Getrouwe Liefdens Offer.
I.
SPoeyd vluchtig vlugge voetjes,
Ach! al te traeg en zoetjes,
Door trouw, die vrouw, wiens hert mijn smert niet gevoeld, te geven;
Zy, die mijn Ziel, voor wien ik kniel, zy, die mijn Ziel doet leven,
Heeft, eylaes! mijn dood beschreven.
II.
Stookt, Venus, uw Altaren,
Mijn Ziel ten Hemel varen,
't Lievend herte branden;
Godin, die 'k min, toond recht, uw knecht, die uyt liefd, wil sterven,
Om dat de min, ach! Aerdsch Godin, om dat de min moet derven
't Geen de min zocht te verwerven.
III.
Van u, mijn Lief, te scheyden;
Vaer wel, ik zel dit hert, vol smert, gaen ten Offer dragen,
De Liefd Godin; ik zal uytmin, ik zal uyt min, door 't klagen,
Eynden doen mijns levens dagen.
|
|