| |
| |
| |
Toelichting
Galathea, zie de dag komt aan 11
In 1602 schreef Hooft deze gezongen dialoog tussen Galathea en haar minnaar die de nacht samen hebben doorgebracht. De twee zijn niet getrouwd, mogelijk zijn ze aan het ‘kweesten’, een Noord-Hollands gebruik waarbij geliefden op proef bij elkaar sliepen, zij onder, hij op de deken. Het lied past in de traditie van de middeleeuwse dageraadpoëzie. Hooft heeft gezorgd voor een knappe opbouw: in de eerste drie strofen reageert Galathea op haar minnaar, in de laatste drie is het andersom. De middelste strofe wordt óf door Galathea, óf door de geliefden samen gezongen.
spade laat; 2 marren wachten; 12 verried verloren liet gaan; 13 troost liefste; 21 als alles.
| |
Vluchtige nimf, waarheen zo snel? 12
Een minnaar roept zijn geliefde op hem niet te ontvluchten als een hert haar jagers, zij heeft immers niets te verliezen: de liefde hoort bij de jeugd, straks is het te laat. Het liedje uit ca. 1603 werd zeer populair in de kring rond Hooft.
2 wacht u wel pas op; 12 achterdeel nadeel; 14 met... scha met de bedoeling u kwaad te doen; 23 dat... deel dat gedeeltelijk; 27 voor op; 28 gaat glippen wilt ervandoor gaan; 29 ter stee meteen; 30 mee ook; 31 als alles; 35 dan maar dan; 37 boeverij speelse ondeugd; 40 spader later; 41 jonkheid... keer jeugd voorbijgaat; 42 passen betamen.
| |
Sonnet. Nijdige tijd, waarom is 't dat gij u versnelt 13
Hooft heeft enkele beroemd geworden sonnetten geschreven over de onverbiddelijke tijd en de manier waarop de mens die ervaart, een populair thema in de Renaissance. In dit sonnet, geschreven circa 1602, beleeft een minnares de tijd heel ver- | |
| |
schillend naargelang zij wel of niet bij haar geliefde is. Dit wijt zij eerst aan de Tijd, die zelf de liefde niet kent, en daarna aan de klokkenmaker die het uurwerk slecht heeft afgesteld.
6 hieten noemen; 8 kwalijk... gesteld slecht was afgesteld; 9 meester klokkenmaker.
| |
Fantasie. Indien men poogt mijn hart van mijn liefs hart te scheiden 14
Lied uit 1604 voor Ida Quekels. De titel ‘Fantasie’ moet worden vertaald met ‘Gepieker’. Het hart van de dichter is onlosmakelijk verbonden aan dat van zijn geliefde, maar toch bekruipt hem soms de onzekerheid en komen de tranen. Hij vermaant zich echter, de liefde is immers wederzijds. Hooft onderscheidt hier de aardse min en de geestelijke liefde. Idealiter gaan die twee samen, zoals in dit geVal.
8 niet... staag voortdurend knielen; 9 komt vermanen in herinnering brengt; 12 voorspook voorteken; 15 Verslaat bedroef.
| |
Cephalus en Amarillis 15
In deze komische, gezongen dialoog, een flitsend vraag-en-antwoordspel, verklaart Cephalus (kephalos is Grieks voor ‘hoofd’) Amarillis de liefde. Zij doet hem huishoudelijke tips aan de hand om van zijn verliefdheid af te komen. Als de vrijer zegt dat het een besmettelijke kwaal betreft, gaat ze er snel vandoor. Volgens de vrijer is dit de invloed van haar ouders.
14 altemet af en toe; 18 't rieden raadden het aan; 20 dapper... wachten krachtig voor de liefde zou hoeden; 21 de naast' nabij; 23 verbaasd verslagen; 29 neem... keer ga ervandoor; 34 leuren onzin; 37 gaf fluisterde; 39 domme zin sufferd; 41 ze krege de minneziekte kreeg; 42 terdege goed; 46 proeft probeer; 47-48 ried... dezen heeft mij dit nooit aangeraden; 49 't Is... niet De liefde is zoet, dus ga niet weg; 52 Om... keren vanwege die smart neem ik niet de moeite terug te komen; 54 vlie... vlijt vlucht snel; 56 bet beter.
| |
| |
| |
Amaryl, de deken zacht 17
Opnieuw een lied voor Ida Quekels uit 1604. Cephalo ijsbeert 's avonds voor het huis waar zijn geliefde danst en feestviert. Cupido helpt hem: als Cephalo al niet meer in een goede uitkomst durft te geloven komt Amaryl naar buiten, daartoe aangespoord door de wonderlijke kracht van de liefdesgod.
6 suien sussen; 8 in 't gemeen allemaal; 12 presenteert biedt aan; leiden brengen; 16 let hindert; 18 bolle welige; pluiken plukken; 22 de Min Cupido; 23 vooral eerst; 26 bewaard beschermd; 27 schichten pijlen; 28 proeft ervaart; 34 aan krioelt in rondzwiert; 39 glazen ramen; 43 't oog... mist mijn ogen mij bedriegen; 48 Troost liefste; 52 tuigde 't mijn vertelde het mij; 53 vijn ervaar; 54 tegen tegemoet; 56 u viel u inviel; 60 boô bode.
| |
Sonnet. Schoon' ogen, die vermoogt te nemen en te geven 19
In 1604 werd Hooft verliefd op Brechje Spiegel en raakte Ida Quekels op de achtergrond. De nieuwe verliefdheid verliep echter niet rimpelloos; Brechjes familie werkt tegen. In dit sonnet beschrijft Hooft de onzekerheid die hem kwelt sinds de moeilijkheden zich aandienden. Hij zoekt troost bij het beeld van zijn geliefde (hier Charifa genoemd) dat hij koestert in zijn hart, maar alleen de echte Charifa kan hem redden.
2 hersenstrik lus waarin de geesten (van de minnaars) gevangen raken; 6 wreev'le... schrik boze jaloezie en een verschrikkelijk lot; 8 ze nl. nijdigheid en ongeval; 13-14 dan... godinne dan dat zij (een afgodin van wie geen hulp valt te verwachten) mij doet denken aan u alleen, godin.
| |
Zal nimmermeer gebeuren 19
In 1604 brak Brechje Spiegel om onduidelijke redenen met Hooft. Vervolgens deed zij twee zelfmoordpogingen. Hooft, die van dit laatste niet op de hoogte was, schreef op 8 januari 1605 dit lied, dat inzet met zijn treurnis over de stukgelopen liefde, om te vervolgen met een mythologisch aangeklede vertelling
| |
| |
over de kracht van haar troostrijke tranen, die door Venus in parels veranderd zouden zijn en zo eeuwig hun kracht behielden.
1 gebeuren ten deel vallen; 5 onderdaan onderworpen; 6 verstrooide zinnen verwarde geest; haar annegaan er van haar worden; 8 overschone allerschoonste; 9 borst barstte; het... bedwang ze kon ze niet bedwingen; 16 is... macht kunnen goden dan niet huilen; 18 rozenhoed rozenkrans, attribuut van Venus; 19 vertrad vertrapte; 21 maaksel... krans de manier waarop mijn krans is gemaakt; 23 zo... ontging zodra zij dit gezegd had; 26 toverrieme riem met magische krachten.
| |
Twee grafschriften voor Brechje Spiegel, overleden 15 januari 1605 21
Een week nadat Hooft het vorige gedicht had voltooid, op zaterdag 15 januari 1605, overleed Brechje Spiegel, vermoedelijk als vertraagd gevolg van haar tweede zelfmoordpoging. Hooft bedwong zijn heftige emoties en schreef een aantal beknopte grafdichten.
2 besneden welgevormd; 3 zich onthiel woonde; 7 door... afkeer door afkeer van de wereld, die doet walgen; 8-11 van... ongemeinst stelde dit graf aan als meester over het lichaam, maakte onze eeuw een slaaf van verdriet, en maakte het verlaten aardrijk tot weduwe van de uitzonderlijkste deugden; 13 verheugelijke vroedheid verheugende wijsheid.
3 lafferij slapheid (dus: met pit).
| |
Zang. Het vinnig stralen van de zon 21
Dit lied uit Hoofts pastorale toneelspel Granida (1605) werd opgenomen in diverse liedbundels; de melodie werd buitengewoon populair. Een meisje zingt, schuilend in het groen, over haar onzekerheid in de liefde. Hoewel ze weet dat herdertrouw nooit lang duurt, wil ze toch meedoen aan het minnespel.
3 klappen vertellen; 6 zonder menen die niet serieus is; 8 ge- | |
| |
trouw trouw; 9-10 altijd... zinnen zoekt altijd nieuwe avontuurtjes; 14 dorst dat ik durfde; 16 hun minnen hun vrijerij (nl. van herders); vlagen bevliegingen; 25-26 Of... bosschage en als hij nu onbetrouwbaar bleek te zijn, maar dat zou in dit bosje blijven (dus: geheim); 28 boelage overspel.
| |
Zang. Windeke, maar het bos van trilt 23
Ook dit lied komt uit Granida en het werd minstens zo geliefd als ‘Het vinnig stralen’. Een minnaar speurt als een jager naar zijn geliefde die zich schuilhoudt in het bos. Begrijpt ze niet dat ze daar aan veel meer gevaren blootstaat dan ze van hem te duchten heeft?
2 brak jachthond; 10 kuilen spelonken; 12 met... zoudt met reden bang zou zijn; 13 saters wellustelingen; 14 nemen waar te pakken nemen; 15 beknellen vastgrijpen; 23 vliedt wegvlucht; 25 wij nl. de herders; 28 d' ander de andere herderinnen; 31 op dat pas toen; 36 repten... weer bewogen (dus: kusten) terug; 38-39 voegt... vrouwen past, zegt men, niet goed bij de vrouwen.
| |
Embleem. Twee narcissenbloemen op een stam 24
Gedichtje uit 1605 waarin Hooft een kunstig, maniëristisch spel speelt van verdubbelingen en spiegelingen. De mythologische Narcissus versmaadde de liefde van de nimf Echo en voor straf werd hij verliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Deze onvervulbare eigenliefde deed hem omkomen van smart, waarna de goden hem veranderden in de narcisbloem. Als Hooft een narcis met twee bloemen krijgt van zijn geliefde, ziet hij daarin een beeld van hun verbintenis. Zij zijn net als die bloem een zo sterke eenheid, dat hun liefde voor elkaar een vorm van eigenliefde is. Anders dan in het geval van Narcissus, leidt dat bij hen tot het eeuwige leven in plaats van de dood.
stam steel; Alter amatur idem de ander wordt eveneens bemind; 3 missen ontsnappen aan; 4 is al een is dezelfde; 6 zijn zijn zoals; 7 hem... ga hem (nl. Narcissus) bij gebrek aan een levens- | |
| |
gezel; 8 wederga wederhelft; 9 strengste stevigste; splissen ineenvlechten.
| |
Bruiloftzang op het huwelijk van Willem Jansz. Hooft en Ida Cornelis Quekels 25
Ida Quekels trouwde op 28 juni 1605, niet met haar voormalige aanbidder Pieter Cornelisz., maar met diens neef Willem Jansz. Hooft. Pieter schreef in een bruiloftszang hoe de avondster boven Amsterdam helderder straalt dan normaal. De ster moet het jonge paar namelijk naar het huwelijksbed begeleiden. Nu zal de bruidegom het genot smaken waar hij eerder alleen van kon dromen. Tegelijkertijd moet hij oog houden voor de geestelijke deugden van zijn vrouw.
