Oeuvres complètes. Tome III. Correspondance 1660-1661
(1890)–Christiaan Huygens– Auteursrecht onbekendNo 897.
| |
[pagina 344]
| |
enige on-evenheijt hier in te zoeken, gelijk te zien is int begin des vierden hooftdeels van mijn AstronomiaGa naar voetnoot2) zijde 37. Ook gedenkt mij hier over noch, dat doen ick de eerstemael quam te spreken met den wijtvermaerden heere R. Des Cartes, mij in questie voorstelde, en ook dat het zijn gevoelen was, dat een winterse natuerlijke dach, of etmael, korter was dan de somerse, en ofmen zulks niet zoude konnen ondersoeken inde omloopers om jupiter. Nu also ick verstae dat bij u een niewe vont van uurwerken voortgebracht wort, die den tijt heel net afmeten, en dat je met dese dingen al int werk geweest zijt, en zo mij geseijt is, al enige on-evenheijt gevonden hebt: zo is dan mijn vriendelijk begeeren, of je mij hier nader bericht van wilt schrijven, hoe ende waer dese on-evenheijt gevonden wort: off se volgens Tycho brahe alleenlijk door de scheefheijt vanden zodiak voortkomt, dan ofse ook door d'uijtmiddelpunticheijt veroorsaekt wort, ofte ook andere tot noch toe onbekende oorsaeken. Doch om dit wel te ondersoeken zouden (mijns oordeels) al verscheijden jaeren toe van noode wesen, om te besien of het al met het voorgaende overeenkomt. ook dat godefried wendelinus seijt dat swinters meer slingers in een uur komen dan somers. Hier me eijndigende blijve Ue zeer toegedaene vrient Dirck Rembrantsz. Nieu-nierop den 24 September 1661.
Ick vertrouwe dat u al in kennis gekomen is mijne aertrijks bewegingGa naar voetnoot3), als ook 't antwoortGa naar voetnoot4) op den brief tegen J. Coccaeus beijde in desen jaer gedrukt t' amsterdam.
Eersaeme zeer bescheijden Heer Jonckheer Christiaen Huijgens van Zuylichem vermaert Mathematicus woonende bij het prinsenhof in s Gravenhage L. |
|