Mijn jeugd
(1987)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermdTwee volmaakte predikanten: Wtenbogaert en DonneVan twee onvergelijkelijke kanseltheologen uit onze tijd heb ik kunnen constateren, dat zij hierin en ook in heel veel andere opzichten een wijze middenweg bewandelen tussen de twee uitersten van de Franse en de Engelse methode. Dat zijn J. Wtenbogaert in Nederland en J.Donne in Engeland, die ik gaarne wat uitvoeriger in herinnering breng, nu wij het over de redenaarskunst hebben. De eerste is door het noodlot onttrokken aan de zwaar beproefde kerk van ons vaderland.oaant. De laatste maakt mij afgunstig op de Engelsen, die deze hoogst waardevolle deken van St. Paul's Cathedral in Londen in hun midden hebben. Altijd als ik hun gaven van geest en hun redenaarstalent met elkaar vergelijk, zie ik hen op eenzelfde hoogte. Diep in mijn hart staan zij gegrift, als modellen van absoluut volmaakte welsprekendheid. Ik ga niet in op hun beider geleerdheid, daar is het hier de plaats niet voor. Maar op het punt van welsprekendheid houd ik staande, dat naar mijn mening onze | |
[pagina 64]
| |
tijd in niets voor de oudheid onderdoet, zolang hij dergelijke mannen telt. Zo iemand voor deze mening een argument wil, dan denk ik dat het genoeg is erop te wijzen dat hun welsprekendheid hun bij de geboorte lijkt te zijn meegegeven. Zij is als een zeldzame gave des hemels. Ik durf rustig te zeggen dat er zonder haar geen retorische vaardigheid van enige waarde bestaat. Bij deze mensen was (als ik aan een groot aantal andere aspecten voorbij mag gaan) de presentatie echt, of het nu ging om het eenvoudige genre of het verheven genre met al zijn pathos. Zij zetten zich op de kansel geen toneelmasker op om dat thuis weer af te leggen. In beide situaties bleven zij zichzelf gelijk en waren zij even bewonderenswaardig. Door een mysterieuze innemendheid drongen zij door tot in de ziel en namen haar mee in hun hoge vlucht. Maar het belangrijkste was, dat zij met hun natuurlijke gratie alle retorische opsmuk zonder problemen konden missen. En hoe verder zij zich hielden van gekunsteldheid, hoe overtuigender zij waren. |
|