No 943.
Christiaan Huygens à [Dirk Rembrandtsz. van Nierop].
[1661.]
La minute se trouve à Leiden, coll. Huygens.
La lettre est la réponse au No. 897.
Sommaire:
Aen Dirck Rembrandtsz. Wiens bries dat in sijn antwoort aan Cocceius.
niet eer geantwoordt omdat beproeven wilde. middel eerst gevonden om 't horologe net op sijn maet te stellen. wat geobserveert heb, sal het uijtgeven. sijn redenen en van Wendelinus seer los. kan hem nu verseeckeren dat soo wel de experientie als de reden de aequatie confirmeert, soodanigh als bij d'oude en Ptolemaeus en Copernicus is beschreven. Te weten uijt beyde d'oorsaecken, Eccentriciteyt en obliquiteit van de Ecliptica. Hoe die gereeckent wert uyt Ephemerides, verklaring door t horologe. Waer 't meest verschil. exempel. Epocha te stellen en hoe het in de maens plaets te nemen verschelen soud. wat dagen langer of korter als middelmatige, wanneer de langste en kortste. Van Ticho Brahe is 't belachelijck die d'eene oorsaeck wil overgeslagen hebben sonder nochtans iets te stellen dat deselve compensere ende te niet doe, ende meent dat in t rekenen van de maens Plaets een besondere effening des tijts magh gemaeckt werden. Aengaende d'observatie van 't pendulum van WendelinusGa naar voetnoot1) is valsch, soude 1/70 langer moeten wesen 's winters. Beyde sijn boeckenGa naar voetnoot2) hebbe met vermaeck gelesen oock sijn andere boekGa naar voetnoot3) soude te veel van te seggen hebben. dat hij eens hier komt, en mijn naem oock somtijts daer in gespelt gevonden en veeltijts met onverdiende lof, hoor niet dat Cocceius noch antwoordt. Van wie den brief is die hij in sijn refutatie bijbrenght.