1 suft gij verbaast gij u; verbreden opgloeien; 2 Of... stem denkt gij dat het een hemels voorteken is; 4 Zo placht 't dat was zo; hem nl. de avondster; 5 't Is dat het komt doordat; minnelijk vergaren liefdesverbintenis; 6 wijzen... bed naar bed geleidt; 7 nauw... verklaren in alerte afwachting van het uur dat zij moet stralen; 9-10 Die... vlucht zij bestraalt de maagd, die de roem van de vrouwen, kruipend over de aarde en bang om te vliegen; 11 hart moed; 13-14 in de zinne... vergood vergoddelijkt door de welgeboren jeugd; 15 getroost bereid; 16 boeten... goed vergoeden, met rente, met de sinds lang gewenste beloning; 19 't ure... naken de eerste liefdesnacht aankondigt; 21 in 't gros provisorisch, oppervlakkig; vieren vereren; 22 't aanzienelijk... straal de eerbiedwekkende glans van haar edele gezicht; 23 schoon... sneê welgevormd; 26 vratige gretige; 28 aêr ander; 30 thans... op weldra terugkerend naar; 31 dwarrelt wufte dwaalt een speelse; 33-36 In... brand laat, in het flonkeren van de min en de verrukkingen van het lichaam, het opgetogen oog van uw verstand acht slaan op haar deugdzame ziel, en knoop uw hart aan het hare met een brand die bestendiger is (nl. dan die van het lichaam).
| |
| |
| |
Zang. Periosta, die met trage stromen glijdt 26
Na de dood van Brechje Spiegel richtte Hooft zijn aandacht op haar zusje Anna. In dit lied uit 1605 stelt hij Brechje en Anna voor als Iphigenia en Electra, naar de dochters van de Griekse vorst Agamemnon en Clytaemnestra. Iphigenia werd in de aanloop naar de Trojaanse oorlog geofferd. Ondanks de mythologische inkleding is het onmogelijk dit lied los te zien van de achtergronden. Het vraagt om biografisch commentaar, met name waar Hooft de verschillen tussen de mythologische figuren en hun tegenhangers uit de familie Spiegel bespreekt.
De dichter wil in de buurt van de rivier zijn waarin zijn geliefde zich komt spiegelen. Haar deugden zijn zo groot dat zij het zicht op haar uiterlijke schoonheden verduisteren. Hij voelt het als een goddelijke opdracht zich te richten tot de erfgename van zijn Iphigenia (Brechje), haar zusje Electra (Anna). In de laatste twee strofen prijst de dichter haar afkomst. De ouders van zijn ‘Electra’ zijn veel deugdzamer dan die uit de mythologie. Haar vader Jan Laurensz. Spiegel was niet oorlogszuchtig, maar een wijs bestuurder, en haar moeder Griet Claesdr. Boelens stamde eveneens uit een deugdzaam geslacht. In Periosta moet mogelijk een taalspelletje met het Griekse woord voor spiegels, eisoptra, worden gelezen.
1 Periosta een rivier, mogelijk de Amstel of de Vecht; 4 begraasde met gras begroeide; 8 hoogt' kruin; 17 verbeeldt weerspiegelt; aanschijn hiel hele gezicht; 19 bereide... baart toegewijde dienaars maakt; 20 duidende uitdrukkingsvolle; 21 waard waardevol; 22 braaf... staat deugdzaam zich vertoont; 23 zin in die geest daarin; 25 Electra bedoeld is waarschijnlijk Anna Spiegel; waarder verhevener; 26 Iphigenia Iphigenia zou worden geofferd in het belang van de voortgang van de Trojaanse oorlog; voor het offer verving de godin Artemis haar door een hert. Electra staat hier waarschijnlijk voor Brechje Spiegel, die zelfmoord had gepleegd; 27 noodgeboden beschikkingen; 28 vond... gemaakt ontdekte dat u erfgename bent van de macht
| |
| |
die zij (Iphigenia) over mij had; 29 slacht gelijkt; 32 gebied gezag; 33-34 niet... werelds niet hij die een kwart van de wereld verwoestte (nl. de vader van Electra, Agamemnon, die de Trojaanse oorlog voerde); 35 die... schiep die een natuurlijk leiderschap bezat; 37 zaad telg; 40 veugt beijvert; 41 versmaên versmaden.
| |
Sonnet. Wanneer door 's werelds Licht de blindgeboren jongen 28
Sonnet uit 1606, geschreven voor Anna Spiegel. De blindgeborene die door Christus werd genezen (Johannes 9) zou sprakeloos zijn geweest door al het schone dat hem omgaf. Evenzo wordt de dichter overweldigd door de deugden van zijn geliefde en hij kan niet anders dan zijn hart aan haar voeten storten (zoals de blindgeborene voor Jezus zou doen).
1 's werelds Licht Christus; 2 bedeesd verbijsterd; 4 verbluften... besprongen verbluften en overweldigden op aangename wijze zijn geest; 5 schier... gesprongen bijna reikend tot de hemel; 6 onderwind-al-geest alles ondernemende vernuft; 10 ontdekt... vijndt de schoonheid van uw ziel vindt blootliggen; 11 tot... strekt zich richt op hen, nl. de sieraden van de ziel; gemoeten tegemoetkomen.
| |
Sonnet. Zijt gij van minnaars smart een onverzaad'lijk vraatje 28
In dit sonnet uit 1606 of 1607 schrijft Hooft op lichtvoetige wijze over Cupido. De liefdesgod ziet graag dat minnaars lijden, maar Hooft heeft het toch niet slecht getroffen: de liefdesgod maakt het hem immers mogelijk 's nachts in zijn dromen bij zijn geliefde te zijn, hoe streng men haar ook bewaakt. Als Cupido de droom nu ook nog waarheid liet worden... Het is geschreven voor Anna Spiegel; haar familie wilde niet dat zij met Hooft omging.
1 van... vraatje onverzadigbaar als het op liefdesverdriet aan- | |
| |
komt; 2 Min Cupido; 3 waakt bewaakt; boom slagboom; 5 ze mij haar voor mij; 6 buiten moeite zonder dat het mij moeite kost; 8 wakker maatje geslepen gast; 13 genaken naderen; 14 kunt kunt het.
| |
Deuntje. Als Jan Sijbrech zou belezen 29
Een ludiek liedje uit 1607, waarin Hooft laat zien hoe het niet moet in de liefde. Met het kluchtige huwelijk tussen Jan en Sijbrech steekt hij de draak met alle hooggestemde liefdesidealen die hij elders etaleert en krijgt de ‘reine liefde’ een masochistisch trekje, compleet met Poolse zweep.
1 zou belezen wou versieren; 5 geeft... verstaan kenbaar maakt; 8 bolle meid lekker ding; 9 bescheid antwoord; 10 op 't allerheinste ophanden; 11 bestaan wagen; 14 smeet sloeg; 15 wakk're sleutelreeks flinke sleutelbos; 17 gaat... aan maak je een kabaal; 23 onbelaên onbezorgd; 25 bestond waagde het; 27 ontdieft nou en of; 32 stelde doe nam toen; 33 toe daartoe; 34 krijten schreeuwen; 37 doen laten; 39 aan... zij van één kant; 41 Hangt... aan als ze van twee kanten komt.
| |
Zang. Voogdesse van mijn ziel, uitmuntend hoog sieraad 31
Lied vol eerbied uit 1610 voor Hoofts nieuwe geliefde Christina van Erp. Zij is steeds in zijn gedachten en hoewel zij mooi is en kunstzinnig, heeft zij hem niet met die eigenschappen veroverd; dat heeft ze gedaan met haar wijze goedheid en bescheidenheid. Later breidde hij dit gedicht nog uit met een (hier niet opgenomen) passage vol mythologische verwijzingen, die de kracht van zijn liefde onderstrepen.
2 op... staat de hoogste positie bekleedt in mijn gedachten; 4 vervreemd verward; 6 keurig kieskeurig; 7 't welk... versmijt dat verlangt naar het allerschoonste en veel prachtigs verwerpt; 8 dies zodat; bloem... slijt mijn jeugd vergalt; 10 zmadd'rig golvend; 12 al... gezicht ook al stralen uw ogen, als ze bewegen, liefde en eer uit; 13 troont... geleerd ontlokt uw geschoolde hand;
| |
| |
18 blinkend stralend; 21 need'rig, braaf ingetogen, lief; 23 met... vertaald zoetvloeiend verwoord.
| |
Sonnet. 'Mijn lief mijn lief mijn lief’ zo sprak mijn lief mij toe 32
Een sonnet uit 1610 met een typisch renaissancistisch, petrarkistisch thema: de bedrieglijke droom. De dichter droomt dat zijn beminde hem de liefde verklaart. Wanneer zij dat op zijn verzoek nog eens herhaalt, kan hij zijn geluk niet op - tot het moment dat de dag aanbreekt en hij ontwaakt.
3 wel bescheiden heel duidelijk; 5 staag steeds; 7 Dies daarom; klaarder... verbreiden duidelijker uit te leggen; 8 doe toen; 10 Bedoven overweldigd; 11 Morgenster Venus, de planeet die bij zonsopgang zeer helder straalt, maar ook de godin van de liefde; 13 Goôn Goden; komt... wezen lijkt de schijn zo op de werkelijkheid.
| |
Sonnet. Gezwinde Grijsaard, die op wakk're wieken staag 32
Nog een sonnet uit hetzelfde jaar met een typerend renaissancistisch motief, de tijdsbeleving (zie ook ‘Nijdige tijd’). In regels die door hun ritme voortjagen, spreekt Hooft de altijd voortsnellende Tijd aan: waarom vallen de uren hem zo lang, sinds zijn geliefde weg is?
1 wakk're krachtige; 3 na laat kijken het nakijken geeft; 4 daag dag; 5 graag gretig; 7 stort doet instorten; 9 mishagen tegenzin; 10 schoorvoetige met tegenzin voortschrijdende; 11 afzijn... bang afwezigheid is zo moeilijk; 13 daar... gekregen daarom zo heet.
| |
Sonnet. Vonkende god of geest van godes naaste neven 33
De dichter vraagt aan de god die het vuur van de ware liefde in het mensenhart ontsteekt, zijn borst te openen en zijn hart te tonen aan de vrouw die hij bemint. Als zij zich bereid toont te kijken, zal ze zien dat hij haar omwille van haar deugden eeuwig zal beminnen. Hooft schreef dit sonnet in 1610 voor Christina van Erp.
| |
| |
1 Vonkende god god die harten in vuur en vlam zet: Anteros, een liefdesgod voorzien van een fakkel (ter onderscheiding van Eros, de lichamelijke liefde, met zijn pijl en boog); geest... neven aan god verwante, dus godgelijke geesten; 2 innelijft verenigt; 3 grif griffel; 5 onttorn scheur open; 6 drijft beweegt; 8 aanschouwen om te aanschouwen; 14 lauwerlof... mirt' laurier was voor overwinnaars, mirte voor geliefden: de aanbedene zegeviert dus in de liefde.
| |
Sonnet. Wanneer de vorst des lichts slaat aan de gulden tomen 34
Dit sonnet uit 1610 is opgedragen aan Christina van Erp, met wie Hooft dat jaar trouwde. Hij vergelijkt zijn geliefde met de zon: zoals de opgaande zon alles verlicht en verwarmt, en tegelijkertijd de sterren laat verbleken, zo doet haar verschijning alle andere vrouwen vergeten.
