Ed Hart
Wan adyersitori/Een gelijkenis
Een man leefde met een vrouw en ze maakten gevaarlijk veel rumoer met elkaar, dag in dag uit. Ze vochten en vochten en vochten, één haternij. Hoe die man thuiskomt, hij hoeft zijn mond niet open te doen of zij begint gelijk te murmureren, over de buurvrouw, over dat de dingen zo duur worden, over de telefoontjes van die man - ‘Je speelt me, no?’ - en over al dat soort dingen meer.
Die man zijn hoofd ging ervan breken. Hij dacht: hoe ga ik doen? Ik kan niet meer tegen al dat schandaal, het vreet mijn nieren op, ik verveel ervan. Die vrouw is krakelig. Ik kan niet tot haar praten en ik kan haar ook niet rammelen.
Die vrouw dacht: nooit zegt hij of ik iets goed doe, of niet goed. Ik strijk zijn hemden prachtig glad, hebben ze genoeg gomma? hebben ze teveel gomma? Ik doe mijn best, maar met niets kan ik hem pleasen. Nooit krijg ik een beetje waardering. Enfin, die haternij ging day in day out, niet één week, of één maand, maar wel twee jaar lang.
Op 'n gegeven moment nam hij een besluit. Hij kwam van het werk thuis en vraagt zijn vrouw een glas poedermelk. Ze brengt het - ‘Kijk het hier.’ - en begint weer met een vervelend iets aan zijn hoofd te zeuren. De man geeft geen antwoord. Dus die vrouw wráákte.
‘Hoor je me niet, kun je me geen antwoord geven?’ Hoe meer zij zich opwindt, hoe stijver hij zijn kaken op elkaar klemt. Zij timmert haar knokkels wit op de tafel. Hij voelt zijn hoofd groter worden. Dan springt hij op en roept: ‘Hoor no! Het is genoeg vrouw, a kaba. Vandaag, gisteren, vorige week, al jaren terug: altijd kroetoe. Ik kan niet meer met dat ding. Liever gaan we scheiden. Dus ik zeg je: kijk dit huis, kijk goed en neem alle dingen in dit huis waar je van houdt. Neem ze, ik maak me er niet druk om. Neem ze, smeek ik je, want zo kan ik niet verder. Zoek ergens een goed plaatsje en laat me in vrede.’
Zo gezegd, zo gedaan. Maar die vrouw van hem maakte bullebak achter zijn rug. Ze dacht: wacht maar baasje, ik krijg je nog wel. Maar haar mond zei: ‘Goed mijnheer, ik ga die dingen uitzoeken waar ik al de jaren door aan gehecht geraakt ben.’ Oké, de man werd rustig. Hij dacht: zonder trobbel heb ik die vrouw zover gekregen. Ze is 't eens met mijn voorstel. Ze kan nu bepalen wanneer ze gaat.