Mijne zondagen in het Vereenigde Koninkrijk
(1859)–Johannes Kneppelhout– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |
Swansea, 9 Julij 1857.Er is zooveel op weg te zien, dat ik geen enkelen dag tot onafgebroken schrijven en verzamelen van herinneringen kan afzonderen. Aan ergens te blijven hangen is geen denken; de tijd drijft u voort en het zwellen der grove rekeningen draagt er het zijne toe bij. Op dit oogenblik schrijf ik u au débotté uit Swansea, eene stad van koper, ijzer, kolen en bij gevolg van schrikkelijk veel smook en geraas, maar, voor zooveel ik kan oordeelen, want ik ben nog niet uit geweest, gelegen in eene heerlijke natuur, te midden van bergen, welke de menschelijke nijverheid met hare mollennatuur om- en doorwroet, en van geheele volkplantingen van mijnwerkers en van reusachtige werken, waarvan de uit honderde fornuizen opstijgende kolendamp, even als de pijlen der Perzen, uren ver de zon verduistert. Boven die hel lacht de reine zee aan den gezigteinder. Als ik aan Bath terugdenk, vereenigt zich Swansea met die plaats in het beeld van Nash, die hier (1674) geboren werd. Om zich de mogelijkheid eener positie als die man in de fashionable wereld besloeg te kunnen denken, moet men zich eerst een begrip trachten te maken van wat in de vorige eeuw die wereld was, | |
[pagina 108]
| |
want Nash is haar vertegenwoordiger en stelt ons de hooge standen in al hunne wuftheid en ligtzinnige zucht naar vermakelijkheden, de wereld in een woord, passé à l'état de puissance, voor. Inderdaad, Nash was eene mogendheid, en geheel Bath danste - bijna in den eigenlijken zin - naar zijne pijpen. Hij hield levers, verleende gehooren, had zijne hofnarren en zijne letterkundigen, die hem in hyperbolische vleitaal boeken opdroegen, ontving de grootste personagies, drilde geheel de voornamelijk door zijne individualiteit opgekomene waterplaats, welke reeds Agricola van zijn pootje genezen had, schreef wetten voor en regelde al wat in het vak van tijdverdrijf door hemzelven werd uitgedacht. Zijn naam was beau Nash, niet omdat zijn uiterlijk bevallig was, want het was dit niet, maar beau was destijds de naam der modepoppen, zoo als men later de muscadins en de incroyables had. Zonder belagchelijk te worden, verscheen hij, door een troep speellieden vergezeld, in een opzigtig kostuum op straat. Hij behoort tot die bedorven kinderen des opgangs en der publieke vereering wie alles vrij staat, die alle potjes mogen breken; ja, hij zette zelfs vorstinnen teregt en herinnerde haar aan zijne willekeur. Maar al verheft zich nog ten huidigen dage zijn standbeeld in de kursaal tusschen de bustes van Pope en van Newton, als dat van een hofnar, die den ernst en den langzamen roem der letteren en wetenschappen tart, de kans zou verkeeren en de vergelding van een leven, aan revelry wegge- | |
[pagina 109]
| |
aant.smeten, niet wegblijven. Daarvoor had de man een voudig zeven en tachtig jaar te worden. De ouderdom wreef den vlinder het goud, ook in den letterlijken zin, van de vlerken. Helaas! de grijsheid met hare kwalen en rimpels was hem geen otium cum dignitate, en de armoede noopte hem 120 guineas jaarlijksch genadebrood van de stad Bath aan te nemen. Naître avec le printemps, mourir avec les roses, zoo als Lamartine zingt, zou inderdaad zulke papillons voegen, want bejaarde beaux worden leelijk, afgedankte pommadepotten verspreiden onaangename geuren, en dit vond men, dat ook de oude Nash deed. De wereld, die hij, hoe ook door bekommerde geestelijken nagereden, de kracht niet had vaarwel te te zeggen, keerde hem den rug toe; de gezelschappen stoorden zich niet meer aan zijn bevenden scepter, en slechts zijne plegtige begrafenis bragt voor eenige oogenblikken den uitgedienden moderegter weder op het tapijt. In de hoofdkerk wijst een monumentje tegen den muur zijne laatste rustplaats aan, en merkwaardig is het, juist aldaar den Bathoniae elegantiae arbiter, vertaling van Nash's gewonen, titel: the king of fashion, in panoegirisch latijn verheerlijkt te zien. Evenwel kan ik niet laten van den pronker te houden, want hij was een man met een hart. Iemand bovendien, wiens schim eene eeuw na zijn dood nog door het oord van zijn opgang zweeft, wiens adem de thans verlatene, ondanks hare fraaije ligging en lieve omstreken, ondanks hare onvergelijkelijk prachtig en doeltreffend ingerigte baden, tegenwoordig verwaar- | |
