Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
Sonnet. Aan juffrouw Anna Roemers Visscheraant.Zo 't u met diamant lust op een glas te stippen,
't is in de vlinderteelt. Het geestige gedrocht
ziet of het lafenis aan sap van druiven zocht
en zit zo kuin, men zou het van de roemer knippen.
5[regelnummer]
Neemt gij penseel of naald, er worden kuil en klippen
geschapen, bos en berg; en 't vochte veld bedocht
met groene grassen, waar 't welvarend vee naar tocht.
Dat haalt zijn aêm, zo 't schijnt, en staat met gaande lippen.
Boetseert uw vaardig' hand en maakt een mens van leem,
10[regelnummer]
't haalt bij Prometheus' werk. Maar als g' u in de veem
der zanggodinnen vlijt, en woorden schoongeschreven
een redelijke ziel met wakk're zin instort,
zo blijkt dat gij al 'tgeen dat lijf of leven schort
van beids kunt geven; maar de dichten 't eeuwig leven.
|
|