Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdP.C. Hooft, Liederen en gedichten (ed. Johan Koppenol). Athenaeum / Polak & Van Gennep, Amsterdam 2004
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Liederen en gedichten van P.C. Hooft, in een editie van Johan Koppenol uit 2004.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (10, 54, 56, 76, 78, 84, 86, 176) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Liederen en gedichten
[pagina 2]
Griffioen
Redactie: Johan Koppenol, Johan Oosterman, Olf Praamstra, Bart Ramakers, Ton van Strien, Els Stronks. Voor dit deel: Ton van Strien en Els Stronks.
[pagina 3]
P.C. Hooft Liederen en gedichten
Samenstelling Johan Koppenol
m.m.v. Emel Spaninks en Madeleine de Vetten
Athenaeum - Polak & Van Gennep
Amsterdam 2004
[pagina 4]
Deze uitgave is mede totstandgekomen op initiatief en met een subsidie van het Prins Bernhard Cultuurfonds
Copyright © Johan Koppenol/Athenaeum - Polak & Van Gennep, Singel 262, 1016 ac Amsterdam
Omslag Bram van Baal
Omslagillustratie Anoniem, Zingende herderin en fluitspelende herder, Kunstmuseum Basel, inv.nr. 535
isbn 90 253 0198 3 / nur 301
www.klassieken.nl
www.boekboek.nl
[pagina 5]
Inhoud
Galathea, zie de dag komt aan | 11 |
Vluchtige nimf, waarheen zo snel? | 12 |
Sonnet Nijdige tijd, waarom is 't dat gij u versnelt | 13 |
Fantasie Indien men poogt mijn hart van mijn liefs hart te scheiden | 14 |
Cephalus en Amarillis | 15 |
Amaryl, de deken zacht | 17 |
Sonnet Schoon' ogen, die vermoogt te nemen en te geven | 19 |
Zal nimmermeer gebeuren | 19 |
Twee grafschriften voor Brechje Spiegel, overleden 15 januari 1605 | 21 |
Zang Het vinnig stralen van de zon | 21 |
Zang Windeke, waar het bos van trilt | 23 |
Embleem. Twee narcissenbloemen op een stam | 24 |
Bruiloftzang op het huwelijk van Willem Jansz.-Hooft en Ida Cornelis Quekels | 25 |
Zang Periosta, die met trage stromen glijdt | 26 |
Sonnet Wanneer door 's werelds Licht de blindgeboren jongen | 28 |
Sonnet Zijt gij van minnaars smart een onverzaad'lijk vraatje | 28 |
Deuntje Als Jan Sijbrech zou belezen | 29 |
Zang Voogdesse van mijn ziel, uitmuntend hoog sieraad | 31 |
Sonnet ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief,’ zo sprak mijn lief mij toe | 32 |
Sonnet Gezwinde Grijsaard, die op wakk're wieken staag | 32 |
Sonnet Vonkende god of geest van godes naaste neven | 33 |
Sonnet Wanneer de vorst des lichts slaat aan de gulden tomen | 34 |
Velddeuntjes | 34 |
[pagina 6]
Emblemata amatoria | 37 | |
i Zij steekt omhoog het hoofd | 37 | |
ix Waarom gij meer dan ik? | 38 | |
xv Zij leeft en doet ook leven | 39 | |
xxiv Van u mijn licht | 40 | |
xxviii Voor vrijheid veiligheid | 41 | |
Zang Sterf'lijk geslacht uw zuchten schorst | 42 | |
Zang Hoger, Doris, niet, mijn gloedje | 43 | |
Zang Oorlog, oorlog blazen | 44 | |
Zang Rosemond, hoort gij spelen noch zingen? | 45 | |
Dartelavond | 46 | |
Zang Klare, wat heeft er uw hartje verlept? | 47 | |
