Als dus de inhoud, waaronder verstaan wordt; de gedachten, de sentimenten,
waarmede die gedachten worden geuit en de beelden, die de sentimenten
verzinnelijken, als dus die inhoud, zoo meent men, gegeven is, heeft slechts een
man van smaak, maar die uit zichzelf nooit tot dien inhoud zou gekomen zijn, met
liefde en zorg zijne eigene woorden voor die der vreemde taal te kiezen, om een
zo niet volkomen, dan toch voldoend beeld van het oorspronkelijke werk te
leveren.
Indien deze redenering opging, zou diezelfde man evenwel ook bevoegd zijn, een
gedicht, door een der meesters zijner vaderlandsche letteren gewrocht, om te
zetten in andere bewoordingen, mits hij slechts den
‘inhoud’ van het origineel behield. En het product, dat
hij dusdoende voortbracht, zou wel niet zoo schoon als het model, maar toch
evenzeer een gedicht wezen.
Neen, zal men ons antwoorden, want de dichter heeft, in zijne
taal, de best mogelijke uitdrukking gegeven, aan wat hij te zeggen had, en bij
ieder woord, dat men door een ander vervangt, neemt men ook een der schoonheden
van het werk weg, wie dus, zooals gij wildet, alle woorden wijzigde, zou slechts
een waardelooze copie overhouden, 't Is of men een leerling der schilderakademie
een doek van Rafaël nabootsen liet.
Juist, want al moge zijne figuren op de nagebootste gelijken, de algemeene
verhoudingen en de lichtverdeeling dezelfde zijn, een Italiaansche Madonna is
het niet. Op honderden plaatsen is de hand te rechter of ter linker uitgeweken,
heeft te zwaar of te licht gedrukt, en de juiste kleurnuances waren niet te
treffen. Zoo is er hoogstens een knap stuk kunstnijverheid, maar nimmer een
kunstwerk voor den dag gekomen.
Bij een schilderij toch als bij een gedicht ligt de grootheid niet ten eerste in
het onderwerp, maar in de opvatting, als in de wijze, waarop die opvatting is
verwezenlijkt.
Niet de algemeene voorstelling, nog de alles beheerschende gedachte maken beiden
tot meesterstukken, maar de kleuren en de lijnen, de sentimenten en de beelden,
waardoor die gedachte en die voorstelling worden belichaamd, d.w.z. den hun
passenden vorm verkrijgen, zonder welke de eene zowel als de
andere slechts ijle schimmen zijn; terwijl wederom die vorm en
daarmede het kunstwerk zelve dan eerst gezegd kan worden te bestaan, als hij
volkomen zuiver door woord of penseel is uitgedrukt.
Iedere schepping bestaat uit een talloos tal kleinere scheppingen, wier eenheid
in de ziel des scheppers gevonden wordt. Eén schrede dus ter zij-