7. De commentaar
Een belangrijk deel van de commentaar bestaat uit verwijzingen naar klassieke Latijnse poëzie. In de regel wordt zoveel geciteerd van de plaats waaraan Huygens heeft ontleend, dat de grammaticale functie van de door Huygens overgenomen woorden duidelijk is en de lezer zich een beeld kan vormen van het karakter van de ontlening. Wanneer alleen een makkelijk te isoleren element is overgenomen waarbij de context buiten beschouwing is gelaten, leek het citeren van de omliggende tekst niet zinvol. Wanneer Huygens een complete versregel zonder wijzigingen heeft overgenomen, wordt volstaan met de vindplaats. Wanneer een gedeelte van een versregel is weggelaten, wordt dat aangegeven met ‘...’. De notatie ‘excutior somno...’ houdt bijvoorbeeld in dat deze woorden aan het begin van de versregel staan.
Huygens' poëzie in hexameters bevat talrijke woordcombinaties die men aantreft in Schumanns Hexameter-Lexikon. Voorbeelden:
nr. 51 vs. 1: Rebus in adversis (a.w., dl. 4 p. 465); |
nr. 65 vs. 93: pro munere tanto (a.w., dl. 3 p. 470-471); |
nr. 65 vs. 166: mediis ... in undis (a.w., dl. 3 p. 309); |
nr. 76 vs. 159: crescentibus annis (a.w., dl. 1 p. 494). |
De commentaar bevat geen verwijzingen naar Schumann. Dat wil niet zeggen dat in de commentaar niet zo nu en dan plaatsen zijn opgenomen die ook bij Schumann voorkomen. Er is evenwel voor gekozen bij de opgave van parallellen minder significante woordcombinaties weg te laten, tenzij de context reden tot vermelding geeft.
Er is niet gezocht naar specifieke edities van klassieke auteurs die Huygens gebruikt kan hebben. Soms is tussen haakjes een variant weergegeven die overeenkomt met Huygens' tekst. Een voorbeeld uit nr. 126:
7 |
Io Arethusa - vocanti: Ov. Met. 5,625: et bis ‘io
Arethusa’ vocavit, ‘io Arethusa!’ (variant: et bis ‘io Arethusa, io Arethusa!’ vocavit). |
Klassieke Latijnse schrijvers zijn veelal geciteerd naar de cd-rom phi 5.1 (zie de lijst van edities onder ‘Latin canon’).
Een enkele keer vermeldt de commentaar een frase uit het werk van een Neo-latijnse auteur als parallel. Deze verwijzingen zijn in het algemeen het resultaat van toevallige vondsten en niet van systematisch onderzoek. Dat enkele verwijzingen naar bijvoorbeeld Janus Secundus voorkomen, betekent niet dat Huygens' gedichten systematisch met het werk van deze auteur zijn vergeleken.