67 04 09 1610→ Ged., dl. 1 p. 23
Toelichting
Een verwant verhaal komt voor in de 16e-eeuwse Spaanse apophthegmataverzameling Floresta española. Hieronder volgt de Franse vertaling uit de tweetalige editie uit 1614 (p. 42-43):
Deux Religieux allans par chemin de compagnie, l'un de l'ordre des Iacobins, et l'autre de S. François, se trouverent au gué d'une riviere qu'il falloit passer. Le Iacopin pria le Cordelier, puis qu'il n'avoit souliers ni chausses, qu'il luy pleust de le porter sur ses epaules, à fin que luy n'ostast ses chausses, ni ses souliers. Le Cordelier y consentit, et l'ayant chargé sur son dos, comme ils furent au millieu de l'eau, le Cordelier demanda au Iacobin, s'il avoit l'argent sur soy; le Iacobin respondit, qu'il avoit deux reaulx. Pardonnez moy, mon pere replica le Cordelier, que ma reigle me defend de porter d'argent sur moy: et en disant cela, le laissa cheoir dans la riviere avec son argent.
Hier figureren een ‘cordelier’ en een ‘jacobin’, d.w.z. een franciscaner en een dominicaner monnik. Voor beide orden zullen verschillende voorschriften met betrekking tot persoonlijke armoede hebben gegolden. De dominicaan moet zijn spot met de orderegels waaraan de ander is onderworpen, bezuren met een nat pak. In de versie van Huygens wordt de afstraffing van de boer voorbereid in de episode met de maaltijd.
In 1649 bewerkt Huygens de geciteerde tekst in het kader van een reeks sneldichten naar de Floresta. Hij voert wederom een monnik en een boer ten tonele, dit keer zonder enige introductie, waardoor de handelwijze van de monnik niet als vergelding wordt voorgesteld (Ged., dl. 4 p. 171):
Een Monick op geschort droegh een' Boer door een' plass,
En soo hij met den Boer halfwegen 'twater was,
Boer, sprack hij, hebt ghij geld ontrent u. Iae ick, seid hij.
O grouwel, riep de Mon'ck, en liet hem loss: daer leid hij.