoeringen beschreven die men in de Tweede Kamer zou kunnen houden: ‘Hoe, myne heren, hoe... zouden we weigeren den minister te steunen - voor wien ik persoonlyk de meeste achting heb, doch met wien ik niet in de minste relatie sta, want by my op 't dorp trouwen wy altyd onder elkaar - zouden we hem onze hulp ontzeggen, nu hy ons de vrucht voorlegt van zyn nachtwaken? Mogen wy - wy die 't Nederlandse volk vertegenwoordigen - mogen wy het enige redmiddel van de hand wyzen, dat | |
[pagina 411]
| |
den beklemden Staat zal verlossen uit de geweldig-in-nypende, dooréén-beroerende, van-uit-elkander-gescheurde, tegen-opgeslingerde... (niet hoorbaar).’ (vw ii, p. 246-247) In Idee 753 geeft hij een satire op De Laatste veldtocht van Napoleon Buonaparte van *J. Scheltema (Idee 753, vw iv, p. 471-478). Hetzelfde onderwerp, de ophemeling van prins Willem van Oranje bij Quatre Bras en Waterloo in 1815, wordt door m. ook aan de orde gesteld in De Zegen Gods door Waterloo (vw iii, p. 553-559). In een noot bij de Japanse Gesprekken dringt hij er bij zijn lezers op aan dat ze zich oefenen in het goed lezen en: ‘We mogen, geloof ik, voor 'n satire minstens de aandacht vorderen, die men vroeger gewoon was aan 'n preek te besteden. Het is volstrekt m'n bedoeling niet, stukjes als 't hier behandelde uit te geven voor zo diep van zin, dat de lezing daarvan byzondere inspanning vereisen zou, maar wel mag ik voor 'n publiek als 't onze de opmerking maken, dat 'n satire behoort te worden opgevat... als 'n satire. (...) Wat is de reden dat men in Holland geen geest - of geestigheid dan, als men wil - begrypt? Is 't 'n fatsoenszaak? In dit geval verklaar ik me gaarne inkompetent. Laat ons op letterkundig terrein blyven, waar: ‘tous les genres sont bons, hors le genre ennuyeux [Fr. alle stijlen zijn goed, op de vervelende srijl na]’ (vw iii, p. 31-32) In Vorstenschool zijn de schildering van het personage Landsheil (en ook in zijn naam) en van de speech van Spirido over de troonrede satirisch; in de *Woutergeschiedenis de beschrijving van de personages *Droogstoppel, *Slijmering, *Ouwetyd & Kopperlith *Pennewip, *Juffrouw Laps, *Juffrouw Pieterse en *Hallemannetjes. |
|