Mijne zondagen in het Vereenigde Koninkrijk
(1859)–Johannes Kneppelhout– Auteursrechtvrij
[pagina 357]
| |
[pagina 359]
| |
Blz. 10, regel 3:De door den handel allengs opgekomene standen zagen omstreeks 1685 meer en meer in, dat de oude grammarschools (latjjnsche scholen) enkel inrigtingen waren voor de hoogere standen en dezulken, die aan eene geletterde opleiding behoefte hadden, terwijl hun, wier maatschappelijke bestemming niet hooger dan baas of winkelier ging, eigenlijk alle onderrigt ontbrak. Vandaar eene opeenvolging van liefdadige stichtingen, grootendeels door mannen uit den koopmans- en verschen middenstand, waar niet veel meer dan lezen, schrijven en rekenen werd onderwezen. Deze zijn de scholen, welke bekend staan onder den naam van free- of charity-schools en tot op den huidigen dag, behalve uit het haar oorspronkelijk gelegateerde fonds, uit vrijwillige bijdragen, zonder toelage van regeringswege, worden onderhouden. | |
Blz. 10, regel 11:Ik kan niet nalaten hier een gedeelte af te schrijven van een feuilleton, hetwelk Hector Berlioz, na de bijwoning der in mijn brief voorkomende plegtigheid van musique monumentale, in het Journal des débats plaatste en later in zijne Soirées de l'orchestre opnam: ‘Au moment de l'entrée des groupes d'enfants, les divers compartiments des amphithéares se peuplant successivement du haut en bas, formaient un coup-d'oeil singulier, | |
[pagina 360]
| |
rappellant le spectacle, qu'offre dans le monde microscopique le phénomène de la cristallisation. Les aiguilles de ce cristal aux molécules humaines, se dirigeant toujours de la circonférence au centre, étaient de deux couleurs, le bleu-foncé de l'habit des petits garçons sur les gradins d'en-haut et le blanc de la robe et de la coiffe des petites filles, occupant les rangs inférieurs. En outre, les garcons portant sur leur veste, les uns une plaque de cuivre poli, les autres une médaille d'argent, leurs mouvements faisaient scintiller la lumière réfléchie par ces ornements métalliques de manière à produire l'effet de mille étincelles, s'éteignant et se rallumant à chaque instant sur le fond sombre du tableau. L'aspect des échafaudages couverts par les filles était plus curieux encore; les rubans verts et roses qui paraient la tête et le cou de ces blanches petites vierges faisaient resembler exactement cette partie des amphithéâtres à une montagne couverte de neige, au travers de laquelle se montrent çà et là des brins d'herbe et des fleurs.’ De, Musicus voegt er nog het volgende bij: ‘Ces enfants ne savent pas la musique. On est obligé tous les ans de leur seriner avec un violon, et pendant trois mois entiers, les hymnes et antiennes qu'ils auront à chanter au meeting. Voilà pourquoi ils chantent seulement à l'unisson. Leurs voix sont belles, mais peu étendues. Leurs notes ont une merveilleuse sonorité. Le résultat prodigieux de cet unisson est dû selon moi à deux causes: au nombre énorme et à la qualité des voix d'abord, ensuite à la disposition des chanteurs en amphithéâtres trés élevés. Les réflecteurs et les producteurs du son se trouvent dans de bonnes proportions relatives; l'atmosphère de l'église, attaquée par tant de points à la fois, en surface et en profondeur, entre alors tout entière en vibration, et son retentissement acquiert une majesté et une force d'action sur l'organisation humaine que les plus savants | |
[pagina 361]
| |
efforts de l'art musical dans les conditions ordinaires, n'ont point encore laissé soupconner. J'ajouterai, mais d'une façon conjecturale seulement, que, dans une circonstance exceptionnelle comme celle-là, bien des phénomènes insaisissables doivent avoir lieu, qui se rattachent aux mystérieuses lois de l'électricitè. | |
Blz. 24, regel 27:Hanneman, geboren te 's Gravenhage in 1601 of 1611, overleden aldaar in 1668 of 1669; leerling van van Dyck. | |
Blz. 29, regel 27:Ziehier de omschrijving, welke de Times (13 Julij 1857) van deze soort van inrigtingen geeft: ‘An industrial-school is intended to be a very practical boarding-school, where boys are to be housed, fed and clothed, with much material comfort, where they are to be taught useful trades and whatever else, they can learn, and where, also, they are to have the rare benefit of personal religious instruction brought home to their hearts and understandings.’ De Times vervolgt met ironischen ernst: ‘The candidate for admission must qualify for obsti- | |
[pagina 362]
| |
nate idleness, incurable truancy, and a steady predilection for bad companions. For boys of such antecedents is reserved the special favour of an education that shall enable them to rise in the world. The bad boy, who makes himself the terror of the neighboorhood, and who seems to contain within himself the ineradicable seed of every vice, is to be manually and intellectually developed at an Industrial-school, so as to rise in the world, and become a blacksmith, a carpenter, an engineer, or any thing you please.’ Lord Stanley, na in eene meeting te Birmingham for the support of the Reformatory and Industrial-schoolmovement (15 Oct. 1857) het onderwerp te hebben behandeld, besloot zijne rede met de volgende woorden: ‘Take care, one and all of you, who are interested in this movement, take care that, while exerting yourselves honourably, benevolent by and wisely for the reformation of the criminal population, you do not lay yourselves open even to the unfounded charging of seeming to neglect or give cause for envy to those who, exposed to many temptations, have laboured and continue to labour for the honest support of themselves and their families.’ | |
Blz. 30, regel 29:Omtrent den oorsprong dier maatschappij leze men: P. de Baadt, Lager onderwijs in Engeland en ons vaderland, blz. 26-35, benevens het geestig en aanschouwelijk geschreven schoolbezoek bij Simond, Voyage en Angleterre, t. II, p. 183. Al valt het oordeel over dit schoolbezoek niet voordeelig uit, vindt de schrijver later (blz. 192) toch, dat de invloed der leerwijze op de lagere volksklassen ontegenzeggelijk gunstig is. Maar hij schreef in 1810. | |
[pagina 363]
| |
