127 ±14 07 1620 Ged., dl. 1 p. 186
Toelichting
Huygens vertrok op 25 april 1620 naar Venetië in het gevolg van François van Aerssen (Huygens, ‘Journaal van zijne reis naar Venetië’, p. 64). Het verblijf aldaar duurde tot 5 juli (a.w., p. 132-133). Huygens heeft geen zuidelijker delen van Italië bezocht en is niet in Rome geweest, zoals zijn gedicht enigszins suggereert. Huygens heeft ‘Italia decolor’ op 13 augustus 1620, enkele dagen na thuiskomst, aan Daniël Heinsius gestuurd (Br., dl. 1 nr. 89). Waarschijnlijk hebben ook Cesare Calandrini en De Dominis het gelezen (Br., dl. 1 nr. 91; over hen zie nr. 120, comm. bij vs. 24).
Een negatief oordeel over Italië, zoals verwoord in dit gedicht, was niet ongebruikelijk (Frank-van Westrienen, De Groote Tour, p. 177; zie ook Marnix, De opvoeding van de jeugd, p. 59). Mogelijk is Huygens' gedicht beïnvloed door Franse anti-Rome poëzie uit de 16e eeuw (zie MacPhail, The voyage, hst. 3).