vrouwelijke ik begint met te vertellen hoe zij zich voelt en hoe zij eruit ziet. Zij beschrijft zichzelf als iemand met een totaal aangetaste huid. Reconstrueren we de gebeurtenissen, dan komen die in het kort hier op neer: terwijl de vrouw naakt op het strand ligt, op de vloedlijn, komt een reusachtige octopus uit zee. De vrouw schrikt daar niet van, integendeel benadert zij de inktvis met grote tederheid. Zij omstrengelen als twee geliefden, de vrouw gaat zelfs (met haar hoofd) op in de inktvis. Vervolgens verdwijnt het beest in zee. De volgende morgen wordt de vrouw gevonden. Zij blijkt vreselijk toegetakeld te zijn door de zweetafscheiding van de octopus, haar huid is weggebrand, haar arm een klomp vlees. Zij moet voor maanden het ziekenhuis in. De politie en de artsen willen weten wat haar overkomen is, maar zij blijft hardnekkig weigeren iets los te laten. Als zij weer thuis is, heeft zij enkel nog contact met een buurvrouw en met haar huisdieren, maar ook de buurvrouw verdwijnt op een gegeven moment, beledigd omdat de vrouw ook tegenover haar niets loslaat. De huisdieren verdwijnen een voor een uit het huis. De ik-figuur bereidt zich voor om weer naar de octopus te gaan, nu voor definitief. De laatste zin: Ik ga me haasten, de tijd dringt, over een uur is het vloed.
De lezer merkt al aan het citaat waarmee we begonnen dat er iets aparts aan de hand is. Elk ander mens zou de doodsschrik van zijn leven krijgen, als hij opeens een tentakel van een reuzeninktvis zou voelen. Maar deze vrouw ervaart de dingen anders. De sfeer aan het strand is er ook naar: Ik genoot van het mystieke dat dan in de lucht hangt, een soort contact met iets groots. Het dier dat daar uit zee komt, vertegenwoordigt voor de vrouw duidelijk iets puurs, iets zuivers, iets wat alleen in de natuur terug te vinden is. Het is ook niet toevallig dat de vrouw naakt is, dus in een natuurlijke staat verkeert. Het woord ‘mystiek’ heeft in deze samenhang een grote betekenis, want wanneer zij opgaat in de octopus, ervaart de vrouw dat als iets goddelijks: Het was fantastisch; het was of ik een duik nam