toets, om dat de mensch dat element niet in zijn macht heeft,
maar zijn onbewuste helft er zich in toont.
Wat bij de keuring van een gemoed het geestelijk element in den toon der stem is,
dát is, in de hoogere literaire kritiek, het klank-gehalte van den
volzin voor de bepaling der kunstwaarde van een werk.
***
De vergissing van den Heer van Hamel zal ik duidelijk maken door een voorbeeld
uit het opstel zelf en het gewicht er van aantoonen in het schromelijke gevolg,
dat zij heeft gehad.
Voor den Franschen volzin: ‘Cependant au déclin de cette
journée, dans Benarès, une rumeur de gloire et de
fête étonnait le silence accoutumé des
tombées du soir’ - leest men in de vertaling:
‘In-tusschen verwonderde der[...] gewone stilte
van den avond-val, bij den ondergang van dezen dag, een roem en feestrumoer in
Benares’.
In de plaats daarvan stelt de Heer van Hamel deze versie voor:
‘Maar, bij het vallen van dézen avond, klonk, in Benares
een vaag gedruisch van glorie en feestvreugde, dat de anders zoo gewone stilte
van het avonduur bevreemden moest’.
Nu zal ik, ten eerste, de volmaaktheid van mijn volzin niet bepleiten; ten
tweede, niet in gedachtenwisseling komen over de gelijkwaardigheid van het
enkel-woord ‘rumoer’ en ‘rumeur’. Ik
ben het zelfs met den geachten opponens eens, dat op zich zelf
beschouwd de woorden ‘gegons’ of
‘gedruisch’ beter met ‘rumeur’ over
een komen dan het, veel sterkere, ‘rumoer’; maar toFch was
hier, in verband met den geheelen toon dezer passage en in verbinding met het in
den Hollandschen text onmiddellijk voorafgaande woord
‘roem’, naar het mij voorkomt, het woord
‘rumoer’ goed geplaatst.
Doch, dit is hier bíjzaak, de hóofdzaak is: de twee
vertalingen van den Franschen volzin in hun geheel met den
oorspronkelijken text en met elkander te vergelijken.
En ten opzichte van den lezer, die dan niet inziet dat in den, naar lagere
stijlbegrippen in der daad beter gestelden, volzin door de Heer van Hamel
gegeven, dit text-deel zijn meê-doende werking in den rhythme-gang
van het verhaal zoowel als zijn karakter van taal-beeldhouwwerk en
taal-muziekwerk geheel verloren heeft, om te verkrijgen een toonlooze