doodshoofd in de hand. De ruwe stof van zijne vuile pij, het touw, waarmede ze om zijn midden is vastgebonden en de uitdrukking van zijn gelaat, hetwelk nogtans, wegens de schaduw van de kap, naauwelijks zigtbaar is, zijn heerlijk geschilderd, en over het geheel ligt zooveel geloof, zooveel verzaking van de wereld en van al het aardsche! | |
Blz. 44, regel 25:Ik vrees, dat kenners mij over dit even ligtvaardig als onbillijk oordeel den steen zullen toewerpen. Het zij mij echter vergund te herinneren, dat ik onder den invloed van den eersten indruk schreef, na mij in Marlborough-house te hebben bevonden, en ter mijner verontschuldiging de volgende regels uit Burgers Trésors d'art exposés á Manchester aan te halen: ‘Dans sa période de décadence, Turner a fait des images horriblement fantastiques, où, sur des fonds de liquide, tantôt jaune, tantôt rougeâtre, dansent des fantômes impossibles, C'est surtout dans une des salles de Vernongallery que sont rassemblés les curieux exemplaires de ce dernier style désordonné Ga naar voetnoot1).’ Frédéric Mercey sprak vroeger reeds van style éclaboussé, en Bulwer schreef in zijn werk: England and the English: ‘Turner had voorheen geene mededingers. Zijn genie had hem bestemd om de prins der schilderkunst te worden en hij heeft zichzelven vernederd om er de hansworst van te zijn.’ Wel is. waar geeft Burger toe, dat Turner in zijn goeden tijd eenige meesterstukken heeft voortgebragt en 's mans oorspronkelijkheid zeer luide zich deed gelden, doch hij gewaagt later toch ook weêr van ‘sa période insensée où ses imaginations ne sont plus que des éblouissements et des rêves confus.’ | |
[pagina 364]
| |
Zeer onlangs liet Charles Blanc zich volgenderwijze in zijne Vies des peintres over hem uit: ‘Après le retour d'Italie, vers 1840, en même temps que l'imagination s'était de plus en plus exaltée, la main et peut-être aussi la perspicacité de la vue avaient faibli. Dès lors l'égarement et presque la folie annoncent, hélas! la période de décadence. Mais c'est seulement en 1845 que la métamorphose fut décisive et évidente, sans toutefois que le génie ait jamais jusqu'á la fin abandonné le vieux maître. On voit à Marlborough-house une douzaine de tableaux de cette époque. Après avoir perdu l'homme dans les montagnes, le navire dans les mers, il a fini par perdre la terre et l'eau dans le ciel, l'univers dans un rayon de lumière. Son aboutissement fatal a été la confusion et le chaos. A toujours contempler le soleil on se pervertit la vue. Turner avait presque toujours vécu dans eet éblouissement, qui, à la fin de sa carrière, devint chronique: rêves fantastiquee, impossibles; décorations splendides où les objets n'ont plus de formes, où les arbres ressemblent à des jets de feu d'artifice, où les personnages deviennent grotesques à force d'incorrection. Des fournaises où flamboient les fantômes, des toiles de trois mêtres, plaquées de jaune et de blanc, pour simuler on ne devine pas quoi.’ | |
[pagina 365]
| |
un ancien théâtre étaient consacrés à la prière.’ (Causerie sur les Etats-unis.) Sommigen in Engeland noemen deze promiscuïteit spurgeonism. | |
Blz. 54, regel 7:Er wordt beweerd, dat niet de ambachtslieden, maar integendeel hoogere standen, en deze voornamelijk uit nieuwsgierigheid, van deze godsdienstoefeningen gebruik maken. Lord Shaftesbury komt evenwel tegen deze bewering op, meenende, dat het niet mogelijk is den werkman des Zondags aan zijne kleeding te onderkennen, enz. | |
Blz. 55, regel 12:Julien, een Parijzenaar, die ligte en digte opera- en dansmuziek componeert, arrangeert en uitvoert aan het hoofd van een uitgezocht orkest en, door muziekale congressen, gelijk hij die monster-bijeenkomsten betitelt, bijeen te roepen en oratorio's te geven, zich voegt naar den Engelschen smaak en in den Engelschen geest tracht te vallen; een musicus in één woord, die stukken schrijft en annonceert als het volgende: ‘the great comet-galop, a descriptive morceau de circonstance, classic and romantic, dramatic and melodramatic, astronomie and pyrotechnic, eclectic and empirie, terrific and comic.’ De Illustration noemt hem schertsend: ‘le hardi génie qui a introduit le canon dans l'orchestre et si habilement marié l'artillerie à la mélodie, le créateur de la musique explosive.’ | |
[pagina 366]
| |
Blz. 77, regel 15;De Times van 20 Junij zegt er van: ‘every thing in fact was on a gigantic scale, the rising of the audience between the first aud second parts made a noise like the rush of a heavy wind, and the reverberating applause of thirty thousand hands was in its way well worth hearing as the orchestre.’ Er werden negen à tien duizend déjeuners en dîners gediend. Het feest duurde drie dagen; eerste dag: Israel in Egypte; tweede: Messias; derde: Judas Maccabaeus. | |
Blz. 77, regel 27:- Dites-moi, mon cher ami, laat de fantastische Hoffmann, in zijn verhaaltje, le Sanctus, vragen, ne pensezvous pas comme moi que le diable est un tenor? en ten opzigte van Meyerbeers opera, komt mij voor, zeer te regt. | |
Blz. 88, regel 16:In 1810 waren in het gesticht 2400 man gehuisvest; 300 woonden afzonderlijk; er waren 150 weduwen, die voor het oppassen der zieken gebruikt werden, en 150 jongens, kinderen van invalieden. | |
[pagina 367]
| |
Blz. 97, regel 19:Luther zeide reeds in zijn opstel: dass man Kinder solle zur Schule halten, dat die Obrigkeit schuldig sei die Unterthanen zu zwingen. Wat! zouden wij hier met zijn eigen argument bij willen voegen, we hebben de conscriptie wel en de staat kan den burger in oorlogstijd de verpligting opleggen het geweer op schouder te nemen, en hij zou hem niet kunnen noodzaken, als het er op aankomt, krijg te voeren tegen den geest des kwaads en der onwetendheid! | |
