No 2774.
J. de Graaff à Christiaan Huygens.
19 novembre 1692.
La lettre se trouve à Leiden, coll. Huygens.
Eed.le Gestrenghe Heer
UE heerlyckheden zullen myn Tardatie ten besten hoop ik duijden als hebbende niet wel durven toesenden voor en aleer ik de Journalen en aan Teyckeninghen ter Loop hadde naar gesien; hoewel ik ze vrij nauwkeuriger wel behoorden naar te sien maar nadien de tijt geëxpireert is, van ze Langer bij mij te houden hopende dat het UEd.le niet qualyck zal gelieven te nemen als verzekert zynde wegens UEd.le wijsheyt en goede intentie dat er dus Langh mede hebbe getoeft; brengende hiermede de heen en werom reyse in een gebondenGa naar voetnoot1); met UEd.le instrucktie wat op de Reyse ontrent de horologien te doen staatGa naar voetnoot2) mits Gaders, een verdedinge van de vorige ryseGa naar voetnoot3) daarin Een TafelGa naar voetnoot4) in is uijt beeldende de Cortheyt off Lankheyt des pendulums naar maten van yder Graat bretens alt welk ik UEd.le
hiernevens senden in voegen ik met alle behorelijcke Eerbiedigheijt ben en blijven zal UEd.le
Gehoorzamen en Eyge dienaar
J.D. Graaff.
Actum den 19 Novemb. Ao. 1692
Amstelodami.
Aande
Eed.le Achtbre Gestrenge wijse voorzienige Hr. Mijnhr. Cristiaan Huygens hr. van Suijlichem Tot s' Grav Haagh.
int noord
Eijnde.