Van Deyssel heeft het gedaan, omdat hij dweept met het Nederlandsch. De heer
Heijmans heeft het beproefd, omdat zijn studie hem heeft leeren dwepen met het
Fransch.
Dat de kunst van den eerste hooger zou blijken te staan dan die van den tweede, -
wie zal er zich over verwonderen? Allerminst de jeugdige vertaler [Heijmans],
wiens bescheiden optreden, evenzeer als de omstandigheden waaronder hij zijne
vertaling ondernam, alle denkbeeld van een wedloop uitsluit.
En toch....
Is ook niet de grootste kunstenaar onderworpen aan zekere eischen van
correktheid, die, bij den schilder, zegt men, de juistheid der teekening is, bij
den musicus en den zanger, de zuiverheid van aanslag en toonvorming, en die bij
den vertaler eenvoudig hierin bestaat, dat hij in de beteekenis der woorden zich
niet vergissen mag? [...]
Toen Van Deyssel[...] ‘les fauves tapis d'Irmensul
et les lointaines manufactures d'Ypsamboul’ vertaalde met
‘de wild-kleurige tapijten van Irmensul en de uitheemsche stoffen van
Ipsamboel’, toen heeft hij er waarschijnlijk niet aan gedacht dat
‘fauve’ eenvoudig een lichtbruine kleur aangeeft en met
‘wild’ alleen in zooverre iets te maken heeft als sommige
dieren, naar hun kleur, in tegenstelling met ander wild, dat zwart is, in het
Fransch ‘fauves’ genoemd worden; en toen heeft hij, door
den Hollandschen ‘manufactuurwinkel’ misleid, bepaald
vergeten dat ‘lointaines manufactures’ ver-afgelegen
weverijen, en geen ‘uitheemsche stoffen’ zijn. [...]
Men behoeft dan ook bij een gewoon vertaler, bij een die enkel de geschiedenis
van Akëdysseril en hare slachtoffers in het Hollandsch wil
na-vertellen, op dergelijke kleinigheden niet te letten.[...] Maar bij een artiest, die het kunstwerk wil naboetseeren, mag een
dergelijk misgrijpen der fijne toetsen allerminst doorgaan voor een
‘quantité négligeable’. De waarde
van zijn werk ligt voor een goed deel in de nuanceering, en het geheim dier
nuanceering ligt vaak in een enkel woord. [...]
Had van Deyssel ditmaal de beelden en klanken van den Franschen tekst slechts te
volgen en zich daarbij door zijn gevoel voor taalmuziek te laten leiden, - op
tal van andere plaatsen heeft zijn al te sterk geloof aan de verwantschap, aan
het gelijkluidende zelfs, der beide talen hem een verhollandscht Fransch doen
schrijven waarvan men gerust mag zeggen dat het volstrekt geen Hollandsch,
hoogstens leelijk Hollandsch is. [...]