1 vorst... lichts Helios, die met zijn zonnewagen langs de hemel rijdt; 2 aanzienlijk vol luister; 4 nare... dromen beklemmende angst, slaap en onzekere dromen; 7 verdwaald onzichtbaar waren; levert... steê duidelijk toont; 11 bij... houwen naast hem standhouden; 12 roert aanraakt.
| |
Velddeuntjes 34
Hooft heeft met zijn Granida veel bijgedragen aan de populariteit van het pastorale genre, waarin herders en herderinnetjes optreden. De ‘Velddeuntjes’ (1611?) zijn korte pastorale versjes over amusante erotische situaties. In navolging van Hooft hebben vele andere dichters dergelijke ‘knipzangen’ geschreven (genoemd naar het ‘knippen’ in vs. 4 van ‘Rosemond die lag en sliep’). De namen die Hooft aan zijn personages geeft onthullen hun aard of karakter.
2 violen viooltjesgeur; 3-4 liep... knippen ging haar borst plagerig ‘knippen’: met een vinger tegen de tepel schieten; 6 lof gebladerte; 8 Dies daarom; 9 speen... of de tepel is eraf; 24 Pottert Deugniet; helle heldere; 26 gespeeltje vriendin; 27 bril op
| |
| |
zijn neus; 32-33 Straf... vijnen stuurs is hij, en ook hardvochtiger dan de noordenwind; 36 schoner maar niettemin: schoner; 37 onbeladen onbezorgd; 38 sluimerlog soezend; bol welig; 40 graag gretig; 42 krop hals; 43 strangen boos te worden; 45 las raapte; 47 hutselt om schudt; 48 vorsje kikkertje; 49 besterft... linnenlaken wordt lijkbleek; 51 snorrend... wijngaardbezen bruisend druivensap; 54 straks meteen.
| |
Emblemata amatoria 37
Hoofts debuutbundel, de Emblemata amatoria uit 1611, bestaat uit een afdeling liederen en gedichten, voorafgegaan door een reeks van dertig emblemen, prenten voorzien van een motto en meertalige bijschriften. Het boekje vermeldt geen auteursnaam op het titelblad, maar voor de ingevoerde lezer bevatte het eerste embleem, ‘Zij steekt omhoog het hoofd’, de sleutel. De emblemen behandelen met name de kracht van de liefde, de uitwerking op de minnaar en de tegenwerking van de geliefde. Wie de prenten maakte, is onbekend. De Latijnse en Franse pendanten van Hoofts tweeregelige bijschriften, gemaakt door Cornelis Plemp en Richard de Nerée, zijn hier weggelaten.
ix mijn... ontvaên de trouwbelofte van mijn beminde krijgen; aêr ander; xxviii vanknis gevangenschap; ongelijk... mij veel meer macht over mij.
| |
Zang. Sterf'lijk geslacht urn zuchten schorst 42
In dit lied uit 1614 onderscheidt Hooft opnieuw de lage, alleen op de lust gerichte min van de hogere, door de hemel gedicteerde liefde. Sterfelijke minnaars moeten zich niet vergapen aan de uiterlijke schoonheid van de bezongen vrouw. Zij is van hemelse komaf en zoekt op aarde slechts deugd voort te brengen. Degene aan wie zij uiteindelijk haar liefde schenkt, zal deelhebben aan dat eeuwigdurend geluk. De aanhef van het lied (r. 1-4) is een vertaling van de aangegeven melodietekst.
1 schorst staakt; 3 uit... borst met vurig gemoed; 5-6 Het... nijg'
| |
| |
laat het hart vol eerbied opstijgen en het lichaam knielen; 7 op het vel in het uiterlijk; 8 buit... tijds uiterlijke schoonheid (die zal vergaan); 9 uw... wel ruim voldoende; 10 uit te drogen te verzengen; 15 straalt uitstraalt; 16 't heugt... gesproten zij herinnert zich haar hemelse afkomst; 18 vertreên vertrappen; 19 liefst... zinlijkheên daarom zinnelijke begeerte liever; 20 betrachten proberen te verkrijgen; 23 gerijf genot; 25 Blakende Geest nl. de aanbeden vrouw; 27-28 die... zuiden voor hem (de geliefde die zij zal toelachen) zal het nooit meer nacht worden, zijn zon zal in het zuiden staan vastgemetseld; 29 gesteurd verstoord.
| |
Zang. Hoger, Doris, niet, mijn gloedje 43
Oproep aan Doris om haar liefdesgloed te temperen, anders wordt het genot ondraaglijk. Haar muziek en zang zijn even gevaarlijk als de pijlen van Cupido. Tegelijkertijd moet zij doorgaan met beminnen, want haar liefde is het enige medicijn tegen zijn hartzeer.
1 Hoger... niet niet verder, Doris; 3 lij luwte, genot; 4 flauwende... glij bezwijmend in wegzink; 9 drachtjes beetjes; 12 roetje iets bitters; 18 kwikjes loopjes; 21-23 strikjes... zielen strikjes en pijltjes die de ziel vangen en verwonden; 24 schichtje pijltje; 25-26 wichtje... geteeld het kind van Dione of Venus: Cupido; 27 kastjes voorraden; 28 treekjes kunstjes; 30 suit in slaap sust; 32-36 geestje... lastjes je geneest mijn geest en lichaam, die door de pees (van de pijl-en-boog) van Cupido in last waren; 37 Spoei versnel; 38-39 gastjes... buit de felle brand van dat knaapje mijn ziel buit maakt.
| |
Zang. Oorlog, oorlog blazen 44
In 1621 schreef Hooft een reeks van vijf gedichten voor Christina van Erp over de verovering in de liefde. In dit eerste gedicht zet de vrouw zich schrap tegen haar aanbidder, maar dit wakkert zijn strijdlust alleen maar aan. Of ze de strijd ook echt aangaan, is aan haar om te beslissen.
| |
| |
4 verbazen verschrikken; 5 tochten hiet vurigheid; 8 stoffende zich beroemend; 11 jeuking verlangen; 12 traag... zijt weinig haast mee maakt; 13 brave krachtige; 14 krijg bereidt op oorlog voorbereidt; 15 aangeleid gericht; 18 mee ook.
| |
Zang. Rosemond, hoort gij spelen noch zingen? 45
Het derde gedicht uit de reeks voor Christina heeft het karakter van een meilied. De dichter wijst op de natuur: de vogels zijn al op en het vee is klaar om te paren. Laat Rozemond snel uit bed en naar buiten komen, zodat ze de dieren te snel af zijn in de liefde!
5 dode... ruimen de doden veren (van het bed) te verlaten; 6 levende pluimen vogels; 8 hare... ophalen halen verheugd adem; 10 rechtevoort juist nu; kwikste levendigst; 11 veroov'ren krijgen; 12 zich pronken sieren zich; loov'ren bladeren; 15 hun... spreken hun uiterlijk, gedrag en geluiden; 16 lopen... treken zijn bijna klaar met hun hofmakerij (en dus toe aan de bruiloft).
| |
Dartelavond 46
Het slotvers uit de reeks voor Christina. De liefdesverovering is een feit: de dichter omarmt zijn geliefde nu in het echt. In speelse bewoordingen, met veel prikkelende rijmen, beschrijft Hooft het minnespel en de wederzijdse aantrekkingskracht. Dit gedicht is bij leven van Hooft nooit gepubliceerd, daarvoor was het te intiem. Bovendien ging het in tegen de literaire conventie van de onvervulde liefde.
3 schijn... beelde schijngestalte; 4 vult... vaam hou ik nu in mijn armen; 5 hoosje kousje; 6 keursje lijfje; 8 kusje... klemt stevige pakkerd; 11 vieren vuren; 12 opblazen aanjagen; 15 suiken zuigen; 16 rokje rukje; laav' kan verkwikken; 18 stooft koestert; 19 loopt... spelen speels valt dit haar; 20 aanschijn zilverhel blanke gezicht; 23 gloeiende kolen vurige ogen; 25 verversen verkwikken; 26 mij onderwond het waagde; 29 lezen rapen; 31 moerbezen moerbeien, beeld voor de tepels; 32 grappelen betasten; appe- | |
| |
len wrang frisse appelen, beeld voor de borsten; 33 Dat... beetje laat ik er eens in bijten; 34 of... versloeg misschien lest dat de dorst; 35 steedje plekje; 37 troostje liefje; 38 weien breed uitgebreid verlustigen; graag gretig; 39 nopen prikkelen; lopen dwalen; 40 spreken antwoord op; 43 vat begrijp; 44 mening bedoeling; 45 vinnige vlijmen scherpe steken; 47 mede... zwijmen ook meteen laten bezwijmen; 48 strevende flits toeschietende pijl.
| |
Zang. Klare, wat heeft er uw hartje verlept 47
Een lichtvoetig lied, zowel wat inhoud als wat metrum en ritme betreft. De hele natuur straalt omwille van Klare, alleen zijzelf is droevig. Wanneer zij niet opvrolijkt, zal ook de natuur gaan treuren.
1 verlept doen verleppen; 3 benepen benauwd; 4 schort tekortkomt; 5 Krielt Krioelt; 8 lonkje blik; 9 Anders iets anders; 11 lustigjes opgewekt; 13 d' openhartige de geopende; 14 raên adviseren; 15 te moe gestemd; 16 ogelijn knipoogje; 18 steken... aan u in vreugde laten uitbarsten; 19 bron het watertje uit regel 12.
| |
Grafschrift van christina van erp-hooft 48
Christina van Erp, Hoofts geliefde eerste vrouw, stierf op 6 juni 1624.
2 min... eraf maakte er minder gebruik van.
| |
Fantasie. Sonnet. Gij minnaars die, door brand, het waat'rend oge ziedt 48
Ruim een jaar na het overlijden van Christina begaf Hooft zich weer op vrijersvoeten. In het najaar van 1625 ging hij zich interesseren voor Suzanna van Baerle. Sommige minnaars zijn slechts uit op lichamelijk genot en huilen desnoods om hun zin te krijgen. Hooft dient een andere liefdesgod dan zij: niet de gewone Cupido of Eros met zijn pijlen, maar Anteros, de god van de geestelijke liefde die een fakkel draagt. Hij zoekt geen vrijblijvend genot, maar legt zijn lot in handen van de geliefde.
| |
| |
1 ziedt kookt; 3 liefs... dragen het afweren van de geliefde wreedheid noemt; 4 loon beloning, in de vorm van liefdesgunsten; 5 scherp munitie; de god... sta de god die ik dien, nl. Anteros, de god van de hogere, geestelijke liefde; 7-8 De... verdriet de bekoringen van haar die ik wil veroveren zijn in mijn ogen haar deugden, en wee degene die de deugd tegenstaat; 9 mannelijke Min krachtige liefde, die als een man onbewogen haar tegenslagen ondergaat; 10 blauwe schenen blauwtje; 12 schuwe vermijd; 14 als deez' nl. van de klagende minnaars; niet en lijdt niet tevredenstelt.
| |
Sonnet. Sinds dat meelijdenlooz' en overbolgen ramp 49
Opnieuw een sonnet uit 1625 geschreven voor Suzanna van Baerle (Arbele). De dichter stelt dat hij na de dood van zijn ‘licht’, Christina van Erp, in duisternis heeft verkeerd. Arbele is de eerste die in staat is zijn geest weer te verlichten, met haar deugdzame gestalte en eigenschappen.