Blz. 99, regel 2:Waagen verduidelijkt mijne opmerking: ‘Zwei der stattlichsten durch Umfang und Umgebungen sind Grosvenor- und die erst neu angelegte Belgrave-square. Jede der vier Seiten des letzteren wird von einem colossalen Gebäude umschlossen, welches indess, näher betrachtet, aus vielen einzelnen Häusern besteht, die nur architectonisch zu einer Masse vereinigt sind. Ein solcher Bau wird meist von einem Untemehmer ausgeführt nnd vermiethet, und hat also in jeder Beziehung mit den Gebäuden im alten Rom Aehnlichkeit, welche Insein genannt werden. Man hat besondere in neuem Zeiten häufig dieses Mittel gewählt um zu imponirenden Architectonischen Massen zu gelangen, wie sie einer solche Stadt würdig sind, bei dem Bau abgesondeter Haüser nach dem Bedarf einer Familie aber nicht wohl erreicht werden können. Die grossen Gebäude dieser Art haben indess dadurch immer einen Uebelstand, dass die einselnen Eintheilungen, die Stockwerke, die Fenster, die Thüren, nicht im Verhältniss zur Masse des Ganzen, sondern zu dem der einzelnen Wohnungen genommen werden müssen, wodurch sie kleinlich werden und dem Ganzen leicht ein Caserneartiges Ansehen geben. In der Entfemung thun sie indess immer durch die Gesammtmassa eine grosse Wirkung, wie die sogenannten Terrassen beweisen, welche theilweise dem Regentspark einfassen. Mit | |
[pagina 368]
| |
sehr richtigen Gefühl in Beziehung auf die Umgebungen, hat man hier diesen colossalen Verhältnisse gewählt, indem bei der sehr grossen Ausdehnung des Parks selbst schon ansehnliche Gebäude ganz verschwinden würden.’ | |
Blz. 101, regel 16:‘La plaine de Salisbury présente à l'oeil l'aspect d'un vaste désert où quelques fermes se cachent de loin en loin dans des plis de terrain, et où s'étendent à l'infini des champs de blé sans arbres et sans clôture. Ces immensités maigres et brûlantes servaient uniquement autrefois de pâturages à moutons. Léonce de Lavergne, Economie rurale de l'Angleterre. Revue des deux mondes, t. III, 1853. Ik zou om der waarheid wil dat autrefois willen doorschrappen en dien verleden in den tegenwoordigen tijd veranderen. | |
Blz. 101, regel 20:Stonehenge, algemeen populaire benaming voor al die cirkelvormige, steenen afperkingen des voorhistorischen tijdvake in Engeland, gelijk cromlech de oorspronkelijk gaelische en meer wetenschappelijke is. Wright geeft er de volgende bepaling van: ‘a cromlech is a rude chamber of massive flat stones, three forming usually the sides, the fourth being open, and a fourth flat stone serving for roof.’ Gentlemans magazine, Dec. 1852, p. 564. | |
[pagina 369]
| |
Blz. 105, regel 25:Francis Wey zegt van de abtdij van Westminster, hetgeen nagenoeg op alle kerken in Engeland van toepassing is: ‘cette nef serait admirable, si le choeur n'était masqué par une chapelle et des constructions parasites, qui encombrent le centre de la croix et brisent les lignes de la perspective.’ Les Anglais chez eux, p. 115. | |
Blz. 105. regel 29:‘Es ist jammerschade, dass sämmtliche gothische Kirche in England, ohne Ausnahme, durch geschmacklose, moderne Grabsteine und Monumente verunstaltet sind.’ Briefe eines Verstorbenen. Th. I.S. 2. | |
[pagina 370]
| |
et le gracieux du monde français. Il restait quelque chose de farouche dans le vice, d'effréné dans l'élégance, de violent dans le bon ton, de féroce dans l'austérité, de fanatique dans la religion.’ Philarète Chasles, Des salons en France et en Angleterre au 18e siècle. Revue des deux mondes, t. IX, p. 552 (1845). | |
Blz. 111, regel 27:Men leze over Nash de in hare soort meesterlijke levensbeschrijving, welke de beroemde Goldsmith, een jaar na zijn overlijden, van hem leverde. | |
Blz. 125, regel 8:‘Ryde est entouré d'une multitude de maisons de campagne, dont un étranger peut tout au plus deviner l'existence. C'est au surplus ce qui arrive partout dans ce pays. L'amour de la vie de familie et des jouissances tranquilles d'un intérieur comfortable est tellement sincère chez les Anglais, qu'ils poussent jusqu'à l'exagération ce besoin d'isolement tout à fait caractéristique. Non seulement on ne pénètre pas facilement dans l'intérieur de ces parcs si soigneusement gardés, mais on est tout surpris, après avoir passé l'été auprès de tel manor, dont on ne soupçonnait pas même le voisinage, de le découvrir tout à coup à travers les bois, quand le vent d'automne à commencé à en éclaircir le feuillage.’ Le colonel de la Moskowa, l'île de Wight. Revue des deux mondes, t. IV, p. 683. Wie een duidelijk en met de waarheid overeenkomstig denkbeeld van het eiland Wight verlangt te krijgen, wordt de lezing van deze beide even sierlijk als aanschouwelijk geschrevene artikels, inzonderheid van het laatste gedeelte, aanbevolen. | |
[pagina 371]
| |
Blz. 131, regel 12:Namelijk in de kopersmelterij van Vivian brothers. Het koper wordt uit Chili en Australië aangevoerd. Er werken negen honderd man. De werklieden kunnen hunne jongens voor eene penny naar de factory-school sturen, maar de kinderen verdienen liever geld in de fabriek. Weduwen van werklieden worden voor kleine diensten gebezigd en meisjes alleen toegelaten om eten te brengen. | |
Blz. 183, regel 14:Een geamericaniseerde Franschman, die zich van 1809 tot 1811 in Engeland ophield, stelt de zaak in zijn hoogst verdienstelijk dagverhaal ook luimig voor. ‘On voit les rues dans les maisons,’ zegt hij, ‘et non pas les maisons dans les rues, c'est à dire, que le rez de chaussée (de | |
[pagina 372]
| |
eerste verdieping, meent hij) est creux, formant une espèce de corridor ou galerie, sale, sombre et tortueuse, avec des inégalités imprévues de deux ou trois marches, où l'on risque à tout moment de se casser le cou.’ Simond, Voyage en Angleterre, t.I.p. 329. Ziehier wat de deftiger Pennant er van zegt: ‘These rows appear to me to have been the same with the ancient vestibules and to have been a form of building preserved from the time that the city was possessed by the Romans. They were built before the doors, midway between the streets and the houses, and were the places where dependents waited for the coming out of their patrons and under which they might walk away the tedious hours of expectation; the shops beneath the rows were the cryptae or apothecae, magazines for the various necessaries of the owners of the houses. The streets were once considerably deeper, as is apparent from the shops, whose floors lie far below the present pavement. In digging foundations for houses the Roman pavement is often discovered at the depth of four feet beneath the undern. Tour in Wales, t. I, p. 113. | |
Blz. 191, regel 21:Om kneuzingen voor te komen, waren er overal op eenigen afstand van den grond netten onder de vruchtboomen gespannen. | |
[pagina 373]
| |
