Nardo Aluman
Ipetymbo/Het oude been
In een dorp woonde een man bij zijn vrouw en haar familie in. Het was in de regentijd toen de man een grapje maakte tegen zijn vrouw. Hij zei dat hij eens heerlijk in de regen zou willen slapen. De vrouw vroeg hem of hij meende wat hij zei. Hij antwoordde: ‘Ja.’ Zijn vrouw begreep niet dat het een grapje was.
Hierna ging ze bij haar broers en vertelde wat de wens was van haar man. De twee broers reageerden hierop door te zeggen dat zij ervoor zouden zorgen dat de man heerlijk in de regen zou slapen. Diezelfde avond begon het te stortregenen en te bliksemen. De broers pakten de man en hij werd buiten het kamp in de open lucht in de regen vastgebonden. De hele avond werd hij zowel door de regen als door de muskieten gekweld. De volgende dag kon hij amper overeind komen, hij was totaal afgemat. Toen de broers hem bevrijdden van het ongemak, vroegen ze hem of hij heerlijk had geslapen. Hij antwoordde niet.
Op een goede dag, toen alles vergeten was, zei hij tegen zijn vrouw: ‘Zouden wij niet eens een paar dagen gaan jagen?’ De vrouw stemde toe. Op het jachtterrein aangekomen zetten zij vlug een jagerskamp op met een grote barbakot. Daarna begon de man een mutete [grote draagmand] te vlechten. De vrouw maakte hierbij een aantal opmerkingen, zoals: waarom de grote barbakot en de ruime mand en de haast waarmee dit alles gebeurde. De man zei dat hij het gevoel had dat in de omgeving veel wild zat. Steeds ging de man naar zijn vrouw om te zien of de mutete bij haar lengte paste. De vrouw vond dit allemaal een vreemde zaak.
Toen de mutete bijna gereed was, ging de man voor de laatste keer bij zijn vrouw om te passen. Terwijl de vrouw met de mutete bezig was, wurgde hij haar en bond haar vast in de grote mutete en tenslotte roosterde hij zijn eigen vrouw op de grote barbakot. Terwijl hij dit deed, zei hij tegen zijn vrouw dat hij deze handeling pleegde als wraakneming.
Toen de vrouw helemaal geroosterd was, pakte hij ze in deeltjes in de mutete en bracht dit naar het dorp bij zijn schoonfamilie.
Thuis aangekomen vertelde hij de mensen dat zijn vrouw bij de