Latijnse gedichten 1607-1620
(2004)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 113]
| |
(81 Hartelijk gegroet (Vervolg))aant.[17] Je zult misschien vragen waarom ik antwoord met verzen, terwijl je mij zelf eerst in proza schrijft, en waarom ik jou niet in proza mijn altijddurende genegenheid betuig. [21] Broer, ik was me ervan bewust dat je zeer druk bent met brieven en, veeleer nog, met poëzie. De eerste januari keert immers nu weer terug, heb je eraan gedacht? [25] Dat is de dag die altijd terugkeert op de cirkel, waarop wij vader een nieuwjaarswensje plegen te geven, als Apollo in zijn welwillendheid en goedgunstigheid het dicteert. [29] In de veronderstelling dat jij nu met zoiets bezig bent, wilde ik niets naar voren brengen dat een wanklank is bij het aangevangen werk, om jou tijdens je bezigheden niet tot last te zijn. [33] Een wanklank zal het mijne misschien blijken en het zal niet zó geperfectioneerd zijn als het gedicht dat jij stellig als eerste aan vader hebt aangeboden. [37] Maar als mijn vermogen te kort schiet, voor jou toch tenminste zal de goede wil voldoende zijn. Gering is wat ik bereik, maar ik toon veel goede wil. Vaarwel.
Brussel, 25 december 1611. 15 jaar. |
|