Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdInsulinde,1. Naam door m. gegeven aan Nederlands-Indië. In het *pak van Sjaalman bevindt zich het opstel ‘Over een konstitutie voor het Ryk Insulinde’, waarbij Droogstoppel aantekent dat hij nog nooit van dit rijk gehoord heeft (vw i, p. 41). In 1862 maakte hij plannen voor een ‘konstitutie voor het Ryk Insulinde’, waarbij zijn vereersters (*Sietske Abrahamsz, *Marie Anderson, *Charlotte de Graaff, *Laura Ernst, *Mimi Hamminck Schepel en *Mathilde Lespirt) allen een taak zouden krijgen, m. wilde ‘voor millioenen schatkistbilletten’ gaan uitgeven om de wantoestanden op Insulinde aan te pakken (zie zijn brief aan Tine van wsch. 10 augusus 1862, vw x, p. 493). Het ‘legioen der kinderen van Insulinde’, zoals hij zijn vereersters noemt, moet hem ‘helpen in den strijd tegen al wat laag en slecht is’ (brief aan Tine, 10 september 1862, vw x, p. 689-90). Op 26 juli 1863 schrijft m. Mimi over dit ‘legioen’: ‘Wat was (...) het wapen waarmeê ik de magt wilde veroveren die ik noodig had? 't Was de innige overtuiging in 't gemoed van anderen. En daarom zei ik herhaaldelyk, na Everdine eerst genoemd te hebben, er zyn er meer. Veel zyn er niet, dat's natuurlyk, maar toch er zyn er die gelooven dat ik een roeping heb, dat ik in staat ben die te vervullen, dat zy zich daarby moeten aansluiten, dat zy daaraan al hun kracht besteden moeten.’ (vw xi, p. 172-173) Sietske Abrahamsz beschrijft in haar ‘Multatuli-herinneringen’ diens plannen voor een machtsovername in Nederlands-Indië, waarbij m. ‘Keizer van Insulinde’ en zij ‘Hertogin van Sumatra’ zou worden. Mimi belooft hij een ereplaats in dit nieuwe rijk. Hij schrijft haar op 30-31 juli 1863: ‘Insulinde, dat is, ja, vooreerst die verzameling van prachtige landen “die den evenaar omslingeren met 'n guirland van smaragd” maar later, later, zal 't den naam wezen van 't groote wereldryk dat ik stichten wil, en waarin ik u wil zien op de eereplaats.-’ (vw xi, p. 195) | |
[pagina 223]
| |
Het plan de macht in Nederlands-Indië over te nemen heeft m. lang beziggehouden. In 1874 beschrijft hij nogmaals zijn ‘zeer radicale plannen’ in een brief aan Auguste H.E. Douwes Dekker, een zoon van Jan: ‘Zoolang ik leef, geef ik niet op wat ik doen wil zooals ik in den Havelaar gedreigd heb, of althans loyaal gewaarschuwd. Na dien heeft Holland 't er waarachtig niet naar gemaakt om my te doen veranderen van opinie. Zoodra ik kan, doe ik wat ik gezegd heb. Myn incidenteel getob verandert niets aan de zaak.’ (vw xvi, p. 593) m.'s vele pogingen om aan ‘millioenen’ te komen om zijn plannen te kunnen uitvoeren, mislukten (*fortuin maken). De strijd voor een beter Nederlands-Indië werd alleen op papier gevoerd. 2. Titel van de Nederlandse vertaling van The Malay Archipelago van A.R. Wallace (1869), door *P.J. Veth in 1872 gepubliceerd. |
|