‘Ik?’ zei mati Koo. ‘Wel, ik zou liever voor de harde vuistslag kiezen: de pijn gaat na een tijdje wel weer over, maar als iemand leugens over jou vertelt, kan dat je zelfs uit je woongebied doen verbannen,’ antwoordde mati Koo.
‘En voor wat zou je kiezen?’ vroeg hij aan mati Babun.
‘Liever voor de leugens over mij, dan voor de harde vuistslag die mijn lichaam alleen maar gaat pijnigen,’ antwoordde mati Babun.
Mati Babun nam afscheid en ging weer weg. Zoals zij gewend waren, zou mati Koo het eerstvolgende bezoek moeten afleggen.
Langs de weg naar mati Babun stond een gigantische boom. Toen Babun op weg naar huis bij deze boom kwam, dacht hij: O, morgen komt mati Koo bij mij op bezoek, ik zou kunnen zorgen dat hij die harde vuistslag krijgt en zien of hij nog zegt dat hij liever voor een harde vuistslag kiest, dan voor een leugen over hem. Ik zaag de boom half door, waardoor hij bij een zachte windstoot al omvalt en mati Koo verplettert.
Vlak onder de boom stroomde er een kreekje waar bijna alle dieren die langskwamen, plachten te drinken. En dat was ook de gewoonte van mati Koo. Als hij daar zou staan drinken en een zacht windje zou gaan waaien, zou de boom op hem vallen. Zo gezegd zo gedaan.
Niets wetende van de snode daad van zijn zogenaamde vriend Babun, ging mati Koo de volgende morgen al vroeg op pad. Toen hij bij de boom kwam, ging hij zoals gewoonlijk bij de kreek een slokje nemen en wilde daarna even onder de boom zijn benen uitstrekken.
Maar een lichte bries stak op en plots viel de boom om en verpletterde mati Koo in de tokotoko [klei]. Er was niemand in de buurt die iets kon ondernemen om hem eruit te krijgen. Niemand zelfs die de omgevallen boom op zijn pad vond, zou kunnen vermoeden dat er een levend wezen onder lag. Voor mati Koo was geen redding nabij. Hij trok zich terug in zijn osu [schild] en wachtte tot de boom helemaal zou gaan wegrotten. En dat ging jaren duren. Mati Babun die zijn vriend Koo niet zag opdagen, begreep dat zijn val had gewerkt.
Na verloop van twaalf jaren was de boomstam helemaal verrot en kon mati Koo er onderuit krabbelen. Op een goede dag kwam hij mati Babun tegen en deze vroeg hem: ‘Mati Koo, waar ben je zo lang geweest, ik heb je in bijna twaalf jaren niet gezien.’
‘Wel mati Babun, het leven kent ook periodes van harde klappen, maar als je de pijnen weet te doorstaan, kan je je leven weer normaal voortzetten. En ik heb zo'n harde klap van het leven gekregen, maar