Pampiere wereld(1681)–Jan Harmensz. Krul– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 375] [p. 375] Celadons Minne-klagten, Op de volherdinge van Astreas strafheyd, die hem, ontvluchtende, in handen laet een bagge, en snoersel. Stem: Ballet de Bronkhorst. BAg en banden, Getuygen dat Astrea is gevlucht, Uyt mijn handen, Zoo dat mijn ziel in wendig klaegt en zucht; Zijt getuyg wanneer de min my dood, En doet verwerven Een willig sterven, Mits ik moet derven Mijn liefds genegentheyd, Die my, die my Astré had toegezeyd. II. 'k Zal u binden, Aen mijn verliefden arrem, daer gy zult Mijn Beminde Getuygen, dat ik sterve zonder schuld; Zoo wanneer mijn wreede my hier vind Berooft van 't leven, Ter dood gedreven, Om blijk te geven, Van mijn volmaekte trouw, Die 'k met, die 'k met mijn dood getuygen wouw, III. O gy teken! Van mijn volmaekte liefde, en gevry; Hoor mijn spreken, Ey schey doch, na mijn dood, u niet van my; Op dat ik ten minsten tot een pand, Van rechte trouwe, V mach behouwen, O wreedst der Vrouwen! Tot tuyge gy my rooft De min, de min die gy my had belooft. Vorige Volgende