Blz. 208, regel 1:Léon Faucher schreef in 1845: ‘Liverpool a donné le premier exemple d'une institution qui ne demande qu'á être agrandie et généralisée pour rendre les plus grands services. Il s'agit d'un établissement qui développe et qui entretient le goût de la propreté parmi les classes laborieuses, en leur offrant à un prix modique (2½ d.) l'usage des bains chauds pour les personnes et celui d'une buanderie pour les vêtements. C'est là un avantage inappréciable. Dans une seule année dix mille personnes ont fréquenté l'établissement de Liverpool qui ne renferme que dix-huit baignoires. L'affluence s'y fait surtout remarquer le samedi.’ Etudes sur l'Angleterre, I, 179. | |
Blz. 208, regel 21:In het zoogenaamde tepid swimming bath kan ieder zich voor f 9 's jaars abonneren, met het regt om er driemaal 's weeks gebruik van te maken en telkens twee handdoeken. Voor een keer afzonderlijk geeft men een dubbeltje. Bains de propreté in gewone badkamertjes kosten f 12,60 of f 15, abonnementsprijs, in het jaar, naar gelang men zich drie- of zesmaal in de week verlangt te baden. Schoolknapen betalen f 3,60 in het halve jaar. Des zomers is het bad geopend van zessen tot half negen, maar jongens worden niet toegelaten dan tusschen achten en zevenen. | |
Blz. 214, regel 16:‘Robert Raikes, the proprietor of the Gloucester journal, established the Sunday-schools. At his time (1783) the streets were full of noise and disturbance every sunday, and the churches were unfrequented by the poorer sort of children and very ill attended by their parents. To them Mr.Raikes proposed that their children should meet him at the early service performed in Gloucester cathedral on a sun- | |
[pagina 374]
| |
day morning. The numbers at first were few, but their increase was rapid, and Mr. Raikes soon found himself surrounded by such a set of ragamuffins as would have disgusted teachers less zealous than the founder of the sundayschools. The children soon began to look upon him with respect and affection and were readily drilled into a decent observance of the outward observance of religion. To prevent their running about the streets after and between the services, masters and mistresses were engaged by means of subscriptions for a large number of children of both sexes to be educated in the principles of christianity. Schooldays of eminent men, p. 240. | |
Blz. 216, regel 20:Indien ik moest kiezen tusschen de zondagscholen, gelijk zij zijn, en het verwaarloozen van de kinderen, die in straten en stegen, zonder bezigheid en dus in gevaar van kwaaddoen, ronddwalen, zoude ik wenschen onder de warmste voorstanders der zondagscholen geteld te worden; maar indien het mogelijk was de kinderen bij schoon weder op opene plaatsen bezigheid te verschaffen, afgewisseld met godsdienstig onderwijs in de school, zoude ik mijne goedkeuring niet kunnen hechten aan die zondagscholen, welke ik gezien heb. De godsdienstoefeningen der zondagscholen hebben niets, dat haar als zoodanig zouden doen kennen. Ik herinner mij in eene namiddagkerk, die uitsluitend gehouden werd voor kinderen van zondagscholen, in welke mij echter ver de meeste beneden de twaalf jaren toeschenen, vele dezer kindertjes in gerusten slaap te hebben gezien. Het was onder het voorlezen uit den Bijbel door eenen geestelijke, die zich op zulk eene wijze van deze taak kweet, dat de lectuur, zelfs voor volwassenen, nutteloos en zeker niet stichtelijk zoude geweest zijn. Ik zag, dat de meeste kinderen er niets van begrepen. Kinderen ook des zondags bezig te houden, is loffelijk; prijzenswaardig, ook | |
[pagina 375]
| |
die gelegenheid aan te grijpen, om hun aanvankelijk eenige bijbelkennis en godsdienstige begrippen bij te brengen; maar niet alle middelen, daartoe gebezigd, zijn even doeltreffend, en het is nog niet uitgemaakt, dat men, met eene andere rigting aan de zondagscholen te geven dan zij thans hebbent niet nog zekerder zijn doel naderen zou. In niet ééne soort van school ziet men zoo veel belangeloozen ijver werkzaam als juist in deze. Sedert bijna veertig jaren betaalt men de onderwijzers der zondagscholen meerendeels niet. Evenwel zijn het geene monitors, waarvan men zich bedient; jongelieden, tot een deftigen stand behoorende, nemen geheel belangeloos die taak op zich. De verdiensten van zulke welwillende menschen, die, zonder onderwijzers te zijn, nogtans eene zoo moeijelijke taak, dikwijls jaren achtereen, getrouw vervullen, worden zeer geprezen.’ P. de Raadt, Lager Onderwijs in Engeland en ons Vaderland, blz. 137 en 138. | |
Blz. 217, regel 20:Dat eigenlijk niemand, hoe ook, aan de tentoonstelling te Manchester het ware hebben kon, zet de Times van 17 October 1857 regt aardig uit elkander: ‘Seven thousand separate pictures and works of art, every one requiring a really careful and leisurely contemplation to bring out its beauties, were too much to be turned to any profitable account. Let any body just consider what it is to go to the smaller annual exhibitions in Pall-Mall, viz., that of the works of ancient Masters and deceased British Painters, and he will have some measure of the quantity of which the mind is capable. It is a very good day's work to study and to enjoy the two hundred pictures in that quiet, comfortable gallery, where you may not see fifty people in a summers day, and may recognise among them three or four old friends. Most | |
[pagina 376]
| |
people in London who can afford it go three or four times to the Royal Academy, and in all discussions as to the site of the National Gallery it is assumed that any body who cares for pictures will often drop in and enjoy his favourites. Then, what a time did it take to go fairly through the Soulages collection, and how tired one was! The calm, tranquil, soothing watercolours, with the additional comfort of chairs and settles, take the heart and strength out of an afternoon. But the Manchester Exhibition was ten times all these put together. It would take an hundred days to study it or enjoy it at the rate we have supposed necessary in the metropolitan Exhibitions. That rate we believe to be a fixed and necessary one. The most practised eye, the most ardent love of art, the keenest intelligence cannot really take in more than fifty pictures a day. By that time the eyes and the brain are used up, and refuse to record or receive any more impressions. It is time then to sleep, to dream, to walk, or talk upon them; but there must be an interval before another meal. The Manchester Exhibition has been in violation of all these rules, all these facts, we should say; for they are laws of human nature and cannot be helped.’ | |
