‘Wenst u uw geld nog steeds aan een weeshuis na te laten?’ vroeg hij. De grijze dame glimlachte geheimzinnig.
‘Ik heb een erfgenaam gevonden,’ zei ze en haar ogen twinkelden toen ze het verbaasde gezicht van de notaris zag. ‘Neemt u maar pen en papier, dan zal ik u dicteren,’ gebood ze en hij gehoorzaamde.
‘Hierbij uit ik de wens dat, na mijn overlijden, mijn gehele fortuin aan mijn lieve vriendin Tefla zal worden vermaakt, op voorwaarde dat ze voor mijn kater Theo zorgt, tot zijn dood.’ Het was een zeer ongewoon testament, maar de notaris schreef alles precies zo op, omdat hij wist dat oude rijke dametjes vaker vreemde testamenten opmaken. Theodora plaatste haar handtekening onder het geschrevene en deed hem toen uitgeleide. Geen van beiden echter merkte het meisje op dat achter de deur had staan luisteren en nu wegdook in de schaduwen van de lange donkere gang. Het was Tefla en haar knappe gezicht was lelijk van kwaadaardige gedachten en een brede wolvegrijns.
Drie maanden later stierf Theodora, heel plotseling. Midden in de nacht werd de arts uit bed gebeld door Tefla die heel paniekerig klonk, en hij spoedde zich naar het grote huis. Maar toch was het al te laat. Theodora lag in bed, koud en roerloos en morsdood. De dokter bevestigde na een vluchtig onderzoek Tefla's theorie dat de oude vrouw in haar slaap was gestorven. De notaris werd erbij gehaald, hij las het testament voor en zo werd Tefla de nieuwe meesteresse.
En het prinsesseleven begon. Zij leefde op zeer luxueuze voet, terwijl Theo wegbleef en zich enkel zo nu en dan vertoonde. Hij kreeg dan een reepje vlees toegeworpen of er stond een bakje verzuurde melk voor hem op de stoep.
Op een opmerkelijk zonnige dag zat Tefla in haar grote schaduwrijke huis, lui uitgestrekt in een tuinstoel, een modeblad op haar schoot. Plezierige gedachten vol geld dwarrelden door haar hoofd. Toen zag ze Theo en hij zag haar, had haar al een hele tijd vanuit een boom beloerd. Zijn ogen werden enorm groot en geel en ze schenen groter en groter te worden. Tefla stond op, knipperde met de ogen en hij was weg. Waar naar toe? Nerveus keek ze om zich heen. Het was ineens doodstil geworden, Tefla werd steeds maar nerveuzer. Ze haastte zich naar binnen en toen ze de deur achter zich wilde dichtdoen, schoot een lange gedaante door de kier naar binnen. Haar hart sloeg een paar tellen over, toen vermande ze zichzelf. Waarom moest ze bang zijn voor een kat?
Ze liep naar de keuken voor een glas cola, de kat volgde haar. Net