Grafschrift van Christina van Erp-Hooft | 48 | |
Fantasie. Sonnet Gij minnaars die, door brand, het waat'rend oge ziedt | 48 | |
Sonnet Sinds dat meelijdenlooz' en overbolgen ramp | 49 | |
Schend uw perruik | 50 | |
Aan mijn lieve Leonoor, bij de eerste kersen van Muiden, anno 1630 | 52 | |
Uit 's-Hertogenbosch, aan mijn Leonora Hellemans | 52 |
Aan de kamer ‘In liefde bloeiende’. Uit Florence, 1600 | 57 |
Grafschrift van Roemer Visscher | 64 |
Sonnet. Aan de heer Constantijn Huygens | 64 |
Sonnet. Aan juffrouw Anna Roemers Visscher | 65 |
Een meiboom, aan Anna en Tesselscha Roemers Visscher gezonden na hun vertrek van het Muiderslot in 't jaar 1621, spreekt | 65 |
De meiboom, aan de juffrouwen Visscher gezonden, is overboord geraakt, strandt en spreekt tot de vinder | 66 |
Bruiloftzang van Allard Crombalch en Tesselscha Roemers Visscher | 67 |
Grafdicht van Anna Roemers van Wesel, levend begraven in de Zijp | 70 |
[pagina 7]
Sonnet. Op 't rijmen van de heer Constantijn Huygens, in 't leger voor Grol | 71 |
Op het verstoren van Petrarca's graf | 71 |
Op het Dagwerk van de heer Constantijn Huygens | 72 |
Op het orgelgebruik van de heer van Zuilichem, Constantijn Huygens | 73 |
Op de roemers beschreven door juffrouw Tesselscha | 73 |
Op het negende verjaren van de bruiloftsdag van Tesselscha Visscher en Allard Crombalch | 74 |
Aan juffrouw Tesselscha, op het kerstnachtje door haar gezongen, in 't jaar 1632 | 75 |
Castigatio. Voor de poort van het Spinhuis | 79 |
Op de Beurs van Amsterdam | 79 |
Op de poort van de Aalmoezenierskamer | 80 |
Op het Pesthuis bij Amsterdam | 80 |
Een ander | 80 |
Klacht van de Prinses van Oranje over de oorlog voor 's-Hertogenbosch | 80 |
Grafschrift van Zijne Hoogheid | 83 |
Koor Elk acht gelukkig 's prinsen leven | 87 |
Rei Waar zijt gij, vorsten, die alleenlijk om te woeden | 89 |
Koor Om beter alle kwaad | 90 |
Weet iemand beter saus | 92 |
Aan Pieter Jansz. Hooft Een luttel tijds moet ik uw bezigheid ontprachen | 94 |
Spreuk Vernuft der wereld, die teweegbrengt wat geschiedt | 95 |
Noodlot | 95 |
Stichtrijmen | 96 |
Loterijspreuk | 97 |
Aan een nieuwgeboren jongen | 97 |
[pagina 8]
Psalm 6 | 98 |
Dankbaar genoegen | 100 |
Gods goedheid | 106 |
's Mensen plicht | 106 |
Nawoord | 107 |
Toelichting | 132 |
[pagina 173]
Griffioen
Nederlandse literatuur voor 1850
Ysengrimus. Ed. Mark Nieuwenhuis |
Walewein, de neef van koning Artur. Ed. Ludo Jongen |
Diederic van Assenede Floris en Blancefloer. Ed. Ingrid Biesheuvel |
Ferguut. Ed. Willem Kuiper |
Merlijn, de tovenaar van koning Arthur. Ed. Frank Brandsma |
Hoofsheid is een ernstig spel. Ed. Theo Meder |
Is Brugge groot? Ed. Corrie de Haan en Johan Oosterman |
Voorbeeldig vertellen. Middelnederlandse exempelen. Ed. F.P. van Oostrom |
Boek van de wraak Gods. Ed. Wim van Anrooij |
Ridderboek. Ed. Geert Warnar |
Maria op de markt. Middeleeuws toneel in Brussel. Ed. Willem Kuiper en Rob Resoort |
