44 ←04 09 1608 Ged., dl. 1 p. 11
De Psyllen; een vertellingaant.
Toen in het land van de Psyllen de koude zuidenwind krachtig had gewaaid zodat waterstromen en bronnen opdroogden, eisten de Psyllen, boos op de zuidenwind omdat het hun toen aan waterstromen ontbrak, van de snelle zuidenwind de waterstromen en alle bezittingen op. Maar de vlugge zuidenwind streed tegen hen met een enorm leger van storm en hij bedekte hen allen onder bergen.
11 jaar, 1608.