1 overbolgen zeer verbolgen; 2 haar nl. Christina van Erp; lichten... ontloken ogen heeft gesloten; 3 verkeerd' veranderde; 4 bestelpt van bedolven onder; 5 krimp het afleg; klamp stapel; 6 lucht... geroken verlichting gevonden; 8 geleste lamp gedoofde licht, nl. de gestorven Christina; 9 omvademd omarmd; 10 heug'lijk’'... aangeademd uw ogen gevuld met onvergetelijke heerlijkheden; 11 't adellijk... stam de hoge afkomst laten weerspiegelen in uw nobel gelaat; 12 zwaai zwier; zinnelijke verfijnde; 13 versmeden omsmeden; 14 held'ren ontdoen.
| |
Schend uw perruik 50
Suzanna van Baerle trouwde in 1627 niet met Hooft, maar met Huygens. Haar vertrek uit Amsterdam naar Den Haag inspireerde Hooft tot deze ‘klaagzang’. Amsterdam moet zich de haren uit het hoofd trekken en haar kroon vertrappen van spijt, nu een geliefde vrouw (hier aangeduid als Cloris) weggaat. Het zal winter worden en blijven in de stad, ondanks het schijnen
| |
| |
van de zon: Cloris' oog zal immers niet meer stralen.
1 Schend... schat verniel uw haardos, vertrap haar kroon; 2 omgekomen afgelopen; 10 zijn... hoveren Cupido en zijn moeder Venus pronken; 15 sleep gevolg; 16 kleinoodjes kostbaarheden; 19 waardij waarde; 25 dubbel nat Amstel en IJ; 26 vonder brug; 27 Zo zowel; 28 haalden trokken; 31 het... licht de zon; 32 schubben... verschooien korst verjagen; 36 's noordens nest woonplaats van de noordse kou; 37 landman boer; 38 verbeten afgestorven; 41 spijst voedt; 44 lust aan heeft zin in; 45 puik beste; 46 verweend schitterende; 48 jont gunt; 50 vrij gerust; verwild'ren vernielen; 53-54 Nu... deel zij zal haar bevallige schilderingen voortaan van andere bloemen maken.
| |
Aan mijn lieve Leonoor, bij de eerste kersen van Muiden, anno 1630 52
Hooft vond eind 1627 nieuw huwelijksgeluk met Leonora Hellemans. In 1630 stuurde hij haar de eerste kersen met dit korte versje: de wereld is te klein om zijn liefde te bevatten.
4 gunst liefde waarmee zij geschonken werd.
| |
Uit 's-Hertogenbosch, aan mijn Leonora Hellemans 52
Hooft schreef dit gedicht in 1633 of 1634, tijdens een verblijf in Den Bosch. Hij verlangt naar Leonora en als hij vleugels had zou hij richting de ondergaande zon en haar brandende liefde vliegen. Cupido wil zijn vleugelpaar echter niet uitlenen en stuurt Hooft naar zijn logeeradres.
5 zo indien; 6 wieken... tocht behalve hartstocht ook vleugels; 9 paal afzetting; 11 bouwen te bebouwen; 12 van... behouwen naar Bato genoemd zijn: de Betuwe zou zijn genoemd naar deze aanvoerder van de Bataven en titelheld van Hoofts toneelstuk Baeto (1617); 13 vermaardste plek Tacitus had de Bataven en Batavia lovend beschreven in zijn Germania. Deze tekst genoot grote bekendheid in de zestiende en zeventiende eeuw,
| |
| |
waarbij geleerden twistten over de vraag waar Batavia precies gesitueerd moest worden, in Holland of Gelderland (Betuwe); 20 blaken brandende hartstocht; 21 van vlerken wat vleugels betreft; 22 de Min de (gevleugelde) Cupido; 23 stofferen voorzien; 25 verg smeek.
| |
Aan de kamer ‘In liefde bloeiende’. Uit Florence, 1600 57
In deze zogenoemde ‘Rijmbrief’, in 1600 gestuurd uit Florence aan de rederijkerskamer de Eglentier ‘In liefde bloeiende’, doet de jonge Hooft op allegorische wijze verslag van zijn literaire ontdekkingen in Italië, de bakermat van de Renaissance. Hij beschrijft hoe hij tijdens een ochtendwandeling langs de Arno een visoen kreeg. Een sierlijke vrouw met een uitgebreid gevolg verschijnt en stelt zich voor als Italia. Zij beroemt zich op haar literaire grootheid. In de Oudheid was Italië de woonplaats van grote Romeinse dichters, maar de huidige schrijvers doen met hun Italiaanse werken niet onder voor het Latijn van de ouden. Vervolgens toont ze hem in vogelvlucht de geboorteplaatsen van grote klassieke en moderne dichters uit Italië, zoals Vergilius, Ovidius, Dante en Petrarca. Hooft etaleert bij deze beschrijving een brede kennis in soms nogal gezochte bewoordingen. Nadat Italia afscheid heeft genomen, verschijnt er een tweede, minder kleurrijke vrouw: Holland. Zij roept Hooft op haar niet te vergeten: ook in Amsterdam wordt gedicht. Het verlangen naar huis is daarmee bij Hooft gewekt. Hij hoopt zo snel mogelijk zijn familie en de Amsterdamse rederijkers weer te zien en te spreken.
1-2 Witte... welgemeten Vrolijke Thalia (de muze van het blijspel), die liever bevallig wil heten in lichamelijke verschijning en sierlijke tred; 5 't ontzaglijk... reden het indrukwekkende verband van een goed doordachte redevoering; 6 Melpomene muze van het treurspel; 7 kindsheid acht kinderlijke dwaasheid vindt; 8 verbredend ontspannend; 9 mirt' altijdgroene, witbloeiende
| |
| |
mirte, symbool van liefde en vruchtbaarheid; 13 hard... ongenade jong en onervaren door de ongenade van Apollo (de god van de dichtkunst); 14 boom... geladen nl. de Eglentier met al zijn getalenteerde leden; 17 bergen wit besneeuwde Alpen; 20 altemet nu en dan; 22 u... beelden mij u voor de geest te halen; 24 deez'... ongehavend dit onvolmaakte vers; 27 verheerd overheerst, nl. door de Medici; 28-30 tegen... verdwijnen haar verzet daartegen ziet beantwoord met drie dwangburchten, waardoor zij de pijnlijke, verontwaardigde trots in haar hart niet durft uit te spreken; 31 schoon landouw fraaie velden; 35 Aurora godin van de dageraad; grijsaard Tithonus, haar man, was onsterfelijk maar niet eeuwig jong; 36 nauw... toom juist de teugels opgelegd (waardoor het ochtend werd en de hemel rood kleurde); 37 's maans... sleep nl. de sterren; 38 staag... leste de planeet Venus is ochtend- en avondster: voor zonsopgang en na zonsondergang straalt zij het felst; 40 walgend... gezwerm afkerig van de dwaze drukte; 42 Phoebus Apollo, de zonnegod; 44 verdubbelde weerspiegelde; 47 na... geviel zonder erbij na te denken; 49 verbaasd ontzet; vertogen vertonen; 52 met... vond op ongewone wijze; 56 slecht eenvoudig; onbeschaamd vrijpostig; 57 besneên welgevormd; 59 fruithoren symbool voor de overvloed; 60 perruik haardos; lauwerkroon symbool voor de overwinning; 64 minsverwarring liefdesintriges; 66 beiden... dragen van allebei is het duidelijk dat ze
bevangen zijn door de liefde; 71 onz'... lof door onze grote faam; 73 Vlijt de ijver; hebt... wennen u zich hebt getroost; 74 bekennen leren kennen; 76 ingeboorner... gelegenheid de daden van de Italianen en de schoonheid van het land; 78 geest... schrijven aanleg om goed Italiaans te schrijven; 80 d' ander twee nl. de daden en het land; 81 die nl. Italiaanse schrijvers; 83-86 Onz'... strijden onze oude taal, het Latijn van tweeduizend jaar geleden, deed in geen enkel opzicht onder voor het Grieks, en hetzelfde geldt voor het moderne Toscaans. Toen en nu konden onze geleerden zich meten met de hele wereld; 87 ijl ijdel; 91-92 met d'een... slavernij
| |
| |
vanaf twee kusten dreigt zij trots het oosten en zuiden met slavernij; 93 timmerage bouwsels; 95 steeg... gezicht ging onze blik; 96 't Gemeen het openbare gebouw; 98 is... allen stelt het niets voor; 100 krakeel strijd (Frankrijk en Spanje twistten om Milaan); 101 Alciato Andrea Alciato, (1492-1550) jurist en auteur van het Emblematum liber (1531); 102 sliste besliste; 104 't een... 't ander nl. Alciato's juridische en poëtische werk; 105 stad nl. Padua; begraven muren aarden wallen; 106 deez'... dank daaraan heeft Rome het te danken; titels duren naam beklijft; 107 Paduaan nl. Titus Livius (ca. 59 v. Chr.-17 n. Chr.), auteur van een geschiedenis van het Romeinse volk in 142 boeken (Annales of Ab urbe condita); 111 stad nl. Venetië; 112 Pietro Bembo (1470-1547), humanist, geschiedschrijver en dichter; 113 heerschappij macht (Venetië was een zelfstandige stadstaat); 115 toe stieren wenden; 118 poëet nl. Ludovico Ariosto (1474-1533). Zijn epos Orlando furioso beschrijft o.a. hoe Karel de Grote optrekt tegen de Saracenen onder leiding van Agramant, wordt teruggedreven en bij Roncevalles wordt verslagen. Daarbij komt ridder Roland (Roeland, Orlando) om het leven; 120 cavaliers ridders; 122 heusheid zangk hoffelijkheid bezong; 126 Hollandse... prijst nl. de liefdestrouw van Olympia, dochter van een Hollandse graaf, voor Bireno, prins van Sjaelland, zoals geschilderd in Orlando furioso cant. 9-11; 129 bouwland vet vruchtbare akkers; 134
vermoên... bijkans bekijken het als; 135 achten... allen hierbij vergeleken achten zij de berg Ossa boven op de Pelion onbeduidend. Toen de Giganten de Olympische goden wilden verdrijven, hadden zij deze bergen opgestapeld om bij hen te komen; 143 op... komen aan u te denken; 145 het... onthoud de belangrijkste verblijfplaats; 146 Mars de oorlogsgod, hier symbool voor het leger; 148 voor... vlieden de dood heeft geen grip op hun naam (die is onsterfelijk); 149 Mantuaan Publius Vergilius Maro (70-19 v. Chr.), auteur van het epos Aeneis; 150 Anchises' zone Aeneas; 151 Phoebus Apollo, hier als god van de dichtkunst; 152 belijden erkennen; 153 Naso Publius Ovidius Naso
| |
| |
(43 v. Chr.-ca. 17 n. Chr.), dichter van o.a. werken over de liefde zoals Ars amatoria; 154 kind Cupido; 155 Horatius Quintus Horatius Flaccus (65-8 v. Chr.), lyrisch dichter; 157 vader... spraak Marcus Tullius Cicero (106-43 v. Chr.), redenaar; 160 Parthenope oude naam voor Napels; 161 Spaanse juk Napels was sinds 1502 in Spaanse handen; 162 druk ellende; 165 Maro Vergilius; Sannazaro Jacopo Sannazaro (1455-1530), humanist en arcadisch dichter; 166 name gaf beroemd maakte; 167 Pozzoles Pozzuoli, stad aan de Golf van Napels; 168 Caelia geliefde, bezongen in de Neolatijnse, petrarkistische bundel Erotopaegnion van Hieronymus Angerianus (Girolamo Angeriano, ca. 1480-1535); 170 poëterij geacht als onzin afgedaan; 171 beuren opstrijken; 174 bedrukte min ongelukkige liefde; 175 ons... reden mijn (Italia's) lange redevoering; 178 Etrurië Toscane; telt houdt; 181 van... vruchtbaar vruchtbaar wat betreft grote, kloeke geesten; 182 Pallas Pallas Athene, godin van de wijsheid; voor haar als haar woonplaats; 183 Aziaatse juk nl. van de oprukkende Turken; 184 onder... geven over te geven (Florence wordt hier voorgesteld als het nieuwe Athene); 185 Petrarca Francesco Petrarca (1304-1374), grondlegger van het humanisme, dichter; 186 tijdverlies nl. zijn onbeantwoorde liefde voor Laura; hoezeer... zang en alle moeite die hij deed, bezong; 187 Versiersel dichtwerk; 190 t' onderbracht overwon; 191 Deez' nl. Petrarca;
triomfante wagen in Petrarca's dichtwerk I trionfi wordt o.a. Cupido verbeeld op een triomfwagen; 193 goôn goden; 195 allerzachtste... plagen zoetste plagen (nl. van de liefde) het meest voorkomen; 197 vaderland Toscane; Dante Dante Alighieri (1265-1321), dichter van de Divina Commedia waarin de dichter door hel, vagevuur en hemel reist; 199 breed... treden trots optreden; 206 grote naam nl. de faam van Italië waardoor Hooft was gelokt; 211 voort... strekken in gedachten verder wilde lopen; 213 schielijk... ras onverwachte, snelle trekken; 214 merk bemerkte; 217 als... vloot op de thuisreis naar Ithaca kwam Odysseus in het land van de lotuseters. Wie van de lotus at, zoals zijn be- | |
| |
manning, verloor zijn geheugen en wilde vervolgens niet meer weg; 220 klappen spreken; 221-222 die... verlicht nl. Hendrik Laurensz. Spiegel, met zijn ethische leerdicht Hert-spiegel; 223 vechters wedijverende dichters; 226 wezen nut nuttige inhoud; 230 vand bevond; 231 neven familie; 234 gelijk... ander net zoals naar mijn huis en familie.