[pagina 377]
| |
do Londres, quand le soleil perce à demi une brume jaunâtre, et la fumée qui flotte au-dessus de l'immense chaudron, pour parler comme lord Byron, on voit certains effets, certains caprices de lumière qui ne ressemblent à rien, si ce n'est à des effets bizarres qu'on a rencontrés chez les peintres Anglais. J.J. Ampère, Espagne et Angleterre. Revue des deux mondes, t. I, p. 687, 1850. Ook Burger deelt dit mijn gevoelen in zijn werk over de trésors d'art exposés à Manchester, als hij zegt: ‘En tout pays les artistes font toujours plus nature qu'on ne croit. Quand on a vécu dans un pays, on finit par s'apercevoir que ces artistes indigènes l'ont toujours et partout assez bien représenté. Ce qui, de loin, semblait des singularités, des interprétations trop fantasques ou des erreurs ridicules, on le voit soi-même à quelque moment imprévu.’ P. 414. | |
Blz. 222, regel 14:‘Ce sont là les salons qu'affectionnent surtout les ladies. Tous ces dessins modernes, si propres et si brillants, ont le même éclat que leurs toilettes.’ Burger, Trésors d'art exposés à Manchester, p. 15. ‘Le salon de figures de cire de la fameuse Mad. Tussaud à Londres compte plus de visiteurs que le National Gallery. A Manchester le salon des aquarellistes est plus fréquenté par la gentry anglaise que la galerie des maîtres anciens.’ P.415. ‘On sait quelle estime prodigieuse les Anglais accordent á leur école d'aquarellistes. Mais les enlumineurs devant lesquels s'extasient leurs compatriotes ne compteront guère dans l'histoire de l'art; non pas à cause du genre luimême et du procédé: on peut faire des chefs-d'oeuvre à l'eau comme à l'huile, avec un bout de fusain comme avec une brosse; mais les aquarellistes anglais, si adroits qu'ils | |
[pagina 378]
| |
soient, cherchent dans leur travail je ne sais quelle industrie luisante, qui n'a rien de commun avec l'art, car ce qui manque à ces cruelles enluminures, toutes pareilles, c'est le caractère et l'originalité’ p. 452. | |
Blz. 228, regel 20:Le Westmoreland est la Suisse de l'Angleterre. En sortant du tumulte et de la fumée des districts manufacturiers, on se trouve dans une riante solitude, où tout est calme, frais et pur; les caux limpides, l'air vif et le sol vert succèdent aux eaux bourbeuses, à l'air épais et au sol noirci des marécages d'où sort le charbon. Léonce de Lavergne, Economie morale de l'Angleterre. Revue des deux mondes, t. III, 1853. | |
Blz. 238, regel 25:Ziehier het oogpunt, waaruit de Hr. Adderley M.P. in de meeting te Birmingham for the support of the reformatory and industrial school movement (15 Oct. 1857) de Reformatories beschouwde. ‘He (de spreker) conceived that the state in introducing and recognizing Reformatories acknowledged that children before they were made amenable to punishment, should at least have the advan- | |
[pagina 379]
| |
tage of education, that they should have warning before the blow descended. When the law said: instead of three months imprisonment we will send you for five or six years to a reformatory, it did not mean to substitute one penal process for another, but instead of punishment to bestow upon the child the gift of education. The amount of restraint necessary in a reformatory, as in any public school, was no more, even if it amounted to so much as the restraint imposed on an apprentice bound to a master. These children were not educated and had received no industrial training, and the state said: it is important for them and us that they should have such training. It accordingly bound those children to schoolmasters and to industrial trades. Now reformatories, he contended, formed a portion of our national schools.’ | |
Blz. 255, regel 9:Van Baalens tweede reislogtje door een gedeelte van Schotland (1841) raadplegende, stootte ik met de grootste verbazing op het volgende: aan tafel bij eene familie te Keswick ontmoette de schrijver den dichter Southey en meldt nu (bl. 43): ‘Ik verhaalde hem, dat een zijner werken in mijne taal was overgebragt; hoe verwonderd was hij niet, toen ik er bijvoegde: in het Hollandsch. En hoe? vroeg hij.... Hij vroeg mij tot in kleine bijzonderheden naar den toestand der Hollandsche letterkunde en vooral naar de hedendaagsche dichters.’ Den volgenden dag zich ten huize van Southey bevindende, belooft hem de Hr. van Baaien ‘de toezending van zijnen Rodrigo in het Hol- | |
[pagina 380]
| |
landsch, waarmede hij zeer in zijnen schik was.’ Terstond kwam mij 's dichters verblijf te Leiden bij Bilderdijk (1825) voor den geest en zijn tweede bezoek in het volgende jaar. Heeft de Hr. van Baalen van die bezoeken geene kennis gedragen; heeft Southey, door zich van den gekke te houden, den draak met den Hr. van Baaien gestoken? Een zoo kort geheugen zou veeleer bij Franschen aannemelijk zijn. Een paar onzer Tijdschriften opperden het bezwaar, te weten de Recensent ook der Recensenten, 1842, en de Konst-. en Letterbode, 1845, die ook nog een fragment van Southey's brief aan Allan Cuningham, Bilderdijk en het verblijf ten zijnen huize betreffende, bijbrengt. Het is mij onbekend, of de Hr. van Baalen de kwestie heeft pogen op te helderen. | |
Blz. 261, regel 24:La porte du collège, seule, est une curiosité: sa voûte est noire, informe, écrasée, surmontée d'armoiries sculptées en relief. La première cour est digne de la porte; les murailles sont si noires, si fatiguées par le temps, qu'on en éprouve un sentiment de tristesse profonde, sévère, indéfinissable. Le silence est absolu. On se regarde avec un étonnement mêlé de terreur, et quoiqu'on ait la vue du ciel, on est près de se croire dans un souterrain. A. Blanqui, Voyage d'un jeune français en Angleterre et en Ecosse, p. 159. | |
[pagina 381]
| |
