vertaling voor ieder voor wie elk
nieuw werk van Verwey de betekenis van een teken heeft, en ik zag in de nacht,
waarin wij allen tasten, een zoeklicht over Europa zwenken en zijn richting van
Weimar naar Ravenna verleggen.
Dat ik al deze beschouwingen over de persoonlijkheid van Verwey maak naar
aanleiding van een vertaling, heeft misschien zijn oorzaak hierin, dat aan deze
vertaling een inleiding vooraf gaat waarin wij, als naar mijn weten nergens
duidelijker in de tien delen ‘Proza’, Verweys
persoonlijkheid werkzaam bezig zien zich een toegang te hameren in dat
‘ontzaglijk wereld-, staats- en kerkgebouw’, zoals Stefan
George de Divina commedia genoemd heeft.
[...] Zonder er hier nader bij stil te staan, of zulks veel of weinig zegt,
zonder vergelijkingen te gaan opstellen tussen enige vorige vertalingen, moet
men wel aannemen, dat Verweys vertaling de beste Nederlandse
‘Goddelijke komedie’ is, althans nog de minst
onbevredigende. Men moet zulk een zware, gepredestineerd ondankbare arbeid met
de grootste welwillendheid tegemoet treden, men moet zich door alle mogelijke
taalbochten en stijlkronkels niet laten ergeren, men moet zeker de vertalers
vrijheid ruimer stellen dan de zogenaamde dichterlijke vrijheid, - al deze
verplichtingen worden in grote mate de lezer opgelegd, - dan bereikt men, langs
hoeveel omwegen dan ook, het doel, dat de vertaler zich stelde: een benadering
van Dante.
Deze benadering trachtte de grote Duitse dichter Stefan George te geven door
enige zeer scherp gekozen en zeer sterk beeldende fragmenten in
onvergelijkelijke Duitse terzinen te herdichten. Maar hij bracht nog niet het
twintigste van de gehele stof. Verwey heeft het geheel aangedurfd, en al
evenaart hij nergens, zelfs plaatselijk, zelfs op een enkele langere plaats, de
machtige dictie van Georges verzen, voor mijn besef wordt dit vergoed door het
feit, dat hij, met al de vrijheden en forceringen, die men bij zulk een arbeid
wel moet toestaan, in ieder geval een complete en in zijn geheel leesbare Dante
heeft afgeleverd. En wanneer ik thans enige opmerkingen over de vertaling ga te
berde brengen, onthoude men, dat ik daarachter van de diepste waardering bezield
blijf.
I. Mijn eerste opmerking betreft het ontbreken van aantekeningen. Hoe is het
mogelijk dat Verwey niet voelde, dat die in een vertaling,