No 2773.
S. van de Blocquery à Christiaan Huygens.
16 novembre 1692.
La lettre se trouve à Leiden, coll. Huygens.
WelEdele gestrenge Heer
Soo haest als mons.r de graaf van de Caap de bon Esperance was weder gekomen, en dat hij mij verhael hadde gedaen, dat het met de bewuste horologien zoodanig niet was gesuccedeert, als wel onze verwagtinge is geweest, heb ik hem aenstonts gerecommandeert dat hij sich behoorde te transporteere aen uwelEd: gestr: om hem mondeling te verhaelen t' geen hem omtrent deselve was ontmoet, ik heb hem t' zedert niet gezien, maer 2 brieven van UwelEd. gestr: aen mijn huijs zijnde besteltGa naar voetnoot1), heb ik deselve aen hem doen overhandigen, zoodat ik met verwondering uijt uwelEd. gestr: missive van eergister zieGa naar voetnoot2), dat hij niet alleen niet heeft gerescribeert, maer self ook niet overgegaen is, off zulcx door indispositie of ander toeval wierd veroorsaekt, weet ik niet, maer zal hem mergen eens bij mij doen komen om de reden te weeten, en hem ten minsten te doen rescribeeren, maer voor zooveel als ik uijt sijn rapport heb konnen vermercken zal het met de horologien niet gelukken, dan uwelEd. gestr: die meerder lumieres daeromtrent heeft zal sulcx beter weeten te oordeelen, en daerom zal het nodig zijn, dat hij van alles de pertinente kennis heeft, inmiddels zal ik blijve
WelEd. Gestr: Heer
u WelEd. gestr: zeer ootm: dr
v.d. Blocquery.
Amsterdm 16 Novemb. 1692.
WelEdele gestrenge Heer
de heer Christiaen Huijgens heer van Zelem &a &a
In
's gravenhage.