Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDe meiboom, aan de juffrouwen Visscher gezonden, is overboord geraakt, strandt en spreekt tot de vinder:aant.Hier kom ik, meieboom,
gedreven met de stroom.
Omdat ik Visscherinnen
haar zang voor mereminnen
5[regelnummer]
verkoos, mij smeten deez'
in 't diep des Zuiderzees,
waar ik heb moeten sterven
en zo lang liggen zwerven
om te verzaên haar nijd,
10[regelnummer]
dat ik mijn blaên ben kwijt.
Maar ik heb nog mijn doren.
In plaats van het speelkoren
rijgt hier aan bloemen fris
waar 't nu de tijd van is,
15[regelnummer]
- tenzij gij zijt een doverd
die zang noch spel betovert -
en plant mij op haar wal:
ik zal door 't zoet geschal
der lieve Visscherinnen
20[regelnummer]
een ander leven innen.
|
|