Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdFortuin maken,Op 29 oktober 1845 schrijft dd. aan Tine: ‘Geene betrekking zou mij beter passen dan die van schrijver dat heet, als ik mij eerst een jaar of tien oefende en mij er geheel op toelegde. Als ik fortuin had, genoeg om middelmatig te leven, geloof ik waarlijk, dat ik alle andere bezigheden, die mij toch nimmer aanstaan, aan een zij zette.’ (vw viii, p. 519) In de volgende jaren deed m. vele pogingen dat fortuin bijeen te garen (*Tandem). Tine's aanspraken op een deel van de Fischer-miljoenen (*erfeniswestie) bleken ijdele hoop. Vele pogingen aan de *speelbank rijk te worden faalden eveneens. Eenmaal schrijver had m. om andere redenen geld nodig. In 1865 trachte hij door de verkoop van portretten (*portretten, verkoop van) geld bijeen te krijgen om een dagblad op te richten, wat niet lukte. In de Millioenen-studiën vraagt hij Meester Adolf om raad: ‘Ik wil geld Meester, en veel, veel, veel. Ik wil meer goud dan gy yzer kunt maken in honderd weken, al werkten al uw gnomen en kobolden mee. Ik moet me een plaats kopen in de volksvertegenwoordiging... m. hoopte dit geld door het plan voor *advertenties op spoorkaartjes bijeen te krijgen (in de Millioenen-studiën, vw v, p. 302-304). In Idee 1078, de parabel van Lacrymax, verdedigt hij zich tegen het publiek: ‘dat my als fout aanrekent - domheid of onbeschaamdheid? - dat ik verzuimd heb fortuin te maken voor ik te velde trok tegen schelmery. (...) Met al de virtuositeit in 't gemene, die m'nheer Publiek kenmerkt, zou 't hem moeilyk vallen treffender blyk van laaghartigheid te geven, dan door deze aanmerking op Havelaars domheid.’ (vw vi, p. 735-738) |
|