[Commentaar] Op 't rijmen vanden heere Constantijn Huygens, in 't legher voor Grol
Sonnet
A. Inleiding
Huygens schreef drie gedichten over Grol:
Sur le siège de Grol (W. II, 184) - Gulielmus Nassavius N. ad Grollam caesus. (W. II, 184-185) - Op de doorschoten kerck te Groll. (W. II, 185), respectievelijk op 18 aug., 20 aug. en 23 aug. 1627.
De feiten waren als volgt: 20 juli 1627 kwam de prins voor Grol; de bolwerken werden ondermijnd en de 18e aug. sprong de eerste mijn en werd er storm gelopen. 19 aug. gaf de stad zich over. (W. II, 184, noot 1, 2). Men vindt deze feiten kort vermeld in Huygens' Dagboek, uitg. Unger, p. 12: 20 Julii Castra metatur (drukfout voor mutatur) ad Grollam. 25 Julii Prima valliductio ad urbem. 30 Julii Tormenta majora adhibita. 18 Augustus. Grolla de compositione mittit. Occidit Guilielmus Nassovius Hollandiae admiralis summae spei. die connubii 136 (op de 136e dag na zijn huwelijk Vgl. W. II, 184 noot 2). 20 Augustus Praesidium hostile Grolla educitur. Deo laus in secula.
Huygens' gedichten op Grol werden voor het eerst gedrukt achter I.V. Vondelens Verovering van Grol, 1627 te Amsterdam bij W.I. Blaeu verschenen. (Zie de titelpagina, afgedrukt in de W.B. uitgave, II, 124). Onder de titel - Noch sommiger gedichten op de selve stof werd daar eveneens opgenomen Hoofts Op 't rijmen vanden Heere Constantijn Huygens in 't leger voor Grol. (Leendertz, Bibliographie p. 42, en 202).
Huygens' Sur le siège de Grol beschrijft hoe alle elementen: aarde, water, vuur, lucht meehelpen om Grol te doen vallen. Het Latijnse gedicht is een hommage aan de dappere bastaardzoon van Maurits en Margaretha van Mechelen, 18 aug. bij Grol gesneuveld (W. II, 184, noot 2).
Het derde gedicht Op de doorschoten kerck te Groll vermeldt hoe de heiligenbeelden omlaag zijn gestort en tegen elkaar te pletter geslagen (‘'t Zijn wree' mirakelen daer Sant op Heiligh slaet’), een feit waar Huygens niet om treurt: ‘Beeldenstormerij moet voor de preke gaen’.
De briefwisseling Hooft-Huygens enz. biedt over de totstandkoming van de Grol-gedichten het volgende, waarbij ik een dankbaar gebruik maak van de door H.W. van Tricht voor de nieuwe uitgave der Brieven verzamelde gegevens. Men zie thans het artikel van Van Tricht in Ts. 79, p. 1-9: Hooft, Huygens en Grol. 7 aug. 1627: brief Huygens aan Hooft (v. VI., I, 301): herlezing van Hoofts Henrik de Grote heeft hem veel genoegen verschaft. Hij zendt twee lofdichten voor dit werk (W. II, 181, 182). Het tweede lofdicht is van 9 aug., maar wordt met dezelfde koerier naar Den Haag gezonden aan Suzanna.
10 aug. Suzanna aan Hooft (v. VI. II, p. 456): ter begeleiding van de