121 ←17 09 1618 Ged., dl. 1 p. 122
Toelichting
Op 10 juli 1618 bracht koning Jacobus een bezoek aan Caron om kersen uit diens tuin te eten, iets wat hij ieder jaar deed. Bij die gelegenheid bracht de gezant Huygens' bedrevenheid in het luitspel onder de aandacht van de koning. Jacobus had op dat moment geen tijd voor muziek, maar hij beloofde enkele weken later de jongeman alsnog de gelegenheid te geven zijn talent te tonen op Bagshot. Dit was een landgoed dat hij in bruikleen had gegeven aan Caron en dat hij jaarlijks bezocht om er te jagen (Br., dl. 1 nr. 50; over Bagshot zie De vita propria 1,490-494). Pas op 17 september kon Constantijn zijn ouders berichten over de afloop. Jacobus was de week ervoor inderdaad op het genoemde landgoed geweest en had zich een klein half uur het luitspel laten welgevallen en zelfs waardering getoond (Br., dl. 1 nr. 56; De vita propria 1,490-499).
Het gedicht is besproken door Bachrach (Sir Constantine Huygens, p. 141 en appendix 36 met vertaling).