| |
Grafschrift van Roemer Visscher 64
De Amsterdamse dichter Roemer Visscher stierf op 11 februari 1620. Hooft herdenkt hem als auteur van de ‘kwikken’ (sneldichten) en de ‘sinnepoppen’ (emblemata). Roemer was een komisch talent die de wereldse waan wist te relativeren.
2 jok scherts; 3 kwikken... schok epigrammen per zestigtal; 4 popte... sinnen de zinnen bekoorde, nl. met de Sinnepoppen; 6 vulsel voor de kap inhoud van de zotskap, dwaasheid.
| |
Sonnet. Aan de heer Constantijn Huygens 64
Voordat Huygens in 1621 op een diplomatieke missie naar Engeland vertrok, ontving hij dit lovende sonnet van Hooft. Hij antwoordde meteen met een sonnet op dezelfde rijmklanken, waarin hij de lof relativeerde. Er volgde nog een hele reeks (de ‘schoncken-sonnetten’), geschreven door verschillende auteurs. Mogelijk werden Hooft en Huygens tot hun spel aangezet door Anna Roemers, die zelf ook meedeed. In dit eerste sonnet uit de reeks vergelijkt Hooft Huygens met Achilles. Tegenover de fysieke kracht van de laatste stelt hij Huygens' morele kracht, die deze nu zal aanwenden ten dienste van het land.
2 dies daarom; reed stroomde; 5 zog moedermelk; 7 vlamt... fraai hunkert naar deugdzame schoonheid; vrijerschap jeugdige begeerte; 9 Dies daarom;. 10 afgericht geoefend; 11 puik... zeden beste van zijn voortreffelijke gedrag; 13 aanstellen... trant zich richten wil.
| |
| |
| |
Sonnet. Aan juffrouw Anna Roemers Visscher 65
Sonnet uit 1621 ter ere van de kunstzinnige Anna Roemers. Als zij glas graveert, schildert, borduurt of boetseert, wekt zij dode stof tot leven. Haar dichtkunst reikt zelfs nog hoger: haar verzen zijn onsterfelijk.
1 stippen graveren; 2 't is... vlinderteelt komt er een vlinder tevoorschijn; geestige gedrocht aardige diertje; 3 ziet... zocht ziet eruit of het druivensap komt drinken; 4 kuin losjes; van... knippen van het glas jagen; 6-7 bedocht... met voorzien van; 7 tocht verlangt; 8 haalt... lippen lijkt te ademen en te herkauwen; 10 't haalt... werk het kan wedijveren met het het werk van Prometheus, die volgens de Griekse mythologie mensen maakte; 10-11 in... vlijt in het gezelschap van de muzen begeeft (dus: gaat dichten); 11 schoongeschreven gekalligrafeerde; 12 wakk're zin verstandige betekenis; 14 van beids beide, nl. lijf en leven.
| |
Een meiboom, aan Anna en Tesselscha Roemers Visscher gezonden na hun vertrek van het Muiderslot in 't jaar 1621, spreekt 65
In 1621 zond Hooft, nadat de beide dochters Visscher hem bezocht hadden op het Muiderslot, per boot een meiboom na (een traditioneel voorjaarsgeschenk voor geliefden). Het geschenk ging vergezeld van dit gedichtje, waarin de boom zichzelf presenteert. De Griekse, mytische zanger Orpheus lokte de bomen en liet ze lopen door de kracht van zijn kunst, en dus moeten Anna en Tesselschade niet verbaasd zijn dat deze boom hén nakomt. Orpheus was tolk van de goden, maar zij zijn de vriendinnen van de muze Thalia.
4 na achterna; 9 van... volk de meiboom hoort ook bij het ‘volk’ van de bomen die achter Orpheus aanliepen; 10 hij nl. Orpheus; 11 speelnoots vriendinnen, maar ook: bruidsmeisjes; 12 Thalia muze van het blijspel; 12-13 haar... zet ooit het plan krijgt te gaan trouwen.
| |
| |
| |
De meiboom, aan de juffrouwen Visscher gezonden, is overboord geraakt, strandt en spreekt tot de vinder 66
De meiboom raakte onverhoopt overboord en ging verloren. In een tweede gedicht laat Hooft de verdronken boom aan het woord: omdat hij de zingende Visscher-dochters verkoos boven de meerminnen, hebben die laatsten hem in de Zuiderzee gesmeten. Nu is hij kaal en doods, maar als de vinder hem plant, zal hij door de kracht van de liederen van Anna en Tesselschade weer bloeien.
5 deez' de meerminnen; 9 verzaên een einde te maken aan; 11 doren dorens; 12 speelkoren meidoornbessen; 14 waar... is van het seizoen; 15 doverd dove; 17 op... wal op de muur, nl. van hun huis; 18 geschal gezang; 20 innen krijgen.
| |
Bruiloftzang van Allard Crombalch en Tesselscha Roemers Visscher 67
Tesselschade trouwde in 1623 met zeeofficier Allard Crombalch. Hoofts huwelijkszang begint met de constatering dat Tesselschade artistiek zo druk is dat zij geen tijd heeft voor de kommervolle liefde en Cupido haar dus niets kan maken. Cupido bewijst echter prompt het tegendeel. Hij had Mars de godin Venus zelf laten verleiden, en met een tweede Mars, officier Crombalch, verovert hij Tesselschade. Die lijkt daarna wel in een ander mens veranderd, een huisvrouw die geen oog meer heeft voor de kunsten. Het gedicht eindigt traditioneel met een kinderwens en de hoop op langdurig huwelijksgeluk.
1 Mingod Cupido; 3 op... eêlste in de bloei; 4-6 die... lach die zorgt dat Venus niet meer bloost en niet meer lieflijk lachen kan; 7 trekt... aan maakt zij zich druk; 8 Zinnen gedachten; 12 moeienis drukte; 16 malen borduren; 18 veêl viool; 22 zinnen... in het verstand zich toeleggen op; 24 Romer... Frank Italiaan en Fransman; 26 gesteelde diamant graveerstift; 30 klare heldere; 33-34 gezicht... bladen ij verige gezicht losmaken van de ernstige
| |
| |
lectuur; 36 ijver... suft het dichtvuur dooft; 40 ontginnen overmeesteren; 43 Met een veeg plotseling; 48 Caesars en Henri's verwijzing naar keizers en koningen met die namen; 52 stormhoed helm; 53 beukelaar en zijdgeweer schild en zwaard; 55 moeder Venus; 57-58 bescheid... doen verstandig antwoorden; 61 anders een een ander; 62 uit... gesneên van zijn soort; 64 uitgestorte uitbundige; 65 Venus... gelaat vrouw zo mooi als Venus; 66 Venus... gaat nl. net als Venus voor de liefde bezwijkt; 68 weerga gelijke, nl. zeeofficier Crombalch; 70 ingesteken ingegeven; 77 vlieger mantel voor getrouwde vrouwen; voor deez' in plaats daarvan; 78 vaart... vlees wordt een ander mens; 85 Medea mythologische tovenares die haar schoonvader Aeson verjongde door hem nieuw, betoverd bloed te geven; uittapte tot aftapte van; 87 kiemig bedorven; 87-88 pullen... welbepreuteld betoverde kruiken; 91 't ouw' de ouderdom; 93 zeuntjes jongelingen; 97 slacht gelijkt; 101 raam borduurraam; 102 kraam spul, maar ook: het kraambed; 103 Jonge... erna moge er een jonge Crombalch geboren worden; 105 tweede tweede Tesselschade, nl. die ontstaan is na haar huwelijk; 108 doet... keer terugkeert in haar oude staat, als alleenstaande.
| |
Grafdicht van Anna Roemers van Wessel, levend begraven in de Zijp 70
Na haar huwelijk in 1624 met Dominicus Boot van Wesel vestigde Anna Roemers zich in de afgelegen Wieringerwaard. Zij voelde zich als levend begraven en verzocht Hooft gekscherend om een grafschrift. Dat werd dit versje, waarin Hooft de dood laat peinzen: als Anna gewoon zou sterven krijgt hij haar slechts half, namelijk alleen haar lichaam. Door haar levend te begraven in de verlatenheid krijgt hij lichaam én ziel, maar dat vergt wel een graf ter grootte van een polder.
1-2 bevroe'nd... draf bedenkend hoe makkelijk de halve Anna Roemers (nl. haar ziel) met haar snelheid aan zijn pijlen kon ontsnappen; 3 schade... verhalen nadeel te ondervangen; 4 Zijp
| |
| |
de Wieringerwaard werd ook Nieuwe Zijpe genoemd; 5 mocht kon.
| |
Sonnet. Op 't rijmen van de heer Constantijn Huygens, in 't leger voor Grol 71
Huygens verbleef 's zomers in het leger van Frederik Hendrik. In 1627, tijdens het beleg van Grol (Groenlo), dichtte hij ondanks het oorlogsrumoer gewoon door. Hooft bewondert hem om deze zelfbeheersing: Huygens overtreft hiermee Augustus, die onder grote druk rustig kon slapen.
