Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdAtheïst,gevormd met de alpha privans, de a die ‘zonder’ betekent. ‘Er is iets kwaadaardigs in de alpha privans van 't woord atheïst.’, schrijft m. in Idee 98 (vw ii, p. 331). In een noot uit 1872 komt hij hierop terug: ‘Volwassenen storen zich niet aan zulke domheden’ (vw ii, p. 676). Geloven en niet geloven is één van de thema's die steeds terugkeren in m.'s oeuvre. Bijv. in Idee 919: ‘De atheïst die aan eiken “Heer” (...) den dienst opzei, heeft hoger plichten te vervullen, en moet zyn genot zoeken in zware verantwoordelykheid.’ (vw iv, p. 659) Dat m. zichzelf als atheïst beschouwde, blijkt onder meer ook uit de volgende regels in hetzelfde Idee: ‘Ik verzeker u dat we talryker zyn dan ge meent... al blyft het me leed doen dat gy gewacht hebt op deze verzekering, voor ge besloot getuigenis af te leggen van uw vererend ongeloof. (...) Komaan, niet gehuicheld! niet geschipperd! twee maal twee is vier, en een persoonlyke God is 'n ongerymdheid!’ (vw iv, p. 660) Het gedrag van de athëistische leden van de *Com- | |
[pagina 30]
| |
mune van Parijs keurt hij echter af: zij hebben zich gedragen als christenen (vw iv, p. 656). m. bezwaren tegen *geloof, ‘god-dienery’ en *moderne theologie stonden echter niet zijn sympathie voor sommige ‘oprecht gelovigen’ in de weg, zoals blijkt uit zijn beschrijving van de monnik Anselmo in de *zeeziektegeschiedenis, zijn reacties op rabbijn *Tal, straatprediker *Esser e.a. Bezoek van de ongemanierde atheïst Pop van Asperen werd door hem niet op prijs gesteld (cf. brief van m. aan V. Bruinsma d.d. 17 februari 1875, vw xvii, p. 365-366; *Samojedië). *H.J. Betz |
|