Oeuvres complètes. Tome VII. Correspondance 1670-1675
(1897)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekendNo 1828.
| |
[pagina 59]
| |
Vergeeft me dat ik niet eerder heb geantwoort. 'k ben een poos van huijs en zonderling belet, en nu eenige daagen gantsch niet wel maar bij nagt en dag van koortsen gequelt geweest. Voor eerst dan heb ik uEZg.L te bedanken voor de aangenoomen moeijte, als mede voor 't copiëren van die 2 Caartjens, 't geen ik uEd. niet gevergt zou hebben, maar was mijn meening en versoek het door een ander te willen laten doen. Ik ben beschaamt dat uEd. zo veel moeijte voor mij doet, en niet min verlegen met die 10 gesondene ducatons; inderdaad ten behoort zo niet, zal uEd. de moeijte op zig hebben geladen en de schade noch voor zijn rekening nemen, ik beken zo ik hier in toestond dat ik mij zelfs van geen onredelijkheid zou konnen verschoonen en derhalven verzoek ik zeer vriendelijk (want tusschen ons God lof en komt 'et immers op 10 Ducatons niet aan) dat uEd. mij van mijn resterende portie als die ontfangen zal mogen zijn, zoveel minder gelieve te zenden. Uw antwoord aan den Raatpensionaris bevalt mij wonderlijk welGa naar voetnoot3): maar wie hem daar van iets gezeijt mag hebben, weet ik niet. 't naast dat ik gissen kan, zo moet hij 't hebben uijt de mond van d'Heer van Beuningen met wien ik, lang voor onse reijs, gelijk ik uEd. ook geseijt heb, aangaande het bedammen van de IJsel eens gesproken heb, om te weten of die aangelegen provincie dat buijten kennisse van d'andere wel zouden konnen en vermogen te doen. Ik heb aan de Secretaris Nieustat Copij van 't verbaal gezonden zonder de Caarten, maar heb nog geen antwoord. of ik hem van 't abuys van de opgegeven maat onderregt heb, weet ik niet wel. 't eerst dat ik weder occasie vind om aan hem te schrijven of bij hem te wezen, hoop ik hem daar van te onderregten. Eindigende zal ik blijven Mijn Heer UEds. dienstwilligen dienaar J. Hudde. met zeer grooten haast den 22 may 1671. Amst.
ik vind uijt het leven van verscheijde menschen op wiens lijf alhier te Amsterdam lijfrenten zijn verkoft inde jaren 1687Ga naar voetnoot4), 88, 89 &c. een geheel andere ordre als die EngelsmanGa naar voetnoot5) ons heeft opgegeven. Wanneer ik volkomen klaar zal zijn, zal ze uEd. communiceren. Wenschte ook wel te weten wat nieuwe concepten de Raatpensionaris dienaangaandeGa naar voetnoot6) hadde, zo ze communicabel zijn. Mijn Heer Mijn Heer Christiaan Huygens van Zuilichem pt. in 's Gravenhage. |
|