1 Octaviaan Augustus (Gaius Julius Caesar Octavianus, 63 v. Chr-14 n. Chr.), eerste keizer van het Romeinse rijk; verhit... spijt opgestookt door zijn zuster Octavia, die haar man Marcus Antonius verloor aan Cleopatra; 2 trotst'... koninginnen Cleopatra; 3 waagd'... worp zette alles op het spel; 5 naken naderen; 7 kort sterk; 8 van... tijd uit een minder slappe tijd; 9 zich... goede al doet ze haar best; 11 Vastaards Constantijn Huygens'; 12 woel... krijgsvervaardheid gewoel en oorlogsbedrijf; 14 vaak slaap.
| |
Op het verstoren van Petrarca's graf 71
In 1630 werd het graf van Petrarca (gestorven in 1473) geschonden door een fanatieke monnik, Thomas Martinelli, met hulp van een stel boeren. In heel Europa werd geprotesteerd tegen deze wandaad. Huygens schreef enkele Latijns gedichten, waarvan Hooft er een vertaalde. Bovendien schreef hij zelf dit sonnet. De nu verwaaide resten van Petrarca zullen dichters blijven inspireren.
1 omreist... kimmen reist tot aan de uiteinden van de aarde; 2 derd'halv' tweeënhalve; vangenis gevangenschap; 3 gedrocht gespuis; 4 in... aangrimmen woedend bedreigen; 7 breker... wind windbreker, iemand die met veel kabaal weinig uitricht; euv'le boosaardige; velt stoot; 9 naar... tochtt' verdrietig verlangde naar de geest die in haar huisde; 10 overbrocht heeft doorge- | |
| |
bracht; 12 haars... spoor nl. van de geest van Petrarca; Eerlange weldra.
| |
Op het Dagwerk van de heer Constantijn Huygens 72
Huygens begon na zijn huwelijk met Suzanna van Baerle in 1627 aan een groot gedicht, Dagh-werck. Toen zij tien jaar later overleed, was het nog niet af en het bleef liggen. Hooft drong in 1639 aan op publicatie: het gedicht bevordert op overtuigende wijze de deugdzaamheid, aangezien de auteur zelf deugdzaam is. Dagh-werck verscheen voor het eerst in 1658 in Huygens Koren-bloemen.
1-2 plicht... staat de taken bevat van een mens die in aanzien staat; 3 stonden uren; 4 oorkonden bekendmaken; 5 behouden reis behouden vaart, als beeld voor het leven; 6 doolziek vleis het dolende lichaam; 7 liên mensen; 8 gij nl. Dach-werk; 11 onderrechten onderwijs; 12 te... vechten strijdig zijn; 13 zin bedoeling; 14 gelden min hebben minder gezag; 16 wisten... leven deden het teniet door niet deugdzaam te leven; 17 zijn nl. Huygens'.
| |
Op het orgelgebruik van de heer van Zuilichem, Constantijn Huygens 73
Orthodoxe calvinisten achtten orgelspel in de kerk een afkeurenswaardige zaak en de gemeentezang werd eind zestiende en begin zeventiende eeuw daarom meestal niet begeleid. Toen vanaf 1636 meerdere gemeentes toch tot orgelbegeleiding overgingen, ontstond een polemiek waaraan Huygens bijdroeg met zijn Gebruyck of ongebruyck van 't orgel in de kercken der Vereenighde Nederlanden (gedrukt in 1641). Hooft steunde Huygens in zijn pleidooi voor het orgel in 1640 met dit gedicht, dat Huygens het laatste woord in de kwestie geeft.
1 't boek... velt de schepping slaat; 2 gespeld verkondigd; 4 domme redeloze; 6 geschiktheid... vorm juiste bouw van hun gestalte; 7 't Onroerend tuig bewegingloze zaken; 8 leren... zingen nl. als muziekinstrumenten; 9 been bot; 10 zwaait wendt; 11 def- | |
| |
tigheid deugdzaamheid; 12 uitwieding afzwering; 17 ment leidt; puik beste; 18 slim gebruik misbruik.
| |
Op de roemers beschreven door juffrouw Tesselscha 73
Tesselschade graveerde op verzoek van Hooft in 1636 enkele glazen. Hooft prijst haar vaardige hand.
1 suft gij verwondert gij u; togen lijnen, letters; 2 gezwaaid geslingerd; op hun pas zoals het hoort; 3 door... niet niet getrokken door een trage hand.
| |
Op het negende verjaren van de bruiloftsdag van Tesselscha Visscher en Allard Crombalch 74
Hooft grijpt de negende huwelijksdag van Tesselschade aan om haar te vragen haar artistieke activiteiten weer op te pakken. Negen is tenslotte het getal van de muzen. Het is niet meer dan redelijk dat dit jaar-en voortaan elke negen jaar - de godin van het degelijke huwelijksbestier plaatsmaakt voor de beschermsters van de kunsten.
2 ga echtgenoot; 5 godin... plicht Juno, echtgenote van Jupiter en godin van het huwelijk; 6 toegelicht licht gegeven; 11 blaker bruilotsfakkel; 12 Phoebus Apollo, god van de kunsten; 13 negen zusters muzen; 17-18 't Huis... gooi het huishouden loopt gesmeerd. Gooi daarom de zorgen overboord; 23 Venuslijke lieflijke; 25 wanken hanteren; 28 vernuften nl. Tesselschades vrienden; 33 een nl. Tesselschade, die als huisvrouw een soort levende dode is; 34 overlang... toegeleid lang geleden is geschonken; 35 heug'lijk hoefnat vrolijkmakende water uit de Hippocrene, de bron op de Helicon die ontstond door een hoefslag van het mythische paard Pegasus; dichters dronken hun inspiratie hieruit; leppen drinken; 38 veroudt veroudert.
| |
| |
| |
Aan juffrouw Tesselscha, op het kerstnachtje door haar gezongen, in 't jaar 1632 75
In muzikaal opzicht is Tesselschade alle mensen voorbijgestreefd. Zij kan zich nu, zoals bleek tijdens een kerstviering, als zangeres meten met het hemelse engelenkoor dat in de kerstnacht ‘Ere zij God’ zong.
3 zat verzadigd
| |
Castigatio. voor de poort van het Spinhuis 79
In 1597 werd in Amsterdam het Spinhuis gesticht, een werk- en strafhuis voor vrouwen aan de Spinhuissteeg. Boven de poort werd Castigatio, Tuchtiging, afgebeeld als een vrouw die twee andere vrouwen straft. Hooft schreef op verzoek van architect Hendrik de Keyser in 1607 dit opschrift, waarin Castigatio de voorbijganger toespreekt.
2 straf streng.
| |
Op de Beurs van Amsterdam 79
In 1608-1611 verrees aan en deels over het Rokin de Amsterdamse Beurs, naar ontwerp van Hendrik de Keyser. In dit gedichtje uit 1608, een jaar later verschenen als bijschrift bij een prent, vermaant Hooft de Amstelgodinnen niet boos te zijn om de inperking van hun speelruimte als gevolg van de nieuwbouw. Die brengt Amsterdam tenslotte, via de handel over het water, in contact met de rest van de wereld.
1 de voet het fundament; 2 werk bouwwerk; belgen boos maken; 4 kelen... verzwelgen vijf kunstig gemetselde bogen haar doorlaten; 6-8 door... gezonden gezonden door de zee met lange armen (nl. de rivieren), de vader van alle meren, en door uw familie die aan de andere kant van de wereld zwemt; 8 uitheems schitterend; schelpen woningen.
| |
Op de poort van de Aalmoezenierskamer 80
Opschrift bestemd voor de poort van het Aalmoezeniershuis
| |
| |
aan het Singel, gesticht in 1613. In dit tehuis werden vondelingen en vreemdelingen opgevangen.
2 strekt dient als.
| |
Op het pesthuis bij Amsterdam 80
In 1630 werd in Amsterdam een gasthuis gesticht voor lijders aan besmettelijke ziekten. Hoe klein de kans was op genezing, maakt Hooft duidelijk in dit versje; wie gezond is kan daarom beter uit de buurt blijven.
1 Staat af houd afstand.
| |
Een ander 80
Elk huis verzorgt zijn eigen zieken, maar het nieuwe Pesthuis verzorgt zowel zieken als gezonden door besmette patiënten te isoleren.
1 smoort bestrijdt; smettig besmettelijk; 2 dient verzorgt.
| |
Klacht van de prinses van Oranje over de oorlog voor 's-Hertogenbosch 80
In 1629 belegerde Frederik Hendrik Den Bosch. In de ‘Klacht’ richt Amalia van Solms zich tot haar man: hij zou zijn veroveringsdrift beter op haar kunnen botvieren, zij zou zich met liefde overgeven. Nu moet ze vrezen voor zijn veiligheid, in het besef dat haar klachten verloren gaan in het oorlogsrumoer. Als die strijd dan echt zo belangrijk is, zou ze willen meevechten aan zijn zijde. Dit gedicht hoort thuis in de klassieke, Ovidiaanse traditie van de heldinnenbrief: fictieve brieven tussen beroemde mythologische of historische figuren.
3 grimmigheid woede; 5 Wat... verleert welke hartstocht ontneemt; 7 Mars oorlogsgod; 8 Venus' vier liefdesvuur; 10 mijn slavernij mij in slavernij; 11 blij gespikkeld bontgekleurd; 12 lauwergroen laurierkrans, voor oorlogshelden; 13 heel doorwasemd geheel doortrokken; 14 vond wijze; 15 aangeasemd toegeblazen; 17-18 Op... kroon laat de Franse en Spaanse kroon toch trots zijn
| |
| |
op hun gouden lelies en pijlen; 20 streeft... doôn trotseer toch geen duizend doodsgevaren; 21-23 d' uw... traantjes uw kroon veel fraaier laten stralen, dichtbezet met traantjes als parels; 26 stond poosje; 27 flitsje pijltje; 29 mangel probleem; 35 te zuigen te beluisteren; 36 stoppen 't wordt het verdoofd door; 37 breidelt inperkt; 38 graf gracht; 39 schut geschut; schansen weren; 41 Jupijn voor Jupiter, de oppergod; 42 zijn... tracht probeer hem dan na te volgen in zijn vriendelijke hoedanigheid; 45 smijdig vleiend; 46 verfraai' zou verblijden; 48 veldgeschraai krijgsrumoer; 50 hol... galerij loopgraaf of onderaardse gang; 53 elkmaals elke keer; 55 witte veren nl. op de helm van de veldheer; 57 zoeken belagen; 60 Castilj' Castilië (Midden-Spanje); 61 stoffen pochen; 62 zijn verkwikt blij zou zijn; 63 verman 't als het hoorde; scherp een kogel; 71 bij... zijde bij de degen, aan uw zijde.
| |
Grafschrift van zijne hoogheid 83
Frederik Hendrik overleed op 14 maart 1647 en werd begraven in de Nieuwe Kerk in Delft, zijn geboortestad. Hooft was aanwezig bij de uitvaartplechtigheid en stierf zelf kort daarop.
