Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdKooraant.Om beter alle kwaad
de grote God laat schieden,
des is 't een zotte daad
van onbescheiden lieden,
5[regelnummer]
tot achterdeel te dieden
het schijnbaar letsel ras,
aleer zij recht bespieden,
of 't schaad' of voordeel was.
Hetgeen dat dikwijls schijnt
10[regelnummer]
de mens te wezen tegen,
hij naderhand bevijndt
en had hij 't niet verkregen,
het ging hem niet te degen;
des is het zotheid blend
15[regelnummer]
de zaken t' overwegen
die u zijn onbekend.
| |
[pagina 91]
| |
Men moet met lijdzaamheid
zijn tegenspoed verdragen,
want dikwijls uit het leid
20[regelnummer]
spruiten de blijde dagen,
en als de zwaarste plagen
de nek ons drukken in,
is 't dikwijls Gods behagen
dat men een uitkomst vin’.
25[regelnummer]
Bij God is 't geen manier
staag hoger te verheven
degene die alhier
in hoge voorspoed leven,
maar wel die drukkig sneven,
30[regelnummer]
opdat Zijn hullep blij,
in hoge nood gegeven,
te wellekomer zij.
Zolang de mense, zwak
in 't ware nut te leren,
35[regelnummer]
zijn lichaams zware pak
door ziele voelt verheren,
moet hij geen hoop ontberen,
of hopens reên al schort,
want alle ding kan keren
40[regelnummer]
ter wereld op een kort.
En of er iemand waar',
die nooit geluk bespeurde
in al zijn leven, maar
van kind tot grijsaard treurde
45[regelnummer]
- wat nooit misschien gebeurde -
nog was hij boos van moed,
indien hij zich versteurde,
want God die meent het goed.
|
|