Blz. 265, regel 25:Bij analogie met den cockney-fleuri-styl, welken Edmond Texier (voyage pittoresque en Hollande et en Belgique, p. 211) niet ten onregte beweert, dat te Zaandam en te Broek heerscht. De uitdrukking is onbetaalbaar en verdient in de eerste plaats door ons, Hollanders, aangenomen en geijkt te worden. | |
Blz. 268, regel 16:‘Miss Macliane m'assura dans plusieurs entretiens que j'eus le plaisir d'avoir avec elle à ce sujet, que lors qu'on connaissait la langue, les usages et les moeurs du pays, on ne pouvait pas se persuader que des écrivains Anglais, à qui la langue Celtique était étrangère, se fussent obstinés à révoquer en doute l'existence des antiques poésies d'Ossian, incomplètes et souvent altérées, à la vérité, paree que, transmises de race en race et de bardes en bardes, elles n'ont pu que perdre, en passant par tant de mains diverses; mais qu'il n'en existait pas moins des morceaux intacts, ainsi que les restes d'une musique adaptée à ces chants; musique bizarre, comparée à la nôtre, mais qui a des charmes puissants pour des Highlandais, puisqu'elle leur rappelle les combats, les victoires, les amours et les actions éclatantes de leurs héros.' Faujas St, Fond, Voyage en Angleterre, en Ecosse et aux îles Hébrides, t. II. p. 76. | |
Blz. 271, regel 18:Buchanan is de eerste, die Staffa noemt. In zijne geographische beschrijving van Schotland, die zijne Historia rerum Scoticarum voorafgaat, zegt hij kortaf: 'deinde a Gomatra quatuor millia passuum meridiem versus Stafa,’ en voegt er vrij bevreemdend, men zou haast zeggen per antiphr asin, achter: ‘utraque portuosa.’ | |
[pagina 382]
| |
Blz. 271, regel 19:Sir Joseph Banks, voorzitter van de Royal Society, vergezelde Cook op diens eerste reis rondom de wereld. De gedrukte catalogus zijner boekerij beslaat vijf deelen 8vo. | |
Blz. 272, regel 17:Soltan zegt bijv.: ‘De meesten van ons verstomden van verbazing. De vrouwen hielden hare blikken stijf op het hol gevestigd; eenigen weenden van verrukking, anderen snikten en glimlachten beurtelings, zonder tranen te kunnen storten. Sprak men haar aan, dan ontving men op zijn hoogst met eene zwakke stem ten antwoord: groote God!’ Reize door Schotland en de Schotache eilanden, dl. I., blz. 284. | |
Blz. 276, regel 18:‘Ce superbe monument,’ zegt Faujas St. Fond, ‘d'un grand incendie souterrain, qui se perd dans l'antiquité des temps, a un caractère d'ordre et de régularité si étonnant qu'il est difficile à l'observateur le plus froid et le moins sensible aux phénomènes qui tiennent aux révolutions du globe de n'être pas singulièrement étonné à l'aspect de cette espèce de palais naturel qui semble tenir du prodige.’ Voyage en Angleterre, en Ecosse et aux îles Hébrides, Vol. II, p. 49. | |
Blz. 276, regel 22:St. Patrick, van Boulogne sur mer, werd als knaap tijdens een inval van Ieren geroofd, kwam gedurende zijne slavernij tot nadenken, ontsnapte, doch keerde daarna naar Ierland terug en bragt er het licht des Christendoms. Uit zijne school te Clouard kwam Columba (521) te voorschijn. Deze was de zoon van Mancanara, een afstammeling der oude prinsen van Nial in Tyrconnel, en van Aethena, dochter uit een aanzienlijk geslacht in Leinster. | |
[pagina 383]
| |
Te Veile, in het Iersche graafschap Meath, wordt nog heden ten dage het huis van Columba gewezen en in hetzelve den steen getoond, welke, volgens Adamnanus, zijn levensbeschrijver, den vromen man tot bed en peluw strekte. | |
Blz. 283, regel 22:Soltan zegt, van Beregonium sprekende, in de buurt van Dunstaffnage, waar men wil, dat eertijds eene stad gestaan hebbe: ‘Niettegenstaande alle onze nasporingen aangaande deze verglazing, niettegenstaande alles wat ik anders daarover gehoord en gelezen heb, ben ik echter nog niet overtuigd, dat het eigenlijk een gewrocht der kunst is. Kunnen niet dezelfde krachten, die den puddingsteen daarstelden, ook deze lava of deze glasachtige massa gevormd hebben? Is zij niet misschien langs een weg voortgebragt, die veel overeenkomst met de kristallisatie heeft? Toen ik den grond onderzocht, vond ik nergens eenig waarschijnlijk blijk van een muur of van iets anders, dat een kunstmatig plan zou hebben kunnen verraden.’ Reizen door Schotland en de Schotsche eilanden, DL I., blz. 258. | |
Blz. 298, regel 11:‘Fasst alle Schlossruinen in England verdanken wir Cromwell, so wie die verstörten Kirchen und Klöster Heinrich VIII. Die ersten wurden mit Feuer und Schwert verheert, die andern bloss aufgehoben und dem nagenden Zahne der Zeit, wie der Eigennutze der Menschen überlassen. Beide Potenzen haben volkommen gleich gewirkt, und die beiden grossen Männer dadurch einen Effekt her- | |
[pagina 384]
| |
vorgebracht, den sie freilich nicht bezweckten, der aber dem gleich ist, dem ihre Personen selbst in der Geschichte zurückgelassen, nämlich ein pittoresker.’ Briefe eines Verstorbenen, Th. II., S. 257. | |
Blz. 299, regel 32:Hier kom ik met worstelende kracht de kale rotsen afgesprongen; daar rookt hoog in de lucht mijn kookende schuim, terwijl ik aanstonds met donderend geraas in de diepte stort. Behaagde het mijn edelen meester mijn liefsten wensch te verhooren, dan zou hij mijne oevers met hoog opgaand geboomte en lommerrijke heesters bekleeden. Met dubbel genoegen zoudt gij dan, Mylord, langs mijne zoomen dolen en hooren hoe de vogeltjes u welluidende dankliederen toezongen. Laat steile dennen en koele espen over mijn nederig bed hare takken spreiden en, gebogen over den waterspiegel, er haar beeld in zien terugkaatsen! Laat geurige berkjes, uit een tapijt van blaauwbessen opgeschoten, mijne rotsige. heuvelen tooijen, en geef de kleine zangsters de digte meidoorn tot woning! | |
Blz. 300, regel 3:De twee allereerste exemplaren, acht en vijftig voet hoog, eerst honderd twintig jaar geleden uit Tyrol overgebragt en onder den naam van the parent larches bekend, als de voorouders der zeven en twintig millioen larixen, welke thans het charme van de goederen des hertogs van Atholl uitmaken, staan nog in levenden lijve in het park te pronk. | |
[pagina 385]
| |
eerst in 1810 gebouwd werd. Tot model strekte dat van den hertog van Argyll te Inverary, maar Taymouth is twintig voeten in het vierkant grooter. | |
Blz. 306, regel 29:My savage journey, curious, I pursue,
Till fam 'd Breadalbanc opens to my view, etc.