[pagina 110]
| |
loosde, droevige, met - wat ieder vreemdeling treft en waarover alle reisbeschrijvers het eens zijn - onbegrijpelijke oude wijven met groote brillen op en gele japonnen aan bevolkte, en ten hoogste als dienstig voor eene winterresidence beschouwde stad nog altijd blijft vervullen en bezielen, kan onmogelijk een gewoon mensch zijn geweest. Voor gezette studiën nogtans ongeschikt, zich moeijelijk aan militaire tucht kunnende gewennen, was hij al spoedig door den tijd, waarin hij leefde, in den weg der wereld medegevoerd en het spel een aanzienlijk inkomen voor hem geworden. Maar vooreerst besteedde hij dat zelfde dubbelzinnig verworven geld in aanzienlijke en geheime weldaden, en bezocht de man, die 's middags aan maaltijden en 's nachts aan danspartijen of de groene tafel voorging, wiens omgang en geestigheden de voornaamste verstrooijing der badgasten uitmaakten, de stulpen der armen, en deelde in persoon, waar hij het noodig oordeelde, tegemoetkoming en bijstand uit. Wat er aan de Godshuizen te kort kwam, legde zijne menschlievendheid er bij, en dat de mijnwerkers (1739) niet van honger zijn omgekomen, hebben zij aan Nash te danken. Vervolgens, eenmaal den weg der wereld op, als eene kapel dien der bloemen, heeft hij hare dienst tot kunst weten te verheffen. Zijn talent bestond hierin, de uitwendigheden des maatschappelijken verkeers een zin te leenen en een vernis meê te deelen, hetwelk de sleutel van zijn onverklaarbaren invloed is geweest. Neen! een gewoon mensch was Nash stellig niet, die duizende armen en gebrekkigen | |
[pagina 111]
| |
aant.weenende achter zijn lijkwagen had, maar, door de rigting van zijn oppervlakkigen geest, was hij de lieveling, de speelbal, de dupe zijner eeuw. In een ander milieu geraakt, zou hij mogelijk een beteren weg zijn ingeslagen en nuttiger en degelijker sporen van zijn aanwezen hebben nagelaten. Maar als ik nu bedenk, dat deze modepop, zwemmende in kanten lubben en breeden jabot, in dit zwarte industriehol van Swansea is uitgebroed, waar hij toch als jongen lijnregt tegenstrijdige voorbeelden zal hebben voor oogen gehad, met die, welke hij zijnen land- en tijdgenooten gegeven heeft!... Zijne groote verdienste is niet alleen geweest den stijven Engelschman losheid in omgang en de ongedwongenheid van den goeden toon geleerd te hebben, maar de zuivere zeden onvermoeid te hebben gehandhaafd. Menige jongeling werd door hem uit de handen van valsche spelers en chevaliers d'industrie verlost; ten einde gevaarlijke krakeelen en tweegevechten te voorkomen, werd door hem het dragen van zijdgeweer verboden; aan liefdesintrigues, die op schande en ongeluk zouden zijn uitgeloopen, maakte hij een eind; laster duldde hij niet, en hij slaagde er in, zoowel door inschrijvingen als door opofferingen van hemzelven, een gasthuis te doen bouwen voor de lagere klassen, wier kwalen hun de wateren van Bath noodig maakten en die wegens de kostbaarheid van het gebruik verstoken waren. | |
[pagina 112]
| |
Uit het dagboek. - Bath ligt in eene vallei; de straten loopen amphitheaterswijze naar boven tegen de met hout begroeide heuvels en naar beneden tot in de groene velden. Het is eene zeer groote stad met breede straten en ernstige, doodsche, regelmatige hôtels. Voor honderd jaren was zij het rendez-vous van alles wat elegant en aanzienlijk was. Vooral koningin Anna maakte werk van Bath, hetgeen nog in den bouwtrant en het karakter der stad zigtbaar is. In de, ook door hunne naauwkeurige en getrouwe voorstellingen aanbevelenswaardige Briefe eines Verstorbenen, is zeer waar wat men leest: die Pracht der Palläste, Gärten, Strasse, Terrassen und halberond förmigen Plätze, Crescents genannt, die von Bergabhängen herabglänzen, ist imponierend und englischen Reichthum würdig. Nu bespeurt men overal, dat hare fleur is gedaan, en een langzame achteruitgang geeft haar iets droevigs. |
|