Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdEen meiboom, aan Anna en Tesselscha Roemers Visscher gezonden na hun vertrek van het Muiderslot in 't jaar 1621, spreekt:aant.Orpheus met zijn stem en vinger
gaf eertijds de bomen voeten,
dat ze in gekroonde stoeten
liepen na de zoete zinger.
5[regelnummer]
Is 't dan vreemd dat ik verslinger
op uw spelen,
op uw kwelen,
en loop achterna uw kelen,
ik, die ben van 't zelfde volk?
| |
[pagina 66]
| |
10[regelnummer]
En was hij der goden tolk,
gij zijt speelnoots van godinnen,
en indien Thalia haar zinnen
eens tot trouwen zet, zult gij
ellek zitten aan een zij.
|
|