Written with a pencil over the chimney-piece
in the parlour of the inn at Kenmore,
| |
Blz. 307, regel 12:Terwijl, in den jare 1751, de Pruissische beeldhouwer Nahl, bezig aan het praalgraf der familie von Erlach in de kerk te Hindelbank, een dorpje in de buurt van Bern, bij den predikant Langhans logeerde, kwam diens schoone en beminnelijke vrouw, op acht en twintigjarigen leeftijd, in de kraam te overlijden. De kunstenaar, getroffen door de ontroostbare droefheid van haren echtgenoot, kwam op het vernuftige denkbeeld van de voorstelling, welke thans nog de reizigers naar het nederige dorpje heentrekt. Hij verbeeldde namelijk Mevrouw Langhans op den grooten dag, dat de graven hunne dooden zullen opgeven, met haren zuigeling in hare armen, terwijl zij in zalig ongeduld de reeds doorgebrokene zerk tracht te verwijderen. | |
Blz. 310, regel 26:Amédée Pichot bewandelde de Trosachs ruim dertig jaren geleden en beschrijft het pad aldus: ‘Les guides-bateliere nous précédaient avec leur rame sur l'épaule. Nous étions presque surpris de les voir deviner des sentiers à travers ces rochers qui semblent fermer le vallon par une barrière impénétrable; insensiblement nous nous trouvâmes au sein du défilé. La grandeur sauvage des Trosachs révéla à mon imagination une nouvelle espèce de sublime dans la nature dont je n'avais aucuue idée. | |
[pagina 386]
| |
Sir Walter Scott a décrit dans ses vers, sous des images un peu fantastiques, cette masse confuse de rochers, de montagnes et de bois, mais il est impossible peut-être à la poésie d'en crayonner les principaux traits autrement que par des comparaisons. La peinture aurait ici tout l'avantage; mais quel cadre assez vaste pourrait embrasser ce gigantesque tableau dans son ensemble? Au milieu du défilé même, ces immenses fragments de rochers qu'on dirait les ruines de quelque tremblement de terre, semblent menacer d'écraser encore, par une nouvelle chûte, le voyageur téméraire; les uns sont effrayants par leur nudité, les autres sont tapissés par la mousse et les vastes feuilles en éventail de la fougère. De quelques crevasses s'échappent les troncs élancés du saule-tremble, dont les branches pendent comme une longue chevelure. Aux cimes les plus hautes, le moindre souffle fait flotter çà et lá, semblables à des bannières, les plantes grimpantes et les rameaux des bouleaux et des pins. Enfin, au-dessus de toute la décoration singulière de ces précipices, s'élèvent les cones du ben-Ann et du ben-Venue, immenses et éternelles pyramides qu'on dirait avoir bravé seules l'épouvantable convulsion qui a jeté à leurs pieds tant d'énormes débris. Au moment où ces monts frappèrent nos regards, les rayons du soleil les couronnaient d'un diadème de feu, et l'évaporation de leurs cimes y faisait onduler une légère fumée diaphane et bleuâtre, semblable à un élégant panache.’ Voyage historique et littéraire en Angleterre et en Ecosse, T. III., lettre 94. | |
[pagina 387]
| |
Blz. 320, regel 11:‘Terme moyen, M. Constable, l'éditeur, a vendu vingt mille exemplaires de chaque roman, valant dix millions de francs. Sur cette somme M. Constable a payé à l'auteur environ quinze cent mille francs de copy-right, depuis 1814. La première édition de chaque roman est tirée a dix mille. Walter Scott a reçu récemment mille guinées pour le seul petit poème dramatique de Halidon Hill. Ses poèmes, qui se sont vendus autant que ses romans, lui ont valu près d'un million; ses biographies, ses articles de joumaux, ses préfaces, ses commentaires, n'ont pas été non plus pour lui des pages perdues.’ A. Pichot, Voyage historique et littéraire en Angleterre et en Ecosse, T. III., lettre 93. | |
Blz, 322, regel 11:In 1826 bedroegen de schulden van Sir Walter Scott £ 117,000. Het eenige wat hij verzocht was tijd. Binnen vier jaren had hij er al £ 70,000 van afgedaan. | |
Blz. 422, regel 25:Washington Irving schrijft in zijn verslag, nopens de dagen ten huize van Sir Walter Scott in 1816 doorgebragt: ‘Dryburgh-abbey staat op het goed van den graaf van Buchan en had voor Scott veel belangwekkends, doordien het den familie-grafkelder en de gedenkteekenen zijner voorvaderen bevatte. Hij toonde veel spijt te gevoelen, dat dit alles in het bezit en onderworpen was aan de bemoeijingen van den graaf, die als iemand van een wispelturigen aard bekend stond. Laatstgemelde stelde echter veel belang in deze overblijfselen en had een le- | |
[pagina 388]
| |
vendig verlangen te kennen gegeven, van te eeniger tijd de eer te hebben om Scotts tombe bij de gothische overblijfselen te voegen, eene achtingbetuiging in het vooruitzigt, waarvan hij, die er het voorwerp van was, geenszins behagen vond.’ | |
Blz. 325, regel 3:Tegen de helling van den berg, waarop de citadel gebouwd is, ziet men te Stirling nog zeer oude straten en middeneeuwsche gebouwen, in vroegere tijden door den adel bewoond. Argyll-house, het voornaamste, thans een hospitaal voor militairen, is een allermerkwaardigst overblijfsel van voormaligen Schotschen bouwtrant: ronde torentjes aan den voorgevel en aan de hoeken, puntige leijen daken, eigenaardig geornementeerde ramen. Ook het huis van den regent Mar, onvolbouwd gebleven, wegens zijn dood, tot straf, zegt de overlevering, voor zijne heiligschennis van de steenen en beeldhouwwerken, afkomstig uit de door hem geslechte abtdij van Cambuskenneth, ter versiering van zijne woning, te hebben gebezigd. Men leest de volgende twee zonderlinge opschriften in den gevel; aan de eene zijde: The more I stand in open light,
My faults more subject are to sight;
I pray all lookers on this lodging
With gentle eye to give their judging,
aan de andere: Speak forth and spare nought,
Considerwell and care nought.