Van schelmen en schavuiten. Laatmiddeleeuwse vagebondteksten. Ed. Herman Pleij |
De kikker die zichzelf opblies en andere Middelnederlandse fabels. Ed. Anda Schippers |
Hemels verlangen. Ed. Wybren Scheepsma |
Weet of rust. Proza van Coornhert. Ed. Henk Bonger en Arie-Jan Gelderblom |
Kamer, kunst en competitie. Teksten en documenten uit de rederijkerstijd. Ed. Johan Oosterman, Bart Ramakers e.a. |
P.C. Hooft Liederen en gedichten. Ed. Johan Koppenol |
Liederen van Bredero. Ed. E.K. Grootes |
Jacob Cats Huwelijk. Ed. A. Agnes Sneller en Boukje Thijs |
Constantijn Huygens Mijn jeugd. Ed. C.L. Heesakkers |
Korenbloemen. Gedichten van Constantijn Huygens. Ed. Ton van Strien |
De hond van de hertog van Alva. Ed. Yolanda Rodríguez Pérez |
Wat wonders, wat nieuws! Ed. Marijke Meijer Drees en Els Stronks |
[pagina 174]
In een web van vriendschap. Brieven van Nederlandse vrouwen uit de zeventiende eeuw. Ed. Mieke B. Smits-Veldt en Martha S. Bakker |
Joh. van Beverwijck De schat der gezondheid. Met gedichten van Jacob Cats. Ed. Lia van Gemert |
Hieronymus Sweerts De Tien Vermakelijkheden van het Huwelijk. Ed. E.K. Grootes en Rob Winkelman |
Lust tot poëzie. Gedichten van Vondel. Ed. Hans Luijten en Jan Konst |
Jacob Westerbaen Gedichten. Ed. Johan Koppenol |
De Grote Schouwburg. Schildersbiografieën van Arnold Houbraken. Ed. Jan Konst en Manfred Sellink |
Wie wil d'r mee naar Oost-Indië varen. Liedjes uit de Compagniestijd. Ed. Bert Paasman |
'k Wil rijmen wat ik bouw. Twee eeuwen topografische poëzie. Ed. Arie Jan Gelderblom |
Pieter Langendijk Het wederzijds huwelijksbedrog. Ed. Anna S. de Haas |
Justus van Effen Brief van een bejaard man en Reis naar Zweden. Ed. P.J. Buijnsters |
Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators. Ed. Dorothée Sturkenboom |
Pieter van Woensel De lantaarn. Ed. André Hanou |
Elisabeth Maria Post Het land, in brieven. Ed. Bert Paasman |
E. Bekker, wed. Ds. Wolff, en A. Deken Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Ed. Willem en Koosje Breekveldt, Joost Kloek |
Belle van Zuylen Mijnheer Sainte Anne. Ed. Johanna Stouten |
A.C.W. Staring Ruisend valt het graan. Ed. Johanna Stouten |
De duinen gillen mee! Ed. Willem van den Berg en Johanna Stouten |
Huiselijke poëzie. Ed. Ellen Krol |
De gedichten van De Schoolmeester. Ed. Marita Mathijsen |
John Bake Reisbrieven. Ed. W. van den Berg |
[pagina 175]
Aarnout Drost Hermingard van de Eikenterpen. Ed. Joke van der Wiel |
De burger schuddebuikt. Een bloemlezing uit het werk van de luimige dichters J.J.A. Goeverneur, P.T. Helvetius van den Bergh, Jacob van Lennep, J. van Oosterwijk Bruijn en W.J. van Zeggelen. Ed. Anton Korteweg & Wilt Idema |
Eduard Douwes Dekker/Multatuli Ik ben zwanger van denkbeelden. Ed. Annemarie Kets-Vree |
Pieter van Woensel De lantaarn. Ed. André Hanou |
Wat wonders, wat nieuws! Ed. Marijke Meijer Drees en Els Stronks |
Thomas Francois Burgers Dorp in het onderveld. Ed. Olf Praamstra |