1 Holland baard' bracht Holland voort; 2 eerst... schoot eerst op Delfts schoot, tenslotte in de schoot van de aarde.
| |
Koor. Elk acht gelukkig 's prinsen leven 87
In deze reizang uit Hoofts jeugdspel Achilles en Polyxena (1601?) draait het om de betrekkelijkheid van vorstelijke macht en aanzien. Het leven vain een vorst lijkt benijdenswaardig en mogelijk acht de vorst zichzelf gelukkig, maar dat berust op een gebrek aan inzicht. Een eenvoudig leven biedt meer ziele- en nachtrust. Het hofleven is corrupt, en machthebbers worden geplaagd door oorlogen. Het ware geluk is te vinden in de temperantia, de gematigdheid.
2 blijk schijn; 3 Hij nl. de vorst; 7 proefd'... baren probeerde of laag aanzien rust kan geven; 9 beproefde ervoer; 10 geluk nl. het vorst-zijn; 16 in... stuk op dit punt; 24 Wat... gebeurt wat ie- | |
| |
dereen heeft, nl. nachtrust; 25 wat... huis welk kasteel; genoten bezeten; 27 sloten burchten; 33 Bellona bloedig de bloedige oorlogsgodin; 35 furie woedig woedende wraakgierigheid; 39 huizen opgeblazen hoogmoedige vorstenhuizen; 41-44 Indien... gaan maar ook als het hof geen oorlog voert en zich onthoudt van bedrog, moet wat groot is vallen door de zwaarte, en het hoge te gronde gaan; 45 belaên bang; 46 stijven aandrijven; 47 om... drijven zal laten omslaan; 50 staat staan; 51 't Geweer... gestreken het wapen (de bliksem) uit Jupiters hand geworpen; 55 bereidt... malen wanneer men kostbare maaltijden bereidt; 56 verhogen laat zal verheffen; 57 Best het langst; matelijke gematigde; 58 daar terwijl; 59 mate... overspringen de gematigdheid nooit te boven ging; 62 naken naderen; 63 onder... raken heel dicht langs de kust; 64 wan won.
| |
Rei. Waar zijt gij, vorsten, die alleenlijk om te woeden 89
Hooft heeft zijn politieke en staatkundige opvattingen onder meer verwoord in zijn toneelstuk Baeto, geschreven in 1617 toen de spanningen in de Republiek hoog opliepen en er zelfs een burgeroorlog dreigde. Hooft hoopte dat de machthebbers zedelijke waarden hoger zouden stellen dan de macht. In deze rei verwoordt hij zijn verlangen naar vrede. Geweld en oorlog moeten als het even kan vermeden worden, ook al lijkt hard optreden nog zo rechtvaardig. Een vorst mag de vrede nooit in gevaar brengen, dat gaat immers ten koste van het recht, en van lijf en goed van talloze onschuldige burgers.
3 waar 't terwijl het zwaard; 5 stropen ontbloten; 7 kling zwaard; 8 persing noodzaak; 10 waren bewaren; sterfelijke zaad mensdom; 11 te... gaat loslaat; 12 't spoor het rechte pad; 13-14 Of 't... deer ofschoon het voorkomt (met schending van de verheven wetten) dat iemand een ander onrecht doet; 17 kleine... vlijen een geringe taak het recht (de wet) te plooien of te schikken; 18 het beloop... tijd de tijdsomstandigheden; 19 bezeerd geschonden; 21 schichten pijlen; 22 aanschendende ophitsende; 25 rui- | |
| |
men verspelen; 27 zaad nakomelingen; 28 opgewekt... duimen getrokken wapen in de aanslag is; 29 eigen nl. zijn staat, naam, rijkdom, enz.; 30 En dat en was het maar zo dat; 33 oversten verwaand hoogmoedige bestuurders; 36 't scheel... gaat buiten het geschil staat.
| |
Koor. Om beter alle kwaad 90
Hooft en zijn tijdgenoten waren gefascineerd door de herkomst van het kwaad. In deze rei uit zijn jeugdwerk Theseus en Ariadne (ca. 1602) betoogt hij dat God het te allen tijde goed met de mens voorheeft. Wanneer men door leed wordt getroffen is het misschien moeilijk te geloven, maar uiteindelijk zal blijken dat men van het ongeluk profiteeert. De mens moet daarom steeds blijven hopen en God niets verwijten. De gedachtegang zoals Hooft die verwoordt was destijds wijdverbreid, met name via het geschrift De consolatione philosophiae (Vertroosting van de wijsbegeerte) van de laat-antieke auteur Boëthius.
1 Om beter met een hoger doel; 3 des daarom; 4 onbescheiden onverstandige; 5-6 tot... ras het schijnbare leed onmiddellijk als nadelig te beschouwen; 10 tegen schadelijk; 11 bevijndt ondervindt; 13 te degen goed; 14 blend blind; 19 leid leed; 25 manier gebruik; 26 staag steeds; verheven verheffen; 29 drukkig sneven ellendig sterven; 35 pak last; 36 door... verheren door een ziel voelt besturen, dus: nog leeft; 38 of... schort ook al mist die hoop beredeneerde gronden; 40 op... kort in korte tijd; 41 of indien; 46 nog dan nog; 47 zich versteurde kwaad werd.
| |
Weet iemand beter saus 92
Geld maakt niet gelukkig, zo betoogt Hooft in dit gedicht voor Ida Quekels, geschreven in 1603. Hoewel het als liefdesgedicht eindigt en het strikt genomen dus ook in de eerste afdeling van deze bloemlezing zou passen, overweegt hier de moraal-filosofische inhoud. Indien men liefde, schoonheid of eer zou kunnen kopen, dan zou geld een kostbaar bezit zijn, maar aange- | |
| |
zien dat niet het geval is, verkiest de dichter een eenvoudig, eerzaam leven in bescheidenheid, met een deugdzame vrouw die het waard is bemind te worden.
2 vake behoefte aan slaap; 5 zengen branden; 6 hermelijnen voer' voering van hermelijnbont, dus koninklijke kleding; 7 inbrengen verschaffen; 8 maat'lijks huisbegrip bescheiden woning; 10 liê mensen; 13 getapisseerde wanten met tapijten bedekte wanden; 15 't hangsel de gordijnen; 16 schut afweert; 17 licht snel; 18 verbetert... smaak als wijn niet beter gaat smaken; 20 goed bekomst lust; zat voldoende; 23 bekwamer dracht geschiktere kleding; 24 steeksel versiersel; 25 gelijk... zinnen gelijkgestemd; 27 veeleer eerder; 34-35 schoonheid... bootserij schoonheid in zijn primaire vorm; kunst is nabootsing (en dus secundair); 35 stadig merken steeds voor ogen houden; 37 't Avontuur de Fortuin; 38 in voogdij onder uw gezag; 39-40 die... heerschappij die voogdij goed uitoefent, dan noemt men dat het bedienen van een ambt. Denkt u dat zorgen voor anderen heerschappij is?; 43 Fabricius Gaius Fabricius Luscinus, Romeins censor (275 v. Chr.) die een afkeer had van weelde en zeer sober leefde; Crassus Marcus Licinius Crassus, Romeins consul (gestorven in 53 v. Chr.) die zich schaamteloos verrijkte; 44 waar... gaat terwijl hij hem daarin ver overtreft; 45 schat rijkdom; wat... dragen op welke eer kon zich beroemen; 48 dankt... bij als gevolg van zijn rechtvaardigheid nooit rijk was geworden; 49 te zetten af te meten; 50 wankelbare... wind de ongestadige en onbeduidende faam onder het volk; 51 braaf gekrijs luide roep;
52 vernoegd tevreden; 56 verzuimen... goed iets goeds te verzuimen; 60 waardverkoren vrouw vrouw die het waard is uitverkoren te worden.
| |
Aan Pieter Jansz. Hooft. Een luttel tijds moet ik uw bezigheid ontprachen 94
In de regel verpakt Hooft zijn morele opvattingen en kritiek in gedragen gedichten. Een uitzondering vormt dit fragment uit 1607. Hier ontmoeten we de weinig bekende satiricus Hooft.
| |
| |
In een rijmbrief, gericht aan zijn neef Pieter Jansz. Hooft, die in Leiden studeerde, hekelt Hooft er lustig op los. Door de vele toespelingen is het lange, op Juvenalis geïnspireerde gedicht moeilijk toegankelijk, maar dit openingsfragment is wel begrijpelijk. Er heeft in Amsterdam, kort na het vertrek van Pieter Jansz. een brand gewoed. Tot de doden behoorden vijf koeien. De dieren werden het slachtoffer van het inhalige materialisme van de mens...
1 bezigheid ontprachen aandacht opeisen; 2 clarissimo Signor voortreffelijke heer; 4 samenkroop van spijt in elkaar zou kruipen van woede; 6 vrij... ongelokken nogal schitterende ongelukken; 7 vratig' om zich heen vretende; ontstak brak uit; Hoerenpad pad ter hoogte van de huidige Spiegelstraat; 8 gat keel; 9 moeien spijten; 11 geknaagd verteerd; 12 en... beklaagd men betreurt slecht het verlies, niet het dierenleed; 14 dat... voelt hetgeen geen gevoel heeft; berregt red; 15 Denk bedenk; 16-17 Jan... landen de Spanjaard aan uw schippers uitbetaalt, in munten die niet deugen, waarmee u dan weer uw land behoudt (door het leger te betalen); 18 tot... handen levert zelf het wapen om hem te slaan; 19 ontrouw... wraak ontrouw, nl. van de mensen, die wraakneming door de koeien zou rechtvaardigen; 20 boerenfrasen onverstaanbare klanken; 21 nieuwe klerken ononderlegd; 22 mening bedoeling; merken begrijpen; 25 de... Joosten het vertrek van Pieter Joosten. (Wie dat was, is onbekend. In elk geval geen favoriet van Hooft.); 26 dan Lethe dan de Lethe, een rivier in het dodenrijk waaruit de doden dronken om het verleden te vergeten; z' haar zij zich; 27 kwam het... bij kon dat, vraagt u; de gloed het vuur; 28 meewarige medelijden tonende; 29 als alsof; 30 zocht... vrijen probeerde te redden.
| |
Spreuk. Vernuft der wereld, die teweegbrengt wat geschiedt 95
Deze spreuk, een bede tot de ‘Wereldgeest’ om hem te leren berusten in wat voorbestemd is te gebeuren, moet voor Hooft een essentieel levensgevoel hebben uitgedrukt. Hooft noteerde
| |
| |
dit stoïcijnse versje, met kleine varianten, minstens viermaal; het siert onder meer de omslagen van het tweede en derde deel van zijn ‘rijmkladboeken’, zijn dichterlijk archief.
1 Vernuft... wereld God.
| |
Noodlot 95
In dit gedicht uit 1618 propageert Hooft een stoïcijnse levenshouding. Het Latijnse motto (‘Gelukkig wie het wezen der dingen leert inzien’) is ontleend aan Vergilius' Georgica. Men heeft geprobeerd Hoofts ideeën in dit gedicht terug te voeren op een concrete bron (Montaigne), maar hij lijkt toch eerder een in zijn tijd algemeen verbreide opvatting te verwoorden. Het stoïcisme verwierf, als ‘crisisfilosofie’ bij uitstek, vanaf de zestiende eeuw een grote populariteit, vooral door De constantia (Over de standvastigheid) van Justus Lipsius uit 1584.