| |
[pagina 389]
| |
het geschriftje al de kenmerken draagt. Het bevat de schoone gezegden van Spurgeon, toen hij een kleine jongen was, opgeteekend uit den mond van zijn vader en grootvader; eene opgave van het ongemeene debiet zijner preeken; - 20,000 exemplaren zijn er van in America verkocht; uit Canada wordt geschreven, dat de uitgevers maatregelen mogen beramen, opdat de leerredenen zoo spoedig derwaarts gezonden worden als ze te Londen het licht hebben gezien; - eene lijst van hooge personagiën, die den gevierden prediker plegen te hooren, in navolging van de court-intelligence uit de Times, en van de bekeeringen door hem bewerkt, in navolging der genezingen, door middel van de Holloway-pillen en de Revalenta Arabica. Het boekje is voorzien van een portret, van de af beelding van zijn geboortehuis en van zijne eerste kapel te Waterbeach. Zulke kwakzalverijen, waarin het niet missen kan of Spurgeon heeft de hand, bederven het karakter van nederigheid en ernst des Evangeliedienaars. De volgende korte schets van zijn leven is uit bovengenoemd werkje overgenomen. Charles Haddon Spurgeon werd 19 Junij 1834 te Kelvedon, een dorp van twee duizend inwoners in Essex, geboren. Tot zijn zevende jaar werd hij ten huize zijner grootouders door eene ongehuwde tante opgevoed. Toen het kind naar zijne ouders terug zou keeren, waren deze in dien tusschentijd naar Colchester verhuisd, waar de kleine jongen voor het eerst naar school werd gezonden. Van daar kwam hij in 1849 als ondermeester op eene school te Newmarket, alwaar hij zich bijzonder op het Fransch en Grieksch toelegde. 3 Mei 1850 werd hij gedoopt. Een jaar daarna verwisselde hij de school te Newmarket met eene andere te Cambridge. Aldaar zette hij het verspreiden van tractaatjes voort, en zijne toespraken op de zondagscholen wekten al spoedig de aandacht. Weldra werd hij, hoewel nog geene zestien jaren oud, geroepen to exhort a village congregation, en werd lid van the lay | |
[pagina 390]
| |
Preacher's association, waar hij ook al spoedig het woord voerde. Het doel dezer association was, arme dorpelingen uit de buurt van Cambridge in staat te stellen het Evangelie te hooren in hunne eigene woningen, waar zij zich niet voor hunne schamele kleederen behoefden te schamen, en hen te gelijk van leeraars te voorzien, die de kunst verstonden, deze menschen in hunne taal en op hun toon toe te spreken. In een dezer dorpen, te weten in eene hut te Teversham, preekte Spurgeon voor het allereerst. Na de bezigheden zijner school, die hem echter niet veel te doen gaf, ging hij er iederen avond heen, ten einde den ingezetenen een goed woord te doen vernemen. Spoedig kreeg the boy preacher, gelijk hij werd bijgenaamd, ook uitnoodigingen tot het vervullen van preekbeurten in verder gelegene dorpen en steden, en Waterbeach, een der dorpen, waartoe the lay Preacher's association hare bemoeijingen uitstrekte, verlangde Spurgeon tot vasten predikant. Hij was toen achttien jaar. Een paar jaren later werd hij, naar aanleiding van eene toespraak door hem bij gelegenheid van eene meeting der Cambridge union of Sunday schools tot predikant in de Baptist chapel, Parkstreet, te Londen beroepen, waar hij in Januarij 1854 zijne intrede deed. | |
Blz. 338, regel 19:Several rooms of the establishment were let for a variety of purposes. The duke of Argyle and lord Selkirk deposited the titiedeeds of their estates and other valuable documents there. Apartments were also rented to printers, stationers, booksellers and others. W. Steven, Memoir of George Heriot; with the history of the hospital, founded by him in Edinburgh, p. 157. De volgende uittreksels zijn uit hetzelfde werk genomen. De schrijver, vroeger headmaster, daarna inspector van het hospital, was juist twee maanden vóór onze aankomst | |
[pagina 391]
| |
te Edinburg komen te overlijden. Hadden wij het voorregt gehad den bekwamen man nog in leven te treffen, voorzeker niemand ware ons een beter leidsman geweest en had ons gemakkelijker in staat kunnen stellen genoemde instelling en andere dergelijke in de meest mogelijke bijzonderheden te leeren kennen. | |
Blz, 339, regel 22:We have no hesitation in saying, that the reins of the internal government of the Institution were at times not held by practised and steady hands. Several of the persons originally placed at the head of the Hospital had never received a liberal education; they were decayed tradesman and were totally unacquainted with the management and the right training of the boys. Some of them too, when placed in the House-Governor chair, carried themselves rather cavalierly towards those to whom the business of education was more immediately entrusted. Hence there were frequent jarrings, and the very object for which those individuels had been appointed was too much neglected. P. 143. | |
Blz. 340, regel 8:Relaxation of discipline among the boys is one of the great evils chiefly felt and complained of by their teachers; absence from school and from the house, disobedience to the masters and contempt of the established rules of the Hospital, have been frequent for some time past; and although many examples have been made, and very different modes of punishment inflicted, yet these have been attended with little good effect. One great source of the evil, it is imagined, consists in the boys of the house being permitted to mingle, at pleasure, with idle and unprincipled boys of the town, by whom they are corrupted........The committee are of opinion, that any hardships which may arise from this alteration would be re- | |
[pagina 392]
| |
moved, if larger bounds of exercise and diversion were allotted to the boys than what they enjoy at present, and they submit to the Council, whether a part of Heriotsgardens could be devoted to any purpose so agreeable to the great ends of the Institution, or the purposes of the benevolent founder.... Having submitted the above proposals respecting discipline to the Council, the Committee beg leave to observe concerning the mode of education hitherto followed in the house, that the great defect under which it labours is the employing too much time upon the few branches that are taught there. P. 166-168. | |
Blz. 346, regel 1:Op het vasteland loopen de treinen gewoonlijk slechts vijf en twintig à dertig mijlen in het uur. De meeste ongelukken vinden in Engeland hunne oorzaak in den overmatigen en gewetenloozen spoed. Verleden jaar ging het er zoo erg mede, dat er te Birmingham eene meeting over gehouden werd. Lord Brougham stelde voor, de vaart der treinen met die op het vasteland gelijk te stellen, maar men riep van snorwagens en trekschuiten, en his Lordships recommendations as to easy-going trains were by no means grateful to the truly British audience around him (Times, 10 Oct. 1857). Zoodat niemand met den staat van zaken ontevreden blijkt, en geen Engelschman, zes dagen aan de dienst van den Mammon, onder de benaming van business, wijdende, er een been in ziet, voor een stoffelijk belang zijn eigen leven, benevens het geluk en de toekomst van vrouw en kinderen op de waagschaal te stellen. | |
[pagina 393]
| |
terdem zum Theil ein ganz besonderes Familien-Interesse, da sehr viele Portraits der Ahnen sich darunter befinden, van der Hand Titians, van Dycks und Rubens's gemahlt. Briefe eines Verstorbenen, Th. III, s. 200. | |
Blz. 353, regel 23:Als een student gezien wordt na negenen op straat met eene vrouw te staan spreken, wordt hij door een daartoe aangesteld Academisch persoon aangetikt en moet - hoe snugger! - den inhoud van het gesprek opgeven. Eerst na drie jaren in een college te zijn geweest, mag een student bij burgers inwonen. | |