2 verstaat begrijpt; 3 gene levendheên niets dat leeft; 4 uitgezeid uitgezonderd; 5 leên ondergingen; dringen drang; 6 schiedt... drijven gebeurt ziet plaatsvinden; 7 flauw slap; 8 gewracht tot stand gebracht; 13 Zijn... vermogen Zijn wijze, machtige goedheid; 14 't al alles; 15 Hij... reder indien dat voor ons het beste was, kon en zou Hij ons bereidwillig helpen.
| |
Stichtrijmen 96
Uit de jaren 1619-1620 dateert een reeks korte versjes waarin Hooft op puntige wijze levenslessen verwoordt. In de hier gekozen voorbeelden komen achtereenvolgens de kracht van de rede, de zorg van God voor wie hem eert, de moeite die het vergt om deugdzaam te leven, en het belang van respectievelijk gematigdheid en oplettendheid aan bod.
1 de man niet niet geschikt; 2 wrevelheid kwaadheid; 3 moed drift; 4 klare... zang duidelijke, wijze en welluidende woorden; 5 Gods... beklemmen vervullen met eerbied voor God; 6-7 wie... is wie in zijn hart U vreest; 11 slofheid... versmoren onachtzaamheid kan een goede onderneming doen mislukken; 12 vervolgd
| |
| |
nagejaagd; 14 hoeft behoeft; 18 sneven sneuvelen; 20 slemper gulzigaard; vergeven vergiftigd; 24 licht makkelijk; sneeft valt; 25 dijt... die gaat het met de daden van wie.
| |
Loterijspreuk 97
Bij loterijen in de zeventiende eeuw was het gebruikelijk dat de deelnemers een korte spreuk opgaven, die werd voorgelezen bij de trekking van hun lot.
1 Ontdekt ontmaskert; 2 grijns vermomming; de mom de gemaskerde.
| |
Aan een nieuwgeboren jongen 97
Willem Jansz. Hooft en Ida Quekels kregen in 1620 een zoon, Willem. Hooft spreekt in dit sonnet de bede uit dat God dit kind, nu het is blootgesteld aan de grillen van het lot, zal willen leren zijn tegenslagen te verdragen en zijn voorspoed met mate te genieten.
2 sporen aansporing; 3 in stilte ongemoeid; 5 't Luk de Fortuin; 6 school... houdt leert wat veranderingen zijn; 9 onversufte onverslapte; 12 hare gaven nl. van het lot; mildelijk bedenkt rijkelijk bedeelt; 14 voorzichtig met mate.
| |
Psalm 6 98
De jaren 1624-1625 vormden een moeilijke periode in het leven van Hooft. Hij verloor zijn vrouw, kinderen en ouders. Het was onder die moeilijke omstandigheden dat Hooft een aantal psalmen berijmde, of eigenlijk bewerkte. Psalm 6 is een bede om ontferming. De dichter vraagt God naar hem om te zien en zijn belagers af te weren, ook al verdient hij dat niet.
1 hitsen prikkelen; 2 ongenaden toorn; 3 schennis schade; 5 dienen bedienen; 6 een weerzin tegenzin; 7 strakheid strengheid; 9 helen doe laat genezen; 10 bezwaren moeilijkheden; 15 mijn... maakt berooft me van mijn verstand; 18 eer... naakt voordat ik hulp krijg; 20 Uw... ommewenden een eind maken aan Uw af- | |
| |
zijdigheid; 21 aanschijn vervreemd afgewend gezicht; 22 dagen lichten; 23-24 uit... neemt louter omdat U dat in Uw goedheid wilt (en dus niet omdat ik het zou verdienen); 29-30 hun... lof verheugen zich niet en brengen U geen lof; 31 mat vermoeit; 34 leger bed; 37 teren wegkwijnen; 38 verouwe verouder; 44 groeit zwelgt; 45 slaak roof stop uw rooftocht; hene vlied vlucht; 50 verfoeide veldverlaters smadelijke vluchtelingen; 51 vermand overwonnen.
| |
Dankbaar genoegen 100
Na de mislukte toenaderingspoging tot Suzanna van Baerle ontmoette Hooft Leonora Hellemans, de weduwe van Jan Baptist Bartolotti. Zijn liefde laaide onmiddellijk hoog op, maar de bedachtzame Leonora gaf niet meteen toe. Een eerste, afgesmeekt jawoord trok zij weer in. Hooft reageerde wanhopig met een betraande, met bloed ondertekende brief. Het was in die onzekere dagen dat hij zich zette aan het schrijven van ‘Dankbaar genoegen’, een tussenbalans en tegelijk een verantwoording van zijn leven en levensinzicht. Als man van middelbare leeftijd verliest hij veel dierbaren aan de dood; ook is het moeilijk nog een geliefde te vinden. Tegelijkertijd heeft hij veel om dankbaar voor te zijn. Hooft looft God voor al het goede dat hem is overkomen: zijn geboorte als man in een land vrij van tirannie, bij deugdzame ouders; zijn gezondheid en het wonder dat het menselijk lichaam is. Nadat Leonora definitief haar jawoord gaf, bleef het gedicht onafgemaakt.
1 benepen omsloten; 7 peil maat; 11 verwarmt koestert; vliedt ontvlucht; 12 opgezoden in vermengd met; 14 kruin... tijden het einde van de jeugdjaren; 17 te ritsen stieren afstevenen; 18 rapieren degens; 19 beloopt overvalt; 20 frisser... ren de jeugd; afstroopt doodt; 22 ontschapen sterft; 25 risten rijen; 26 wandelt... koor gaat in gedachten door het kerkkoor (waar begraven werd); 27 van... scha door het overwinnen van zijn leed; 28 bruid jonge, nog ongetrouwde vrouw; 29 vrouwe vrouw die reeds ge- | |
| |
trouwd is geweest; 31 schiet... tekort nl. om haar te veroveren; 32 voeren... schicht hebben hun oude vuur verloren; 33 vertalen uitdrukken; 35 't Bedaarde wederpaar de al wat rijpere, rustige beminde; 36 nauw... voelt voelt de (concreet als vuur voorgestelde) kracht van de liefde nauwelijks door hun kleding heen; 37 steek ik verkeer ik; 38 krenken aantasten; 41 raak... bevroeden besef ik; 46 't bovenst... beneden het heden tot mijn vroegste jaren; 48 d' oude... treên het verleden herleven; 51 maar... besloot maar besloot een mens van mij te maken; 52 gunstelijk uit gunst; 53 vrouwenbeelde vrouwenlichaam (dat als minderwaardig aan het mannenlichaam werd gezien); 54 vriendelijker... teelde vriendelijker, nl. anders dan zijn natuurlijke vader, die niet bewust een man verwekte; 56 beleed gezag; 57 Roomse pennen de Romein Tacitus was in zijn Germania
vol lof over Batavia (dat werd geïdentificeerd met Holland); 61 't leven... geweigerd niet geboren laten worden; 62 't hoogst... gesteigerd op de top van zijn rijkdom en macht stond; 63-64 d' Oosterling... Moor dus: de volken uit alle windstreken; 67 hetzelfde jaar nl. 1581, waarin de Noordelijke Nederlanden Filips ii afzworen; heldelijke heldhaftige; 68 haald'... dolk met het grootste gevaar veroverde; 69 in 't... stelde veroordeelde; 70 vorst... Avonds het rijk van Filips ii strekte zich uit tot in Amerika, het Avondland; 74 Neêrlands leden de andere Nederlandse gewesten; 79 besprak beschuldigde; 80 vlak smet; 81 in... lijn hun rechtstreekse nakomelingen; 82 grof... groeien te profiteren; 83 't goed... werd het bezit van een ander toeviel; 84 of... hart hetzij juridisch, hetzij moreel onrechtmatig; 85 luttel... schortte weinig het gescheeld had; 86-87 dat... bloed of mijn vaders bloed was, met dat van dertien anderen vergoten voor het land (nl. toen Robert Dudley, graaf van Leicester en waarnemend landvoogd, in 1587 zijn belangrijkste tegenstanders uit de weg wilde ruimen); 88 waar... voet waarmee Dudley de vrijheid ten val wilde brengen; 89-90 ten... mocht dat tot gemak kon dienen; 91 gevoegelijke val gepaste ordening; 92 stal gedaante; 95 genaakt
| |
| |
nadert; 97 't klaar de heldere lucht; bezigt... weiden gebruikt om te verblijven; 98 verscheiden verschillend; 101 hopman... leên aanvoerder van alle ledematen; 103 vensters gefabriekt zintuigen gemaakt; gejond gegund; 104 'tgeen... ‘wetensgrond’ datgene wat de basis is van alle kennis, te weten zintuiglijke gewaarwordingen; 106 zinnen zintuigen; 108 appel... toren sierbol op een torenspits, nl. het hoofd op het lichaam; 109 de vijfde nl. het gevoel; 113 leên... zijn lichaamsdelen waarvan we er maar één hebben; 116 in evenwicht symmetrisch; 119 feil een misslag; 120 wederhand de duim staat, als we iets pakken, tegenover de vingers; 122 opbreekt openbreekt; 122-123 scheurt... helden ontrukt de namen van de helden aan de dood en dus de vergetelheid; 124 gewielde troon zegekar; 125 knikken buigen; 126-127 't zou... vereist waren we bij het pakken van dingen uitsluitend op onze mond aangewezen; 127 gemoeid gedwongen; 128 zinlijkheid gevoel voor reinheid; 130 hem nl. de mond; statelijker eervoller; 134 d' allerliefste mond nl. van Leonora Hellemans; 136 gezegend woord nl. haar jawoord; 140 lid nl. de mond; 142 leden lichaamsdelen; 147 weet kennis; 148 tot... prik tot in de finesses; 149 om helpen dat helpt; 151 de droefheids dwang degene die de droefheid bedwingt; 152 smijdig vleiend; 153 betert... misdoen corrigeert de wandaad;
155 maag... maag verwanten onderling; 156 daad'lijkheid geweld; 157 Dies daarom; 159 boog roem; 161 dit nl. de hoogste eer die de dichter aan het oog wil toekennen; marren aarzelen; 166 't gezicht de ogen; 167 beroep... waan bestemming is voor alles, zoals ik zeker denk te weten; 172 en... verstand kon men zich nooit levensecht voorstellen; 173 strekt verschaft; 174 begrip omvang; 181 stoker nl. Cupido; 183 gloor pracht; 190 hagelt nl. de vonken; 194 vertogen vertonen; 196 als... doet laat delen; 202 drogerij kruiden; 203 zich... lid komen het lichaam binnen via de neus; 204 zijn voor hem, nl. de neus; 210 gewiekte wild nl. vogels; geleerde kelen geschoolde stemmen.
| |
| |
| |
Gods goedheid 106
In de kerk van Muiden zijn twee wapenborden aangebracht, één met dit gedichtje, erboven het wapen van Hooft en eronder een blazoen: een zon met Hoofts spreuk Omnibus idem (voor allen dezelfde). De borden zijn vermoedelijk in 1647 opgehangen, ter gelegenheid van de openbare geloofsbelijdenis door Leonora Hellemans. Het gedichtje schreef Hooft in 1645, het is een berijming van Mattheüs 7:11 (zie ook Lukas 11:13): ‘Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel temeer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.’
1 beê bede; 3 tot... zwenken toegeeflijk maken; 4 heil... meer veel meer goedheid; 6 zijn bidders wie tot Hem bidt.
| |
's Mensen plicht 106
Gedichtje op het pendant-wapenbord; erboven prijkt het wapen van Leonora Hellemans, eronder een blazoen met drie lelies in een pot. Het is een berijming van Mattheüs 22:37-39 (zie ook Lukas 10:27): ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’
1-2 Aanklevet... liefde heb God lief; 4 Hangt... an heb uw naaste ook lief.
|
|